Skip to main content
Tag

media

Digitale wereld versterkt huidige markt

By Actualiteiten, InnovatieNo Comments

De wereld van on-demand en streamingsdiensten groeit explosief. Streamingsdiensten zoals Spotify en Netflix maken het mogelijk om tegen betaling films, series en muziek online te bekijken en beluisteren. De razendsnelle ontwikkelingen op digitaal gebied zullen de bioscoop, bibliotheek en de muziekwinkel echter niet vervangen. Dat denkt multidisciplinaire internetexpert en ondernemer Danny Mekić.

“Terwijl we steeds vaker zijn gaan streamen en downloaden, gaan we ook steeds vaker naar de film en concerten. Het lijkt er dus op dat de digitale wereld tot nu toe ons verlangen naar leuke ervaringen alleen maar heeft versterkt.” Ondanks dat heeft het wel voor veranderingen gezorgd. Waar we eerst nog vol spanning een half jaar moesten wachten op die ene populaire film die al te zien was in Amerika, kunnen we tegenwoordig sneller aan die film komen. “Het is goed om voor een film meerdere lanceringsmoment te hebben, want dat zorgt voor meer PR. Maar dat pikt de consument niet meer. Als premières niet wereldwijd op het zelfde moment plaatsvinden, dan zal de consument niet wachten tot de filmmaatschappij besloten heeft dat de film ook in Nederland te zien is”, vertelt Mekić.

Als we terug gaan in de tijd zien we dat streamingsdiensten zijn ontstaan in een periode waarin videocassettes en DVD’s nog steeds primaire media waren. “Makers en producenten zaten nog erg vast aan fysieke dragers, terwijl de consument eigenlijk al een soort emancipatieslag gemaakt had.” Opeens hadden we daar de mobiele telefoon, mp3-spelers, iPods en allerlei nieuwe dragers voor media. Volgens Mekić was dit het startpunt.

Met de muziekdiensten Napster en Kazaa kwam de muziekwereld als eerste in beweging, en zo ging het balletje rollen. Wat voor muziek kon was ook mogelijk met bewegend beeld. “Je wil als consument netjes betalen voor muziek en films, maar op het moment dat je niet legaal aan een film of een nummer kan komen, dan bood de industrie eigenlijk niet veel anders dan dat je gedwongen werd om maar illegaal te downloaden.

Streamingsdiensten zijn daar een reactie op geweest.” Het heeft er zelf voor gezorgd dat illegaal downloaden veel minder wordt gedaan. “Je moet het heel makkelijk maken om tegen betaling een films te zien of muziek te beluisteren, zodat het helemaal niet meer aantrekkelijk is om te downloaden.”

Ondanks het gemak en de laagdrempeligheid kleven er ook nadelen aan deze populaire diensten. Er zijn afspeellijsten ontwikkeld met zowel bekende als onbekende artiesten, maar er wordt vooral de nadruk gelegd op populaire muziek of films. “Bij Spotify zie je dat de artiesten die al bekend zijn ook het vaakst worden beluisterd. Artiesten die nieuw of nog onbekend zijn, die worden veel minder beluisterd. De vraag is dus in hoeverre gaan we waarderen wat nog niet bekend of populair is, maar daar hebben ze nog geen antwoord op.”

Vroeger bepaalde platen- en filmmaatschappijen wat populair zou worden, dat hing namelijk van de hoeveelheid marketing af. De internetexpert ziet vooral gevaren in de eigen content die streamingsdiensten maken. “Netflix is niet alleen een dienst waar je films en series kunt bekijken, maar ze zijn ook zelf eigen materiaal gaan produceren. Waardoor niet de beste films bekeken gaan worden, maar de films waar Netflix een commercieel belang bij heeft.” Volgens Mekić zijn de diensten een goede ontwikkeling, maar moet er nog wel het een en ander aangepast worden zodat het voor zowel de consument als voor de artiesten en acteurs een mooie aanvulling is binnen de digitale wereld.

Door: Noor Boonen & Annebelle Nooteboom

Danny Mekic’ over internetfraude en de macht van de consument

By TelevisieNo Comments

Op zaterdag 30 mei vierde Kassa haar 25 jarig bestaan met een extra lange jubileumuitzending. Tijdens de uitzending werden er quizvragen beantwoord die door kijkers zijn ingediend. Indien de vraag ook daadwerkelijk besproken werd tijdens de uitzending, dan werd de kijker ook uitgenodigd om aanwezig te zijn als eregast tijdens de speciale uitzending. Danny Mekic’ (technologie-expert) stelde zelf dan geen vraag aan Kassa, maar was wel aanwezig als eregast tijdens de jubileumuitzending van Kassa om twee vragen te beantwoorden.

De allereerste vraag die Danny Mekic’ beantwoorde ging over de strengere maatregelen van banken in het teruggeven van geld na internetfraude. ‘In eerste instantie wenste banken dat de consument de technologie zou omarmen, omdat dit op lange termijn kosten zou besparen voor de bank, maar tegenwoordig zien we dat banken willen dat consumenten steeds veiliger omgaan met internetbankieren en dat  de consument daarom steeds vaker zelf de rekening moet betalen. Vroeger was het makkelijk, want er bestond enkel een pinpas. Tegenwoordig moet je er ook aan denken dat je je computer update, dat je een veilige verbinding hebt en dat er niet via een camera kan worden meegekeken. Daarnaast is het ook belangrijk om meteen te handelen. Hoe langer je wacht met het melden van de fraude, des te groter de kans dat de consument de schade zelf dient te betalen.’ 

Vervolgens sprak Danny over de macht van de consument tegen grote multinationals wanneer er een product niet functioneert naar behoren “Het gevoel van ik ben zo klein en zij zijn zo groot, dat is een gevoel dat wij allemaal kennen.” Volgens Danny Mekic’ is het juist belangrijk om tegenover dit soort bedrijen op je rechten te staan. ‘Met social media hebben we iets machtigs in handen, doordat er een vuist gevormd kan worden. Vooral interessant is dat dit steeds meer op een internationale schaal gebeurt. Je ziet nu bijvoorbeeld dat er meer dan 25.000 Facebookgebruikers zich samenspannen voor de privacyzaak tegen Facebook die in Oostenrijk is begonnen. In Nederland is dit niet mogelijk voor consumenten producten.’

Kies een vak, geen opleiding!

