Skip to main content
Category

Opinie

Metro: liever een moestuin dan een goudstaaf

By OpinieOne Comment

Een vastgelopen pensioenakkoord, een karige begroting: we worden doodgegooid met slecht economisch nieuws. Maar wat doe je als je in deze tijden wél een bom duiten hebt? Metro vroeg onder anderen NewTeam-partner Danny Mekic’ om advies (link).

Wat moet je in deze tijden doen met 25.000 euro?

Het grootste deel zou ik op een spaarrekening zetten: ga nooit aan de slag met het gehele bedrag dat je beschikbaar hebt. Beleggen op de beurs heeft op dit moment weinig zin, het is geen doordachte investering. Beurzen kunnen op ieder moment kelderen. Wat ik wel zou doen, is een klein bedrag van de 25.000 euro investeren in kleine startende ondernemingen: zogenaamde angel investments.

Is dit een goede tijd om te beleggen?

Ja, maar niet op de beurs. Steek bijvoorbeeld duizend euro in vijf verschillende startende ondernemingen van mensen die je kent, of in je directe omgeving. Het leuke is dat je mensen die er zelf geen geld voor hebben, maar wel veel energie en passie, kunt helpen. Je geldt blijft veilig omdat je duidelijke afspraken met de oprichter(s) maakt – de kans dat je ej geld terugziet met winst, is groot.

Is investeren in goud lucratief?

Het is leuk bedacht: iedereen die in goud zit, raadt mensen aan om in goud te investeren en maakt ondertussen dikke winsten. Maar daar ontstaat ook een bubbel, een soort overwaardering van goud. Als je geld bezit en je wilt er iets mee, doe dan liever iets maatschappelijks. Ben je een natuurfreak? Steek dan bijvoorbeeld wat geld in een duurzaam bedrijfsplan. Gebruik het om een hoger doel na te streven. Dat kan niet met investeren in goud, je hebt er eigenlijk niets aan.

Is investeren in vastgoed aan te raden?

Aan de ene kant wordt gezegd: niets is zo waardevast als steen. Maar het hangt er wel van af wáár die steen dan ligt. In Zuid-Europa koop je inmiddels een vrijstaand huis met zwembad voor 15.000 euro daar is vastgoed helemaal niet waardevast gebleken. De Nederlandse vastgoedmarkt zit nu muurvast. De vastgoedmythe berust op in het verleden behaalde resultaten. Ik denk niet dat dit het moment is om in vastgoed te stappen.

Zou je mensen aanraden in deze tijd te sparen?

Het klinkt cliché, maar de beste manier om geld te verdienen, is minder geld úit te geven. Daar hoort sparen bij. De spaarrente gaat nu omhoog, dus zet het grootste deel van zo’n bedrag op een spaarrekening.

Het is crisis bij rampensite Crisis.nl

By Actualiteiten, Onderzoek, Opinie, Social MediaNo Comments

Vandaag verscheen onderstaand opiniestuk van de hand van NewTeam-partner Danny Mekić in nrc.next (p. 19):

Het is crisis bij rampensite Crisis.nl

Een tonnen kostende website wordt weggegooid, zonder dat deze ooit goed gefunctioneerd heeft. En niemand heeft de leiding.

Sluit ramen en deuren, schakel mechanische ventilatiesystemen uit en zet radio of tv aan op de aangewezen rampenzender. In geval van een crisis of ramp heeft onze overheid een belangrijke taak in het informeren en beschermen van haar burgers. Op het moment dat er bij een brand giftige stoffen vrijkomen of er sprake is van een terroristische dreiging, is het van het grootste belang om de instructies van de veiligheidsdiensten op te volgen.

Steeds meer Nederlanders verkiezen om verschillende redenen internet boven radio en televisie voor het consumeren van informatie. Internet maakt informatie niet alleen sneller en makkelijker toegankelijk, maar ook concreter: door tijdens een ramp te vragen naar iemands postcode kunnen ook hele specifieke instructies worden verstrekt, in iedere gewenste taal. Ook het sociale aspect van internet verrijkt de informatievoorziening want tijdens een ramp kan makkelijk informatie en hulp gevonden worden bij vrienden, collega’s en buurtgenoten via sociale media als Twitter, Hyves en Facebook.