By ColumnsNo Comments

In de buitenlandse media is er veel commotie ontstaan rond het boek “Le Capital au XXIe  siècle” (Het kapitaal van de 21e eeuw) van Thomas Piketty. In Nederland begint de discussie over dit boek langzaam op gang te komen, maar echt groots is de commotie nog niet. In deze discussie gebeurde er iets heel interessants, namelijk dat economie studenten uit 19 landen de krachten bundelde om ervoor te zorgen dat hun curriculum zou worden veranderd. (1)  De oproep van studenten was tekenend voor een belangrijker fenomeen, namelijk dat het huidig onderwijssysteem niet meer voldoet aan de normen die vandaag de dag gesteld worden.

Wat is er precies mis met het huidig onderwijssysteem? Het is een systeem waarin een aantal deelsystemen zitten, waarmee je op een fabrieksmatige manier een aantal stappen moet doorlopen om met een papiertje het gebouw te kunnen verlaten. Het industriële model is strak van vorm, wat terug te zien is in bijvoorbeeld de vaste lestijden en het volgen van veelal dezelfde vakken. Het belang om via de juiste wegen het systeem te doorlopen is zo groot, dat dit soms een gang naar de rechter oplevert. (2)

Doordat de hoeveelheid informatie steeds groter wordt en het aantal verschillende banen hierdoor meegroeit, zijn de vragen die beantwoord moeten worden steeds meer divers en in veel gevallen ook complexer. Het antwoord van de onderwijssysteem is dat er meer deelsystemen moeten worden aangelegd, met als gevolg dat we een wildgroei hebben aan opleidingen. Een bekend voorbeeld is de 1092 MBO opleidingen die Nederland telt, waarvan akte. (3)

Is het altijd noodzakelijk dat we deelsystemen bijbouwen om maar het hoofdsysteem in stand te houden? Ik denk niet. De kern van onderwijs is, is dat er kennis op een zo goed mogelijke manier wordt overgedragen. De hoeveelheid informatie die we hebben kan onmogelijk in een systeem worden verwerkt, zeker omdat de informatiehoeveelheid explosief groeit. Dat de filters van dit systeem discutabel zijn, wordt bevestigd door de eerder genoemde discussie rond het boek van Thomas Piketty, maar ook door discussie omtrent het “wegmoffelen” van Pim Fortuyn in de geschiedenisboeken (EenVandaag).

Wat is precies de oplossing voor dit probleem? Ik denk dat een oplossing ligt in de keuzemogelijkheid voor een nieuw systeem. Maurice de Hond heeft ons met zijn O4NT initiatief, beter bekend onder de noemer Steve Jobs- of iPadscholen, laten kennismaken met een andere vorm van onderwijs. Het onderwijs brengt een onoverkomelijke digitaliseringsslag in het klaslokaal. Dit is zeker niet per definitie beter, maar zet ons wel aan het nadenken over andere vormen van onderwijs. 

De gehele oplossing weet ik niet, maar een onderdeel van de oplossing is naar mijn mening wel om ervoor te zorgen dat de laag “opleiding” verdwijnt. Waarom precies? Een opleiding bestaat uit een verzameling vakken die vallen binnen een bepaald kennisgebied. Je onderscheid je als leerling het beste als je veel verschillende vakken combineert, waardoor principes die mensen in het ene vakgebied te kort komen kan compenseren met andere uit een ander vakgebied. In een wereld waarin mensen zich voornamelijk specialiseren, is er behoefte aan een ander fris geluid uit een andere discipline. Dit komt er direct in, met als gevolg dat het nieuwe onderwijs hele diverse leerlingen aflevert. Het goed kennis kunnen overdragen  verandert hierdoor in het overdragen van de juiste kennis.

Ik hoop deze relatief eenvoudig in te voeren verandering wordt doorgevoerd ten behoeve van het huidig systeem en ieder toekomstig systeem. Als we definitief hebben afgerekend met MBO opleidingen zoals manager paardensportbedrijf en matroos operationele dienst verbindingen kunnen we weer vooruit met Nederland. 


(1) http://www.theguardian.com/education/2014/may/04/economics-students-overhaul-subject-teaching

(2) http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/niet-blij-met-schooladvies-dan-stap-je-toch-naar-de-rechter 

(3) http://www.mboraad.nl/?id=424 

9 lessen uit Haren

By Actualiteiten2 Comments

Het is een klassieke communicatiecasus: de massahysterie na The War of the Worlds, een radio-hoorspel uit 1938 over een invasie door marsmannetjes, naar het boek van H.G. Wells, geregisseerd door Orson Welles. Veel Amerikanen raakten in paniek bij het horen van de realistisch aandoende nieuwsberichten over de Martiaanse landing en vluchtten de stad uit. Vervolgens werd de paniek zelf een hype: binnen een maand had het nieuws wereldwijd in 12.500 kranten gestaan. De media werden dan ook uitgeroepen tot de grote schuldigen: CBS, omdat het de luisteraars te weinig gewaarschuwd zou hebben dat het om een fictief verhaal ging, de kranten omdat ze de situatie zouden hebben opgeklopt tot een veel grotere paniek dan werkelijk het geval was geweest.

Bijna driekwart eeuw later hebben we Project X. What’s new? Eigenlijk niet zoveel: ook nu was sprake van een heftige respons op een simpele stimulus via een medium (dit keer geen radio, maar een uitnodiging gone wrong op Facebook), ook hier was sprake van paniek (maar dan vooral bij de gemeente Haren) en werd de (te verwachten) opkomst gehyped door de media (van de zestien miljoen mensen die ervan wisten, kwamen er slechts drie- tot vijfduizend daadwerkelijk naar Haren) en ook nu werden de media veroordeeld wegens stemmingmakerij.

Toch zijn er ook verschillen: in 1938 was er nog niet eens tv, laat staan internet. Het nieuws had destijds nog een maand nodig om alle uithoeken van de wereld te bereiken, nu is nieuws via Twitter binnen een paar minuten mondiaal bekend. In plaats van achteraf registrerend, zijn media dus realtime en daarmee gedragsbeïnvloedend en escalerend geworden, zowel in positieve als negatieve zin. De social media – een benaming die extra betekenis kreeg tijdens de Arabische lente, waar opstandelingen zich verenigden via Twitter en Facebook – blijken met hetzelfde gemak ook als a-social media door het leven te kunnen gaan. In Haren werden ze immers misbruikt door vandalen en relschoppers. Diezelfde transparantie kan echter ook helpen bij het managen en communiceren van een dreigende crisis. Daarom: de lessen uit Project X, ofte wel een nieuwe communicatieklassieker. Geanalyseerd en geduid door een gelegenheidscommissie, bestaande uit Bartho Boer, hoofd bestuursvoorlichting van de Gemeente Amsterdam, Piet Hein Coebergh, lector en docent PR & Social Media aan de Hogeschool Leiden en partner bij Coebergh PR, communicatie-expert Hans Siepel en onze eigen Danny Mekic’, onder anderen werkzaam voor de Politie, FIOD, Belastingdienst en diverse Ministeries en als internetexpert gespecialiseerd in crowd control en massamobilisatie.

1. Geen paniek!

Voetbalvandalen, uit de hand gelopen, illegale housefeesten of de kermisrelletjes van vroeger: relschoppers blijven relschoppers, alleen hun podium wisselt met de jaren. ‘Hooliganism is niets nieuws, dat verschijnsel kenden we allang’, aldus socialmediaspecialist Piet Hein Coebergh. De autoriteiten in Haren raakten echter in paniek door de rol die Facebook en Twitter daarbij speelden. Maar wat blijft er over wanneer het project X-‘feestje’ wordt ontdaan van die ‘digitale steroïden’ (Coebergh)? ‘De gemeente Haren heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat dit niets anders was dan een traditioneel vraagstuk van openbare orde’, aldus internetexpert Danny Mekic . En met dat bijltje hebben ze al zo vaak gehakt. ‘Maar door hun onbekendheid met social media ontstond een schrikeffect.’

2. Know thy social media

Burgemeester Bats van Haren kreeg dertien dagen voor de rellen een telefoontje van zijn 18-jarige zoon: ‘Pap, je krijgt een feest in Haren.’ Zoonlief had het gezien op Facebook, waar de bewust niet twitterende burgemeester alleen op zat om zijn kinderen te volgen. ‘Je hoort als burgemeester te weten uit welke hoek gevaar dreigt’, aldus Coebergh. ‘Dus moet je op de hoogte zijn van een film als Project X en je weg weten in de jeugdcultuur. Daarvoor hoef je je niet in de krochten van de social media te begeven, je kunt beginnen met Geenstijl.’ Toch is het ook handig als autoriteiten leren hoe een Facebook-uitnodiging werkt, om het brandje zo voortijdig te kunnen uittrappen, aldus Mekic. ‘Bij de begrafenis van Michael Jackson gaven 20 miljoen mensen op Facebook aan dat ze zouden komen. Maar uiteindelijk kwam slechts een fractie daarvan. De gemeente Haren had het effect nog verder kunnen indammen door de klaarliggende noodverordening meteen in werking te laten treden en Facebook zo te dwingen het event te verwijderen. Op die manier voorkom je dat Facebook de standaardreminder verstuurt, kunnen mensen niet meer linken naar het event en kun je mensen die aangeven tóch te gaan, een bericht sturen dat het is afgeblazen.’ Maar dan moet je wel over expertise in internetcommunicatie beschikken. Die hebben de autoriteiten vaak nog niet, aldus Mekic . ‘Er werd voorgesteld Whatsapp en Ping in Haren af te sluiten, net als in Athene, maar er was niet eens bereik!’ Communicatieprofessionals moeten die expertise dan ook naar binnen helpen brengen, vindt hij. ‘Project X onderstreept maar weer eens dat de social media een cruciale rol spelen bij crisiscommunicatie. Wacht niet tot die crisis er ineens is.’ Bij de samenstelling van de commissie-Cohen, die de situatie in Haren gaat onderzoeken, ziet hij dezelfde omissie: ‘Waarom zet je niet iemand aan het roer die verstand heeft van social media? Wij jongeren zouden trouwens ook geen zes maanden doen over dat onderzoek.’

3. Gooi geen olie op het vuur

Het op Facebook begonnen vuurtje door de lucifer van Merthe begon zich pas echt te verspreiden toen het werd aangeblazen door de traditionele media. Het Facebook-bericht bereikte aanvankelijk maar zo’n 10.000 mensen en er werden slechts een paar duizend tweets verstuurd. Pas twee dagen voor D-day explodeerde het, door alle media-aandacht. Die media werden constant gevoed door spannende berichten van de gemeente Haren – bijvoorbeeld over het weghalen van straatnaamborden –, die mensen eerder uitdaagden dan afschrikten. ‘Je moet geen olie op het vuur gooien door meteen te gaan roepen dat er een noodverordening klaarligt of er een peloton ME klaarstaat’, aldus Bartho Boer, hoofd bestuursvoorlichting van de gemeente Amsterdam, waar ook een Project X werd aangekondigd. ‘Dan creëer je een roze olifant, waar mensen juist op afkomen. Bovendien moet je oppassen dat je zo’n event met communicatie gaat “witten”, statuur geeft.’ Ook Mekic is van mening dat er pas gecommuniceerd moet worden over een noodverordening (én de handhaving daarvan) als het fout dreigt te gaan. ‘En dan liefst eenmalig en niet dagelijks in allerlei live tv-shows en burgerbijeenkomsten, waardoor er alleen maar meer zuurstof bij het bermbrandje komt.’

4. Kies voor een gefaseerde aanpak

In die eerste fase had de gemeente Haren Project X dus zo klein mogelijk moeten houden. Verder had er volgens Mekic alvast gestructureerd nagedacht moeten worden over de communicatie en de inzet van social media tijdens de week voor het ‘feest’ (fase 2: één mediamoment kiezen, rest radiostilte), op de dag zelf (fase 3: internet en social media monitoren, strakke aanpak) en de periode na het feest (fase 4: opsporen verdachten en een bericht naar de no show: ‘Nu zie je waar dit op uitdraaide’). Ook Boer benadrukt het belang van een gefaseerde aanpak. ‘Eerst zorgen dat zo’n evenement niet onnodig groot wordt en voortdurend vinger aan de pols houden. Pas als je een kantelpunt bereikt en het toch een grote bijeenkomst wordt, haal je de noodmaatregelen uit de kast, zoals een wapen- of alcoholverbod en stel je een norm door consequent te vertellen dat mensen niet welkom zijn. Vervolgens vertel je ook waarom je die norm stelt: “Anders wordt het een knokpartij.” In Haren liepen die twee fasen tot het laatste moment door elkaar heen.’