Dat sociale media een belangrijke rol kunnen spelen ten tijde van crises werd duidelijk tijdens de recente protesten in de Arabische wereld, waarbij Facebook en Twitter intensief werden gebruikt om met de buitenwereld en met mede-opstandelingen te communiceren. Het gebruik van sociale media tijdens de Arabische Lente was erg effectief als het ging om de snelheid, toegankelijkheid en impact. Tv en radio hobbelden daar structureel achteraan.

Om in Nederland aan de digitale informatiebehoefte te kunnen voldoen tijdens crisissituaties, introduceerde de Rijksoverheid in 2005 de website crisis.nl. Op de website staat te lezen dat ‘crisis.nl bij een ramp (…) wordt vervangen door een pagina met actuele informatie over de ramp’, en daarmee het digitale alternatief voor de analoge radio en tv moet vormen. Een verstandig besluit van de Rijksoverheid waarmee een belangrijke behoefte in de samenleving wordt erkend en bevredigd, als de website tenminste te bereiken is als hij wordt ingezet. Maar crisis.nl faalde al bij de officiële opening: na 500.000 bezoeken (1 op de 24 Nederlandse internetters kwam een keer langs) raakte de website overbelast. Ook werden de ontwikkelingen rondom sociale media, waar bijna alle Nederlandse internetters gebruik van maken, compleet genegeerd: het project was bij de lancering al verouderd.

Dat was zes jaar geleden en de afgelopen jaren heeft het internet grote ontwikkelingen doorgemaakt. Dat geldt echter niet voor crisis.nl, dat ook ná de lancering met problemen bleef kampen: in 2007 werd de rampensite omver geblazen toen een grote storm over ons land raasde, gedurende de recente brand in Moerdijk was de website urenlang onbereikbaar en ook tijdens de grote Amsterdam havenbrand, afgelopen februari, liet crisis.nl het afweten. Juist op cruciale momenten liet de website burgers in de steek. En van de onmisbare koppelingen met sociale media is anno 2011 nog steeds geen sprake.

Na deze en andere incidenten met de site beloofde het kabinet beterschap. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) hekelde afgelopen januari de onbereikbaarheid van de site: ,,Dat kan niet en dat moet niet. Dat gaan wij gewoon verbeteren.”

Vervolgens bleef het stil rondom het project. Om het stilzwijgen te doorbreken, diende de NOS een WOB-verzoek (Wet Openbaarheid van Bestuur) in en dat leidde tot interessante inzichten, zo bleek uit het NOS Journaal van afgelopen maandag. Uit documenten die de NOS heeft verkregen blijkt dat het consequent falende crisis.nl in de eerste drie jaar een slordige half miljoen euro te hebben gekost. Welke kosten in de jaren daarna zijn gemaakt is onduidelijk. Ook heeft de omroep geen antwoord gekregen op de vraag of de site is getest op grote aantallen bezoekers. Dat is opmerkelijk omdat in 2007 in antwoord op Kamervragen van oud-SP-parlementariër Arda Gerkens nog werd gesteld dat er regelmatig stresstesten worden uitgevoerd. De meest opmerkelijke bevinding van de omroep is misschien nog wel dat er binnen de betrokken ministeries grote onduidelijkheid blijkt te bestaan omtrent het project: betrokkenen melden dat veel afspraken niet schriftelijk zijn vastgelegd maar mondeling worden gemaakt en dat het volkomen onduidelijk is wie de leiding over het project heeft.

De crisis bij Crisis.nl lijkt compleet, nu uit niet-officieel door de NOS verkregen stukken blijkt dat er helemaal geen verbeteringen doorgevoerd gaan worden aan de website, zoals Opstelten beloofde. In plaats daarvan wordt de tonnen kostende website, zonder dat deze ooit goed gefunctioneerd heeft, weggegooid en eind dit jaar, met alle kosten van dien, vervangen door een gloednieuwe. Was het zo slecht gesteld met de site, dat deze niet verbeterd kón worden? En wordt dit het volgende falende IT-project van onze overheid, of trekt ze de stoute schoenen aan en laat ze zich onverwacht van haar innoverende kant zien?