5. Voorkom verwarring door onduidelijke communicatie: boodschapdiscipline!

Alle ‘nieuwe’ media ten spijt, kenmerkte Project X in Haren zich dan ook vooral door een klassieke communicatiefout, benadrukken alle commissieleden: geen eenduidige boodschap. Eerst werd gezegd dat er geen feest zou komen, daarna waren er geruchten over een alternatief feest, en vervolgens werd toch maar een voetbalveld gereserveerd. ‘De gemeente Haren had eerst een omgevingsanalyse moeten doen’, aldus Hans Siepel. ‘Wilden de inwoners wel of niet een feest? Geen feest? Dan had dat rolvaster en strakker gecommuniceerd moeten worden. Je moet je als gemeente woordvoerder van de belanghebbenden maken.’ Als die boodschap onvoldoende gehoord wordt, moet hoger ingeschakeld worden, aldus Siepel. Via de media, maar ook via de eigen platforms. ‘De meeste autoriteiten zijn te sterk op alleen media georiënteerd’. Terwijl het bij crisiscommunicatie vooral om drie dingen gaat: publieksinformatie (wat is er aan de hand?), schadebeperking (instructies als: sluit ramen en deuren) en betekenisgeving (de burgemeester die woorden geeft aan de collectieve emotie). Ook Coebergh laakt de dubbelhartige. ‘Je proefde de twijfel van de gemeente Haren. Dan gaat het glijden: er ontstond verwarring en dat effect werd door de social media vervolgens enorm uitvergroot. stond verwarring en dat effect werd door de social media vervolgens enorm uitvergroot.’ Boer: ‘Op de dag zelf zei de burgemeester nog te hopen op “een ludieke avond!”’

6. Zorg voor een goede informatiepositie

Crisismanagement en -communicatie staat of valt in elke fase met een goede informatiepositie. ‘Vroeger was de woordvoerder de koning van het vak, nu de informatieanalist’, volgens Siepel. ‘Die brengt het beeld van buiten naar binnen: aan welke informatie is behoefte, welk gedrag laten mensen zien, luisteren ze wel?’ De social media spelen een belangrijke rol bij die informatiepositie. De gemeente Amsterdam zette het eigen webcareteam in en hield daarnaast contact met de informatiedeskundigen van de politie, die constant de bewegingen op internet volgden. Mekic had de week voor het event drie alerts uitstaan: ‘Project X’, ‘Merthe’ en ‘Haren’, en kon zo de groeiende dynamiek tussen social en traditionele media volgen. ‘Als de informatiepositie beter was geweest, had de gemeente Haren sneller en gerichter kunnen de-escaleren.’

7. Gebruik de social media zelf als katapult

Internet, Facebook en Twitter worden verguisd vanwege hun rol in de Project X-rellen, maar vormen tegelijkertijd een zegen. ‘Geen stiekeme briefjes of geheime sms’jes, waardoor er ineens vierduizend man voor je neus staan, alles lag voor het grijpen’, aldus Mekic . Kroniek van een aangekondigd rel dus. ‘Die openheid is een groot voordeel’, vindt ook Boer. ‘We hebben rechtstreeks contact kunnen zoeken met de mensen die een Project X-feest op de Amsterdamse grachten wilden organiseren. Gelukkig kwamen die zelf ook tot de conclusie dat dat niet handig zou zijn.’ Coebergh waarschuwt wel voor een juridisch vacuüm rond het opsporen en benaderen van mensen via internet of Twitter, net als bij het controleren of afsluiten van digitale communicatienetwerken. ‘Maar afgezien daarvan vormen de social media een fascinerend instrument om te volgen hoe de massa zowel fysiek als mentaal in beweging is.’ De overheid kan die kracht meer aanwenden in haar eigen voordeel, vindt ook Siepel. ‘Je kunt de behoeften van inwoners en andere belanghebbenden beter in kaart brengen, mensen sneller mobiliseren en toewerken naar nieuwe machtsverhoudingen tussen politiek en burger.’

8. Regel (en handhaaf!) openbare orde

Een dreigende crisissituatie als Project X laat zich niet alleen met communicatie oplossen. Als vraagstuk van openbare orde vereist het eerst en vooral concrete maatregelen als een noodverordening, samenscholingsverbod en een alcohol- of wapenverbod. ‘Er wordt zo makkelijk gezegd: “Goede communicatie had de rellen in Haren kunnen voorkomen.” Ja, m’n neus’, smaalt Boer. ‘Natuurlijk kan communicatie helpen voorkomen dat de situatie escaleert, maar een crisisdraaiboek begint met een inhoudelijke voorbereiding met het openbaar ministerie, het stadhuis en de politie. Die maatregelen moet je vervolgens strak communiceren. Desondanks kan hier met twintig tot dertig manifestaties per maand ook wel eens iets uit de hand lopen.’ Maar goed handhaven scheelt al veel, iets wat in Haren niet gebeurde. ‘Op de avond zelf zag je jongeren op live stream gewoon bier drinken. Daar had ingegrepen moeten worden’, aldus Mekic. ‘En waarom stopte die trein eigenlijk in Haren?’

9. Laat de burgemeester zichtbaar zijn

Na Project X kwam er veel kritiek op burgemeester Bats. Hij zou de situatie hebben onderschat, te laat in actie zijn gekomen en te weinig zichtbaar zijn geweest. Coerbergh is het niet eens met de kritiek: ‘Natuurlijk hebben burgemeesters een boegbeeldfunctie. Maar moeten we daarom de burgemeester van Haren gaan afslachten omdat hij klungelig deed? Kom op zeg, het land is niet vergaan. Dit waren geen rellen à la Parijs of Londen, het was vooral sensatie.’ Ook Siepel relativeert: ‘Na de rellen was de crisiscommunicatie in Haren uitstekend. De inwoners hebben een brief gehad en de burgemeester heeft zich het vuur uit de sloffen gelopen en was zelf aanwezig bij bijeenkomsten met inwoners en de ondernemersvereniging. Alleen tijdens en voor het event had het anders gemoeten.’ Het is een les die Boer al lang geleerd heeft. ‘Het is elke keer weer examen doen. Je bent zo goed als je laatste event, demonstratie of Project X.’

Intermediair: Hoe meer social media op de werkvloer, hoe beter?

By Social MediaNo Comments

Deze week sprak Intermediair met NewTeam-partner Danny Mekic’ over het gebruik van sociale media op de werkvloer:

Hoe meer social media, hoe beter? Twitteren tijdens (en over) een oersaaie vergadering. Je collega’s toevoegen op Facebook. Tijdens werktijd een nieuwe baan zoeken op LinkedIn. Wat zijn eigenlijk de regels op het gebied van social media? Intermediair vroeg het internetexpert Danny Mekić.

Danny, hoe zit het nu met wel of niet gebruiken van social media onder werktijd?
“Die discussie is eigenlijk wel een beetje passé. Ik kom als internetconsultant bij veel grote bedrijven over de vloer en de vraag of ze social media toe moeten staan, is niet meer aan de orde. Je kunt er gewoon niet meer omheen. De vraag is nu: in welke mate moeten we het faciliteren en misschien zelfs promoten?”

Dus werknemers mogen gerust de hele dag op Facebook zitten?
“Dat ligt eraan waar ze het voor gebruiken. Veel werkgevers gaan ervan uit dat werknemers alleen maar met vrienden zitten te chatten. Terwijl verrassend vaak blijkt dat werknemers social media bewust en onbewust gebruiken voor hun werk. Ze praten met potentiële klanten, zoeken informatie over concurrenten en overleggen met collega’s. Maar dan wat informeler. Zie het als een nieuwe vorm van de vrijdagmiddagborrel, maar dan op dinsdagochtend.”

Maar hoe voorkom je verslaving?
“Als werknemer weet je heus wel wanneer je te ver gaat. Als je je werk leuk vindt, zit je niet de hele dag met vrienden te chatten. Maar af en toe iets voor jezelf doen, dat moet gewoon kunnen. Iedereen heeft recht op privacy, ook op het werk. Voorheen belden we dan naar huis, nu zitten we op Facebook. Voor werkgevers is het dus veel belangrijker om werknemers de vrijheid te geven om social media in te zetten voor het bedrijf. Google is met zijn ‘vrije werkuren’ natuurlijk het ultieme voorbeeld, maar een ander mooi voorbeeld is NS Hispeed. Een van hun medewerkers heeft jaren geleden in haar vrije tijd een Twitter-account aangemaakt, om zo beter met reizigers te communiceren. Zij vindt dat leuk om te doen, de reiziger krijgt betere informatie en het bedrijf een betere reputatie. Zij zorgde uiteindelijk voor het Twitter-account van NS Hispeed zoals we dat nu kennnen: iedereen blij.”

 ‘Vroeger belden we naar huis, nu zitten we op Facebook’

Verbieden heeft dus geen zin?
“Niet als je met de tijd mee wil gaan. Zelfs redelijk conservatieve branches als de advocatuur en de rechtspraak beginnen eraan te geloven. Tijdens rechtszaken zitten advocaten en publiek vaak te twitteren over de zaak. Het kan zomaar zijn dat hier informatie wordt uitgewisseld, die voor de rechter ook interessant is. Dan kun je als rechter maar beter meetwitteren.”Hoe zit het dan met privacy?“Tja, het gaat wel eens fout. Neem ambtenaren die af en toe een onhandige tweet de wereld in sturen. Als advocaat tweeten dat je bij Heineken zit voor een zaak, zal ook niet door iedereen op prijs worden gesteld. Maar de tolerantie voor blunders groeit. Net als dat je op kantoor wel eens iets stoms kan zeggen, geldt dat voor social media ook. Bedrijven doen er wel goed aan een soort draaiboek te hebben, voor als het echt fout gaat. Met een standaard persbericht, waarin ze aangeven dat het een blunder van een individuele medewerker betreft en het bedrijf daar verder afstand van neemt. Zo haal je stress weg en worden bedrijven niet te erg in verlegenheid gebracht.”

En wat als je (potentiële) werkgever pikante foto’s op Facebook vindt?
“De laatste tijd vragen mensen me steeds vaker: kan ik mijn Facebook- of LinkedIn-profiel niet beter verwijderen? Of een andere naam gebruiken? Mijn antwoord is: ‘nee’. Zoekmachines zijn tegenwoordig zo slim, dat ze je toch wel kunnen vinden. Bijvoorbeeld via vrienden die jou noemen op hun profiel. Beter is het om wel een profiel aan te maken en vervolgens je privacy-instellingen aan te passen. Gek genoeg ben je zo beter beschermd, dan als je helemaal geen profiel hebt.”

Conclusie: hoe meer social media onder werktijd, hoe beter?
“Ja, mits het slim wordt ingezet. Dus niet voor het delen van vakantiefoto’s, maar als onderdeel van het werk en de bedrijfsstrategie. Werkgevers zouden hun werknemers daar best wat meer vertrouwen in mogen geven. Niet meer hameren op werkuren, maar op output. Dat doe ik in mijn eigen bedrijf ook. Het kan me niet schelen hoeveel tijd mijn mensen op Facebook doorbrengen, als de doelen aan het eind van de week maar zijn gehaald.”

Jonge ondernemer en technologiedeskundige Danny Mekić’s verwachtingen van 2013

By Niet gecategoriseerdNo Comments

Wat verwacht jij persoonlijk van 2013?

We zijn in een economische crisis terecht gekomen, of tenminste, dat is het naampje dat de stand der wereldorde heeft meegekregen. Volgens de Van Dale betekent crisis dat we in een periode van ‘slapte en werkloosheid’ terecht zijn gekomen, of een ‘gevaarlijke toestand’. Toen het woord in 1763 ontstond werd echter vooral gedoeld op een aanwezig zijnde keerpunt, en dat lijkt ook nu weer het geval te zijn.

Gaat het nu zo slecht met de wereldeconomie of ging het jarenlang –ogenschijnlijk– te goed? De motor is oververhit geraakt: de afgelopen jaren zijn we op meerdere momenten, op verschillende manieren en op meerdere terreinen tegen de beperkingen aangelopen van ‘het systeem’, noem het de economie, waar we in gebotteld zijn. We hebben onze spieren verrekt, de motor moet afkoelen, we hebben ook geen keuze. Je zou de crisis ook een natuurlijke herverdeling kunnen noemen van vraag en aanbod, omdat de westerse wereld jarenlang in luchtkastelen heeft geleefd.

Toen ik in de rivier de Ardèche met mijn raft in een verkeerde stroming terecht kwam, sloeg hij om. Tijdens rafttrainingen wordt je geleerd geen verzet te geven aan sterke stromingen, dat verlies je toch, maar jezelf juist te beschermen en in veiligheid te brengen: proberen op je rug te blijven drijven terwijl je met je handen je hoofd beschermt. Zodra het weer wat rustiger wordt, is het juist zaak dat je met veel kracht en energie uit de verkeerde stroming probeert te zwemmen.

En dat is volgens mij precies wat mensen, maar ook de organisaties waar ik als consultant voor werk, moeten proberen te doen het komende jaar. Voor mij persoonlijk betekent dat héél erg veel lezen en onderzoeken over wat komen gaat, trends en ontwikkelingen die belangrijk zijn voor onze klanten: de stromingen in kaart brengen. En praten met de specialisten binnen de verschillende vakgebieden waar de uitdagingen voor bedrijven vandaan gaan komen, zodat we ze vanuit onze specialismen (technologie, media, communicatie, ondernemerschap en het recht) kunnen helpen voor te bereiden maar ook bij te sturen en, het liefst, optimaal te profiteren als het zover is.

Wat verwacht jij maatschappelijk van 2013?