-Danny Mekić

Beluister het opiniestuk als podcast:

Aanvullende informatie bij het opiniestuk:

Eind dit jaar wordt de vernieuwde cirsis.nl gelanceerd. Dat bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie nadat de NOS over de website berichtte.

De in 2005 gelanceerde website, die is bedoeld om burgers te informeren tijdens grote rampen, bleek niet goed te functioneren. Bij de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk was de site een uur uit de lucht. In 2007 was de site tijdens een grote storm onbereikbaar. Volgens de NOS, die inzage heeft gekregen in interne stukken van het ministerie, heeft de ontwikkeling en hosting van crisis.nl ten minste een half miljoen euro gekost.

De nieuwe website wordt volgens het ministerie stabieler en biedt ook integratie met sociale media.

Meer informatie over dit onderwerp:

Young ceo’s

By OpinieOne Comment

Dit artikel geschreven door NewTeam-partner Danny Mekić verscheen vandaag in de FD Outlook-bijlage van het Financieele Dagblad:

ROLMODEL
SCHADUWEN

Ze willen verantwoordelijkheid en zinvol werk. Hoe houd je de nieuwe jonge werknemers gemotiveerd?

Ik ken iemand die naar TomTom is overgestapt, hoewel hij in salaris achteruitging. Hij vond het werk daar leuker. Mijn generatie. Die levert makkelijk salaris in voor een baan met meer status. We hebben fundamenteel andere behoeften dan de generatie van mijn vader. Die werkte omdat hij geld moest verdienen. Mijn leeftijdsgenoten willen dat hun werk betekenis heeft. En afwisseling. En interessante mensen. En direct iets bijdragen aan een project.

Bij deze generatie zijn bedrijven met veel carrièrestappen en wisselende functies populair. Die vind je niet in de bouw, waar de carrières erg overzichtelijk zijn. Daarom gaan veel jongere bouwvakkers eruit en kiezen een loopbaan als zzp’er. Het werk is niet meer een bestemming, zoals in de tijd van mijn vader, het is een route geworden. Het moet plezier opleveren, zingeving, een goed netwerk. En liefst in één keer.

De behoefte van jongeren aan autonomie in hun werk komt voort uit het onderwijs. Een student wordt tegenwoordig beoordeeld als lid van een team én als individu. En dan kom je na je studie in een bedrijf waarin je ineens werkt voor de partner, de oudere collega, de directeur.

Wat jongeren in essentie willen, is meedoen. Bij Google mag iedere werknemer 10 à 15 procent van zijn tijd besteden aan eigen projecten. Of neem de werknemers van het Ritz-Carlton. Die krijgen allemaal, van hoog tot laag, een budget om naar eigen inzicht de service te verbeteren, of om een klant tevreden te stellen als er iets is misgegaan. Per ‘incident’ mogen ze $2000 besteden. Dat geeft enorme slagkracht om écht klantgericht te zijn. Degene die als eerste tegen een probleem aan loopt, is ook degene die het oplost.

Waar de jongste generatie juist mee worstelt, is de enorme hoeveelheid keuzes. In banen, in bedrijven, in opleidingen. Dat kan leiden tot option paralysis. Ze verlaten school met het verkeerde idee dat hun hele carrière afhangt van de keuzes die ze al op hun 18de maken. Maar wat hoogopgeleide mensen niet leren, is kiezen. De sturing van hun carrière verwachten ze juist op het werk te krijgen. Een eigen opdracht, een carrièrepad, alles moet voor ze worden uitgestippeld door een chef of door de humanresourceafdeling.

YOUNG CEO
Jongeren willen dus twee dingen die tegenstrijdig lijken. Ze willen sturing én ze willen ruimte voor een eigen inbreng. Ze willen inhoudelijke verantwoordelijkheid én hulp van het bedrijf op de carrièreladder.

Welke eisen stelt dit aan de leiders van nu? Het beste wat de relatie oude raad van bestuur nu kan doen, is de jonge werknemer erbij betrekken. Anders krijgen ze nooit een goed beeld van de buitenwereld, de veranderde sociale structuur, de technologie, de ideeën. If you can’t understand them, let them join you. Breng het jongerenvirus in de chain of command. Om de scheiding tussen de digitalen en de digibeten te doorbreken. Om rolmodellen te kweken voor andere jongeren, zodat die in het bedrijf willen blijven.

Ideaal is 30 procent jongeren in de raad van bestuur, maar geen bedrijf wil dat. Mijn oplossing is de schaduwboard. Die vergadert over dezelfde stukken en staat voor dezelfde beslissingen. Een eigen club van trendwatchers op ceo-niveau. De young ceo’s. En regel dan goede mentorafspraken. De echte cfo moet de mentor zijn van de young cfo. Zo stimuleer je kennisoverdracht. En de jongeren krijgen makkelijker feedback of klachten van jonge medewerkers, die anders nooit de top zouden bereiken.

Maar het begint allemaal bij de vacatures. Die worden nu alleen nog beschreven als een functie, eventueel met een auto. Weinig jongeren voelen zich aangesproken door de vacatures op Monsterboard, het Funda van de banenmarkt, ook al moeten ze er genoegen mee nemen. Ze solliciteren eigenlijk op een baan die ze niet willen. Recruiters moeten dat functiedenken verlaten en proberen mensen aan te spreken met een carrièreperspectief.

Communicatie na vliegramp vertoonde gebreken

By OpinieNo Comments

Door Sietse Bakker:

De hulpverlening kwam na de crash van Turkish Airlines vlucht 1951, woensdagochtend op Schiphol, snel op gang en werd voor zover bekend terecht geprezen. Dit in schril contrast met de communicatie in de eerste uren na het fatale ongeluk, die ernstige gebreken vertoonde. Wachtende familieleden van de passagiers moesten uren lang op officiele informatie wachten en lieten zich vooral inlichten door Nederlandse en Turkse media, die op hun beurt weinig feitelijke informatie tot hun beschikking hadden. Ook blunderde de overheid met het crisisnummer 0800-1351, dat niet in gebruik bleek nadat het Ministerie van Binnenlandse Zaken aankondigde dat via deze lijn informatie over de ramp kon worden opgevraagd. Een analyse van een bewogen dag.

Om 10:31:33 begint het P2000-systeem van de regio Kennemerland een stroom van berichten uit te zenden. De hulpdiensten spreken van een VOS-6, oftewel Vliegtuig Ongeval Schiphol met 50 tot 250 betrokken passagiers. Enkele minuten later wordt gesproken van een incident op GRIP3-niveau. Bestuurlijke coördinatie vindt nu op regionaal niveau plaats. In normale taal; een Boeing 737-800 van Turkish Airlines met aan boord 134 mensen is enkele honderden meters voor de Polderbaan uit de lucht gevallen. De gevolgen van de crash zullen invloed hebben op de gehele regio.

Binnen een kwartier staan de landelijke media op scherp. Op basis van ooggetuigenverslagen en informatie van de hulpdiensten wordt geprobeerd een duidelijk beeld te krijgen van de omvang van de ramp. Bij gebrek aan nieuwe informatie citeren Nederlandse media het eerste uur de Turkse media, die over meer informatie lijken te beschikken. Terwijl verslaggevers van de NOS en RTL onderweg zijn naar de ramp-plek, doen overlevenden via hun mobiele telefoon live verslag van wat er gebeurt op de Turkse televisie.

Before hanging up

Om 11:45 uur citeren diverse Nederlandse media een woordvoerder van de luchthaven Schiphol, die CNN te woord stond. “Some passengers are dead, some are injured and some are alive, a spokesman from the airport’s press office said over the telephone before hanging up.” De korte impressie komt rommelig over, de communicatie onprofessioneel. Ondertussen is de website Schiphol.nl onbereikbaar. Pas anderhalf uur na het ongeluk is de website weer op te vragen, en staat er slechts een korte notificatie van het ongeluk op de voorpagina.