Een van de grootste uitdagingen van het moment is de veranderende arbeidsmarkt. Het is bijna niet te bevatten wat daar nu gebeurt, omdat de verandering van zoveel verschillende kanten tegelijkertijd komt. Je kunt op twee verschillende manieren naar die arbeidsmarkt kijken: vanuit bedrijven/organisaties, en vanuit werkende (en werkzoekende) mensen. Bedrijven gaan de komende jaren steeds vaker te maken krijgen met krapte op de arbeidsmarkt, hoe gek dat ook klinkt. Alleen in Eindhoven al wordt op dit moment gezocht naar 30.000 hoogopgeleide en technisch geschoolde medewerkers, maar die zijn niet voor handen. Ook binnen groepen vakmensen zoals loodgieters zie je momenteel een grote vraag, terwijl de instroom van loodgieters al jaren minder groot aan het worden is. Die ontwikkeling zal zich over een groter geografisch gebied gaan verspreiden, maar ook andere beroepsgroepen komen aan de beurt. De crisis, of herverdeling, zal alleen vooraf gaan en dat betekent dat het komende jaar heel erg spannend wordt. Veel mensen zullen alsnog hun baan verliezen en anderen zullen het solliciteren en sollicitatiebrievenfabriceren nóg langer vol moeten houden. 2013 wordt daarom denk ik vooral het jaar van het uithoudingsvermogen. Mensen die opgeven zullen weggevoerd worden door de stroming, en niet merken wanneer het tijd is om er uit te zwemmen.

Hoe kun je zo goed mogelijk op de huidige economische situatie inspelen, als ondernemer maar ook al burger?

Het begint met twee duidelijke doelen: wat wil je het liefst bereiken?, maar ook: waar neem je genoegen mee als dat niet lukt? Het beste alternatief. Veel mensen zijn op zoek naar een baan of naar ander werk, maar als je ergens naar op zoek bent is het wel handig om het te kunnen herkennen. En om het je dus voor te kunnen stellen. Maar mijn ervaring is dat het moeilijk is om je heel precies voor te stellen hoe een fijne baan er uit ziet. En toch is het belangrijk daar een beeld of beschrijving van te hebben, waar kijk je anders naar uit?

In plaats van een drankspelletje op de vrijdagavond kun je prima met elkaar een gesprek voeren, vragen stellen, over hoe de ideale carrière van de ander er uit ziet. Welke organisaties daar bij horen. Hoe je die kunt benaderen. Wie je daarvoor moet hebben. Op school wordt je aangeleerd om te solliciteren op vacatures, maar een vacature ontstaat pas –wordt pas gepubliceerd op bijvoorbeeld een vacature website– als het het bedrijf niet lukt om de baan op een andere manier te vervullen. Het plaatsen van een vacature kost tijd en geld, dus een bedrijf zal altijd eerst proberen met bestaande contacten vrijgekomen banen op te vullen, méér dan ooit in crisistijd. Het is dus belangrijk dat je de juiste mensen leert kennen binnen jouw werkterrein, dat je goed nadenkt over waarom ze jóu een baan zouden moeten geven of, als je ondernemer bent, waarom je klanten met jóu zaken willen doen. Wat maakt jou waardevol, of hoe zorg je er voor dat je waardevol wordt? Het is niet alleen belangrijk dat je dat uitdraagt in bijvoorbeeld een sollicitatiebrief of cv, maar dat je je daar zelf ook heel erg bewust van bent. Wat maakt jou anders dan anderen die hetzelfde werk willen doen, of anders dan andere, vergelijkbare ondernemers?

Wat zijn de groeimarkten? Waar is de krimp enorm en waar kun je maar het beste weg blijven? En… klopt dat laatste wel, kan een krimpende markt niet ook interessant zijn?

Een paar van de best presterende groeimarkten zijn Kazachstan, Brazilië, Angola, Chili, Qatar, China en Hongkong en Vietnam. De middenklasse die in veel van deze economieën aan het groeien is neemt een vraag naar consumentenproducten mee, wat zorgt voor bedrijvigheid. Je ziet steeds meer jongeren kiezen voor het avontuur in het buitenland. 30.000 Nederlanders wonen en werken nu bijvoorbeeld in Silicon Valley, het technologiewalhalla van de grote Amerikaanse internetbedrijven, en hebben daar een goed leven. We weten niet wat de toekomst brengt, maar de Nederlanders die nu in Amerika wonen en werken hebben in elk geval een internationaal netwerk, en hebben al bewezen in staat te zijn zich aan te kunnen passen aan een veranderende economie. Dat zorgt voor een betere positie op de arbeidsmarkt.

Wat zijn de voordelen van een crisis?

Een crisis heeft geen voordelen. Wel biedt het meer kansen voor mensen die nog flexibel zijn op de arbeidsmarkt, voor mensen die nog omgeschoold kunnen (en willen) worden en dus in staat zijn de herverdeling, de veranderingen op de economie en in de wereld te kunnen volgen, en zo weer aansluiting te kunnen vinden op de nieuw ontstane arbeidsmarkt.

Dit interview is gepubliceerd in Penthouse

Video: Danny Mekić over privacy. “Wat is privacy?”

By BeschouwingOne Comment

Vrijdag 9 maart 2011 was NewTeam-partner Danny Mekić te gast op de Haarlemse middelbare school Het Mendelcollege, daarmee in de voeten tredende van o.a. minister Jan-Kees de Jager. Danny sprak met de leerlingen over ondernemerschap, de overheid en innovaties in het bedrijfsleven. Door de onverwachte aanwezigheid van een vleugel –Danny speelt graag piano– kwam het laatste onderwerp, privacy, te vervallen.

Danny heeft een video opgenomen voor de leerlingen van het Mendelcollege, over privacy:

Thijl rijdt medewerkers ING aan

By UncategorizedNo Comments

Thijl’s lezing voor ING-medewerkers gisteren was niet bepaald business as usual. Twee groepen van 40 formule managers call, verantwoordelijk voor het beleid in de callcenters van ING, moesten eraan geloven. Terwijl zij op het plein voor theater de Brakke Grond in Amsterdam probeerden een architectonisch vraagstuk op te lossen werden ze opgeschrikt door Thijl, die met volle snelheid op de bakfiets aan kwam scheuren.

Ze waren nog nauwelijks van de schrik bekomen toen Thijl, midden op het plein, zijn verhaal begon. Zonder beamer en microfoon en aangestaard door stonede toeristen vertelde Thijl over zijn ervaringen met banken en ging vervolgens verder in op de klantenservice van ING. Thijl analyseerde hierbij enkele ING-cases en vertelde over de kansen en valkuilen van klantenservice via nieuwe media als Facebook en Twitter. Belangrijk onderwerp was ook hoe deze middelen de verwachtingen van bellende klanten veranderen en hoe een callcenter agent hiermee om kan gaan.