Om iets over twaalf reageert het eerste Nederlandse overheidsorgaan. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding laat weten dat het “geen aanslag betreft.” Tien minuten later wordt een persconferentie aangekondigd, die om 13:00 uur moet aanvangen. Kort daarop wordt bekend dat de persconferentie naar 13:30 wordt verschoven, drie uur na de crash. Enkele dagen later zou loco-burgemeester Bezuijen tegen het NRC Handelsblad zeggen dat de communicatie-afdeling van Schiphol “tegen 12:00 uur aandrong op een persconferentie,” suggererende dat deze standaard geen onderdeel uitmaakt van het crisisplan van de luchthaven.

Inactief

Om 12:55 uur doen media verslag van de opening van het nummer 0800-1351 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waar verontruste burgers en familieleden van passagiers terecht kunnen met hun vragen. Het nummer blijkt niet te werken. “U bent verbonden met het nationale crisisnummer. Dit nummer is op dit moment inactief,” klinkt een vrouwenstem. Tegelijkertijd blijkt de Engelse versie van de website Schiphol.nl nog altijd niet bereikbaar.

Het is 13:14 uur als Schiphol-woordvoerder Mirjam Snoerwang telefonisch de NOS te woord staat. Ze beschikt niet over nieuwe informatie en maakt een gestreste indruk. Ik vind het moeilijk om haar optreden te beoordelen. Enerzijds is goed te begrijpen dat een dergelijk incident ook op luchthavenmedewerkers een diepe indruk moet achterlaten en dat de druk opeens enorm hoog is, anderzijds mag verwacht worden dat juist wanneer er sprake is van een crisis, het afgestofte crisiscommunicatieplan geroutineerd wordt afgewerkt.

Een kwartier later meldt RTL dat Minister Cramer van Milieu haar werkbezoek aan Rotterdam afzegt in verband met de crash. “Premier Balkenende lijkt wel… tsja… spoorloos,” zegt de verslaggever. Terwijl de persconferentie op Schiphol begint – het is inmiddels 13:35 uur, openen Schiphol en de Gemeente Haarlemmermeer een – werkend! – informatienummer.

Chaotische persconferentie

De persconferentie verloopt chaotisch. Slechts één van de vijf personen die hun werk hebben neergelegd om achter de tafel plaats te nemen komt aan het woord. Loco-burgemeester Bezuijen van de Haarlemmermeer doet verslag van het aantal doden en gewonden, en maakt daarbij een pijnlijke misser; “Uiteraard willen wij (…) ons medeleven betuigen met de mensen die zijn omgekomen,” zegt hij. De vragen van journalisten kunnen geen van allen beantwoord worden. Een moderator ontbreekt, waardoor de persconferentie een zeer rommelige indruk geeft. Het ligt bijna voor de hand dat betrouwbare en gedetailleerde informatie op dit punt nog niet voorhanden is. Daarmee rekening houdend had het vragenrondje wellicht beter kunnen worden benut, bijvoorbeeld door kort iets te zeggen over de hulpverleningsprocedures die in gang zijn gezet.

Tegelijkertijd – we spreken ruim drie uur na de ramp waarbij negen dodelijke slachtoffers te betreuren zijn – verschijnt op de website Regering.nl een eerste officiële verklaring van Minister Eurlings, namens het kabinet.

Gebrekkige informatie voor wachtende familieleden

Ondertussen zijn ophalers van passagiers, waaronder vrienden en familieleden, overgebracht naar sportcentrum De Wildenhorst in Badhoevedorp. Daar wachten zij in spanning op dat wat komen gaat. Koffie, broodjes en mobiele toiletten (?) worden aangerukt, enkele psychologische hulpverleners staan ter beschikking. Later zullen landelijke media uitgebreid verslag doen van de enorme frustratie die de wachtenden moeten ondergaan. Terwijl nieuws omtrent het ongeluk en de slachtoffers wereldkundig wordt gemaakt tijdens een persconferentie, tasten de aanwezigen in de sporthal in het duister. “Ik ben hier al vijf uur ofzo en ik heb nog niemand van een overheidsinstantie gezien die mij is komen vertellen wat er is gebeurd,” zegt één van hen terwijl hij de sporthal verlaat. “Mensen binnen moeten het doen met hun mobieltjes en krijgen meer informatie van familie in Turkije die naar de televisie kijkt dan van voorlichters hier.” Het zou nog uren duren voordat duidelijk werd wie van de slachtoffers in welk ziekenhuis werd behandeld en waaraan.

Aan het werk!

Dat hulpverleningsdiensten uitstekend en adequaat hebben gehandeld is een diepe buiging waard. Dat hulpverlening de eerste prioriteit moet zijn, staat buiten kijf. Anderzijds mag worden verwacht dat de betrokken communicatieprofessionals juist in de context van een crisis adequaat en professioneel optreden. Bezuijen zei over enkele missers in het NRC Handelsblad van zaterdag 28 februari: “Er zijn altijd dingen die beter kunnen.” Gebrekkige woordvoering, lange radiostilte van de overheid, een niet werkend informatienummer, een chaotische persconferentie, een niet functionerende website en – veel erger – zeer beperkte informatievoorziening richting wachtende familieleden die willen weten hoe hun geliefden eraan toe zijn; dat had inderdaad anders gekund. Dat is, erken ik, makkelijk gezegd vanachter mijn laptop, mezelf realiserend dat nagenoeg elk crisiscommunicatieplan bij uitvoering in de praktijk gebreken en verbeterpunten blijkt te hebben. De gebeurtenissen van woensdag herinneren ons aan de vraag of de overheid en andere belangrijke spelers binnen de Nederlandse maatschappij hun (crisis)communicatieplannen op orde hebben. Wie herinnert zich nog de lancering van Crisis.nl, waarbij de website overbelast raakte vanwege de grote toestroom van bezoekers. Mijn advies voor iedereen die zo’n plan in de kast heeft staan: Loop het met alle betrokkenen nog eens goed door en laat daarbij meer dan genoeg ruimte om te brainstormen over mogelijke scenario’s. Voor wie zo’n plan niet heeft: Aan het werk!

Artikel met medewerking van Danny Mekic’, Sharon Kroes en Marieke Duijts.

 

Sociale Media in 2009

By Actualiteiten, Innovatie, OpinieNo Comments

Het was het jaar van Twitter, van social media als Linkedin en Facebook. Handige tools die we goed hebben leren kennen. Waar het heen gaat? Penthouse nodigde internetpionier Danny Mekic’ uit om dat te komen vertellen.

Dit artikel is geschreven door John van Schagen en gepubliceerd in de Penthouse van december 2009.

Terug naar het jaar 1999. U had waarschijnlijk net voor het eerst een mobiele telefoon op zak. Herinnert u zich dat apparaat nog? Een koelkast! Zwart en grijze letters op het scherm met functies die lang niet altijd even makkelijk in het gebruik waren. Ach, u lacht er inmiddels om. Diezelfde gedachten borrelen waarschijnlijk op wanneer we in 2019 terugdenken aan de tijd waarin Twitteren en Linkedin een decennium eerder hun intrede hadden gedaan. Toen, in 2009, moest u op het beeldscherm nog een compleet inschrijfformulier invullen om lid te worden van Hyves, om daarna exact dezelfde vragen te beantwoorden voor een account op MySpace. Twitter en Facebook waren nog twee werelden apart en via e-mail werd u voortdurend bestookt met allerlei productaanbiedingen. Voor meer dan de helft van de Nederlanders was internet op de mobiele telefoon nog toekomstmuziek. Dat was toen, dat was 2009.