Thijl besloot zijn verhaal met enkele ongevraagde adviezen over het duurzaamheidsbeleid van de bank en ging er vervolgens snel van door om op zijn bakfiets de laatste bestellingen van die dag te bezorgen.

Facebook kent geen uitgang (opiniestuk Danny Mekic’ in NRC Handelsblad)

By Nieuws uit eigen keuken, Opinie, Social MediaNo Comments

Facebook is een nutsvoorziening in wording, meent NewTeam-partner Danny Mekic’. Als het geen bemoeienis van de overheid wil, moet het zijn gebruikers centraal stellen in plaats van zijn adverteerders.

Herkent u de volgende scène? Waar was u gisteravond? Met wie was u daar? Komt deze foto, welke gisteravond op die locatie gemaakt is, u bekend voor en kunt u de mensen op de foto identificeren? Heeft u een partner? Wie is dat? Wat is uw échte en volledige naam? Op welke datum bent u geboren en in welke plaats gebeurde dat? Wie zijn uw ouders, broers en zussen, neefjes en nichtjes? Wat is uw huidige woon- en verblijfplaats?

Dit is geen politieverhoor. Dagelijks beantwoorden wereldwijd meer dan 800 miljoen mensen deze en andere persoonlijke vragen in ruil voor een hoop reacties, likes en andere vormen van sociale bevestiging op het online sociale netwerk Facebook. Vrijwillig. De internationale profielensite bedient inmiddels een achtste van de wereldbevolking en nestelt zich steeds dieper en heimelijk in de levens van honderden miljoenen mensen, zonder altijd rekening te houden met de privacy van haar gebruikers. Als het Amerikaanse bedrijf daarmee doorgaat, overstijgt het commerciële belang op den duur het publieke belang van de samenleving. Hoe moet de politiek reageren?

Het verdienmodel van Facebook (vier miljard dollar dit jaar) is – net als bij de meeste andere gratis websites – het exploiteren van online advertentieruimte. Voor de advertenties die op Facebookpagina’s worden weergegeven ontvangt Facebook een vergoeding per keer dat zo’n advertentie wordt aanklikt óf iedere 1.000 keer dat een advertentie wordt weergegeven. De tarieven om op de site te mogen adverteren, zijn ondanks de economische malaise de afgelopen 12 maanden met 74% gestegen.

Hoe beter een weergegeven advertentie aansluit op de behoefte van de consument, hoe groter de kans is dat de commerciële targets van de adverteerder worden behaald. Dankzij het vrijwillige, met spervuur aan persoonlijke vragen ingeklede politieverhoor waar Facebookgebruikers dagelijks aan worden blootgesteld, lukt het Facebook iedere dag beter om een allesomvattend beeld te krijgen van meer dan 1 op de 10 wereldburgers en te bepalen welke advertenties in opdracht van de klant, de adverteerder, worden vertoond. Facebook is beter dan welk bedrijf dan ook in staat om relevante advertenties weer te geven bij gebruikers. Dat product is de Facebookklant, de adverteerder, meer dan veel waard. Kortom, u bent het product.

Door steeds meer en steeds actuelere informatie te verzamelen over zijn gebruikers, krijgt de advertentiegigant een steeds nauwkeuriger beeld van die gebruikers. In 2006 was het nog de Facebookgebruiker die zélf zijn eigen profiel aan moest vullen. Anno 2011 vergaart Facebook het merendeel van de informatie uit de interactie met de gemiddeld 130 Facebookvrienden, en uit de analyse van de online gedragingen van de Facebookgebruiker die op, maar ook buiten Facebook.com stap voor stap wordt gevolgd. Met zo veel informatie over de gebruiker en zijn interesses is het kinderlijk eenvoudig om de juiste advertentie te tonen aan de gebruiker die het meest op de advertentieboodschap zit te wachten. Want als Bachliefhebbers in de meeste gevallen ook gek zijn op het lezen van boeken en Groenlinks-stemmende Parijsliefhebbers het liefst met de Thalys reizen naar de Lichtstad, is niet meer dan een simpele rekensom nodig om de Bol.com-advertentie te tonen aan de Bachliefhebber en de linkse kiezer te verblijden met een kortingsactie, twee minuten nadat deze met het sociale medium heeft gedeeld op zoek te zijn naar een bestemming voor een city trip.

Het gaat de databanksjacheraar al jarenlang voor de wind. Maar de situatie waarbij het grootste deel van de wereldbevolking met toegang tot internet, ook daadwerkelijk actief gebruik maakt van Facebook is in zicht, en daarmee ook het einde van de groeimogelijkheden van het huidige verdienmodel. Tenzij het de databankexploitant lukt om gebruikers nóg meer informatie te laten delen. Hoe langer een Facebookgebruiker gemiddeld rondstruint, hoe meer informatie over de gebruiker wordt verzameld. Maar ook hoe meer advertenties kunnen worden weergegeven. Meer dan ooit zullen de adverterende Facebookklanten bereid zijn te betalen voor het aan de juiste persoon tonen van hun commerciële boodschap.

Om het product van Facebook, ú dus, een geluksmomentje te bezorgen en de loyaliteit van de miljoenen gebruikers aan het platform kracht bij te zetten, werd twee weken geleden een nieuw ontwerp geïntroduceerd voor de profielpagina’s op Facebook, Timeline genaamd. Opvallend is de grote tijdslijn, waar de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de gebruiker op worden weergegeven. In plaats van iedere stad die de gebruiker heeft bezocht afzonderlijk weer te geven, kiest Facebook er nu bijvoorbeeld voor om een mooie wereldkaart te genereren waarop te zien is waar uw vriend, familielid of collega allemaal is geweest. Wanneer, met wie, en wat hij of zij daar deed.

Met Facebook Timeline is de CERN niet meer nodig om terug de tijd in te gaan: wet wie ging u om in 2011? Wat zijn de plaatsen die u bezocht hebt, en welke foto’s maakte u in Berlijn? Hoe vaak bent u met uw ex-partner naar de bioscoop gegaan en wanneer, waar en met wie heeft u Le fabuleux destin d’Amélie Poulain voor het laatst gezien? De nieuwe functionaliteiten maken het gebruik van de website leuker, en zullen de miljoenen gebruikers uitdagen om nóg meer informatie te delen. Het wordt immers automatisch gecategoriseerd en mooi weergegeven in uw online dagboek, waar vrienden, familie en al uw andere Facebookvrienden op kunnen reageren. Iedereen doet immers mee.

Het is moeilijk om Facebook te verlaten. Niet alleen zult u nooit meer in staat zijn uw online dagboek met bijbehorende likes en waardevolle reacties van vrienden en familie in te zien, ook behoudt de website zichzelf het recht toe om foto’s, berichten en andere in de loop der jaren verzamelde informatie over uw persoon te blijven gebruiken. De facto kent Facebook geen uitgang. Daar komt bij dat het belang van de sociale netwerksite dagelijks toeneemt, ook omdat bedrijven als ABN Amro, KLM en Vodafone hun online dienstverlening steeds vaker op de sociale netwerksite plaats laten vinden, en verjaardagsfeestjes en andere evenementen steeds vaker (alleen) op Facebook worden aangekondigd. Daar niet op aangesloten zijn, betekent praktisch gezien een sociaal isolement. Facebook zal alles in het werk stellen om alle internetters aangesloten te krijgen, en bij een zo groot mogelijk deel van hun sociale contacten aan te sluiten, al op zeer jonge leeftijd. U kunt immers nooit meer volledig uitstappen. In de toekomst bestellen we onze boodschappen via Facebook, vertelt de site met welk gerecht u de nieuwe vriendin van uw zoon blij kunt maken, welke stad de volgende vakantiebestemming moet worden en wat u daar zoal kunt doen. Natuurlijk op de zorgvuldig met commerciële motieven uitgezochte voorkeuren van uw beste vrienden en vriendinnen. Over niet al te lange tijd zal de samenleving het punt bereiken waarop het niet langer mogelijk is om als burger te participeren zonder het doorlopend en intensief gebruik van mobiele communicatietechnologieën, het internet en aangemeld te zijn als gebruiker bij Facebook. We praten hier over nutsvoorzieningen in wording.

Het is bijvoorbeeld bijna onmogelijk geworden om te leven zonder telefoon. Oké, u kunt gewoon geen telefoon aanschaffen, maar zult vervolgens constant bevraagd worden voor een telefoonnummer en raar worden aangekeken als u zegt: die heb ik niet. Op dezelfde manier zal het leven in de toekomst bijna onmogelijk worden zonder Facebookprofiel, zoals we eerder zagen met posterijen, het openbaar vervoer, de energievoorziening en drinkwaterleidingen. Wat met die voorzieningen gebeurde? Ze staan allen onder streng toezicht van overheden.

Net als deze nutsvoorzieningen is Facebook ook steeds meer van algemeen nut. Misschien nog wel meer dan in het verleden bij telefonie het geval was.

Dit betekent dat als Facebook niet zit te wachten op politieke bemoeienis – bijvoorbeeld duidelijkere en strengere richtlijnen voor bedrijven als Facebook die als product inbreuk maken op mensen hun privacy – ze ingrijpend iets moet veranderen aan de dienstverlening. De gebruiker en alle over de gebruiker verzamelde gegevens moet op een transparante manier centraal komen te staan, waarbij de absolute controle weer in handen van de gebruiker komt. Waarom geven de Facebooks van deze wereld de informatie eigenlijk niet terug aan de gebruiker? We hebben immers allemaal een internetmodem waar in de toekomst best een beveiligde hardeschijf op aangesloten kan worden. Dan bepalen wij weer wie wanneer wat met onze informatie mag doen. En wanneer we daar mee willen stoppen.

Maak van Facebook weer een veilige plek en geen levenslange gevangenis.

Danny Mekic’ is Strategy Director bij NewTeam

Danny Mekic’ keynote speaker TEDxYouth Amsterdam

By Nieuws uit eigen keukenNo Comments

20 november is het weer zover: Universal Children’s Day. Op die dag wordt in heel veel landen het evenement ‘TEDxYouth’. In 2010, het eerste jaar dat TEDxYouth georganiseerd werd, was dat al meteen op meer dan 80 plaatsen over de hele wereld verspreid. Ook in NEMO in Amsterdam.

Dit jaar is onze Danny Mekic’ gevraagd als keynote speaker voor dit fantastische evenement voor tieners van 12 t/m 18 jaar. Hieronder volgt de aankondiging van zijn TEDtalk:

Een ingewikkeld verhaal. Want als je je middelbare school niet af maakt, hoe kom je dan op de Universiteit van Amsterdam terecht als student Rechtsgeleerdheid, voorzitter van de juridische studentenraad en universitair docent, terwijl je daarnaast sinds je vijftiende een internetbedrijf uitbouwt? Met succes: in 2009 werd hij door het magazine Sprout van Management Team uitgeroepen tot ‘meest succesvolle jonge ondernemer van Nederland’, noemde Elsevier hem ‘een van de vijftig grootste Nederlandse talenten’ en kwam het blad Quote tot dezelfde conclusie terwijl het de mannen en vrouwen uit het bedrijfsleven werden gewaarschuwd voor zijn komst.

Zonder zijn middelbare school af te ronden, is hij op 24-jarige leeftijd een van de meest bekende internetexperts en jonge management consultants van Nederland. Dat laatste betekent dat hij bedrijven maar ook de overheid en Tweede Kamer adviseert, vooral op het gebied van technologie, media, (internet)communicatie en jongeren. Zonder zijn middelbare school afgerond te hebben werd hij toegelaten tot de Universiteit van Amsterdam als student, een jaar later als docent én werd hij verkozen als voorzitter van de studentenraad.

Volgens NRC Handelsblad is hij de meest gevraagde expert op televisie uit het bedrijfsleven, hij is regelmatig te zien in het Journaal en bij nieuwsprogramma’s zoals EenVandaag en Pownews. In 2009 werd hij uitgeroepen tot meest succesvolle jonge ondernemer van Nederland en werkt nu hard aan zijn tweede bedrijf: NewTeam, een adviesbureau gerund door twintigers én tieners! Coacht jonge mensen bij het dichter bij hun dromen komen, net als iets oudere directieleden van grote, beursgenoteerde bedrijven.

Gemiddeld geeft Danny Mekic’ (24) drie lezingen per week waarin hij normaal vertelt over internet, nieuwe media, marketing, een eigen bedrijf starten en opbouwen of wetten en regels. Maar niet op TEDxYouth. Ons vertelt hij een persoonlijk verhaal: hoe spijt en liefde kan helpen om een stap dichterbij je dromen te komen. Wat wil jij worden of doen als je later groot bent?

Na het succes van vorig jaar, vindt ook dit jaar TEDxYouth plaats in Science Center Nemo. Ben je tussen de 12 en 18 jaar, en wil je aanwezig zijn op deze dag vol inspiratie? Meld je dan aan via de TEDxYouth Amsterdam-website. Maar let op: vol=vol!

Naar de aanmeld-site.