Dat platforms als Hyves, Facebook, MySpace en Twitter in opmars zijn, is dit jaar wel duidelijk geworden. Vraag is nu alleen: waar gaan we naartoe? De ontwikkelingen stapelen zich in rap tempo op, maar weinig mensen die echt lijken te weten hoe de eerste, tweede en derde haltes hierna eruit zien. Internetexpert Danny Mekic’, CEO van Domeinbalie.nl en consultant, trekt die toekomstgordijnen speciaal voor Penthouse omhoog. Hij ziet in de huidige opmars van sociale netwerksites grote gelijkenissen met de manier waarop eerdere digitale revoluties zich afspeelden. Om te beginnen met de opmars van het internet zelf. “Mensen zeiden in die beginperiode nog: ik ga vanmiddag internetten. Dat was nog de tijd van easyInternetcafés in Amsterdam, waar je tegen betaling van drie gulden een half uur minuten online was. Die zelfstandige activiteit is inmiddels volledig geïncorporeerd in de levens van mensen. Men denkt daar niet meer over na. Internetten gebeurt voortdurend en overal. Thuis, op het werk en in de trein. Hetzelfde zag je daarna gebeuren met e-mail. In het begin was dat een losse activiteit. Zo van: ik ga vanmiddag de berichten van de afgelopen drie dagen in mijn mailbox beantwoorden. Inmiddels werkt dat niet meer zo en is e-mailen volledig ingeburgerd in het dagelijks leven. Diezelfde ontwikkeling zie je nu heel duidelijk bij social media. Nu klinkt nog: ik ga vanmiddag mijn Linkedin-profiel aanpassen. Dat is een op zichzelf staande activiteit. De grote uitdaging waar aanbieders van social media voor staan, is om deze activiteit een plek te geven in het dagelijkse leven van mensen. Volledige integratie dus, net als eerder bij internet en e-mail gebeurde.”

Het antwoord op die kwestie? De mobiele telefoon! Volgens Mekic’ ligt daar de sleutel tot succes. “Toch verloopt de vertaalslag van social media naar het alledaagse leven moeizamer dan je destijds bij e-mail zag. Als gebruiker koop je een BlackBerry en kun je mailen. Dat komt omdat we bij e-mail werken met standaard protocollen waardoor de verschillende aanbieders met elkaar kunnen communiceren. Dat is bij social media nog niet het geval. Op Hyves kun je sinds kort al wel je Twitter-account updaten. En pas je je Hyves-profiel aan, dan worden die wijzigingen ook doorgevoerd op Facebook. Die kant moeten we op.” Naast uw mobiele telefoon is er nóg een ontwikkeling die de opmars van sociale netwerksites in uw leven een flinke boost kan geven. Social media op drukbezochte toplocaties als de Heineken Music Hall en Sportpaleis Ahoy’. Waarom richten we op die plekken niet een hoek in waar social media wordt vertegenwoordigd?, vraagt Mekic’ zich openlijk af. “Een Hyves-portaal in de Amsterdam Arena bijvoorbeeld. Concertgangers worden op die manier uitgedaagd om social media onderdeel te maken van hun eigen beleving. Je kunt op zo’n portal dan tekstberichten toevoegen, maar ook snel even kijken of er nog mensen binnen zijn die je kent. Dat is toch fantastisch? Een andere voorbeeld: stel nou dat je vanavond met KLM naar Miami vliegt. Doorgaans zijn dat lange en saaie vluchten, want contacten leggen in het vliegtuig blijkt nu eenmaal heel lastig. Hoe mooi zou het zijn wanneer ik op Facebook vermeld dat ik deze vlucht neem en vervolgens een lijstje met medepassagiers krijg voorgeschoteld die mijn interesses delen? Maken we dit soort vertaalslagen, dan heeft social media het in zich om net zo groot te worden als e-mail.”

Media zaaien paniek omtrent nieuwe griepvirus

By OpinieNo Comments

Door: Sietse Bakker

Media zaaien wat mij betreft onnodig veel paniek omtrent het nieuwe griepvirus H1N1, ook wel Mexicaanse- of Nieuwe Griep genoemd. Gisteren kopten kranten groot “Tiener overleden door Mexicaanse griep”. Op zichzelf natúúrlijk tragisch en verdrietig nieuws. Tussen de regels door wordt echter vermeld dat de jongen al “ernstig ziek was”. Maar helaas, de toon is al gezet… (zie ook Communicatie Poll rechterkolom homepage)

Zowel bij de koppensnellers als bij hen die de essentie van het bericht niet voldoende tot zich door laten dringen dragen dergelijke headlines bij aan onterecht groot onbehagen, en hebben nauwelijks tot geen voorlichtende waarde, laat staan dat dergelijke koppen preventie in de hand werken. Natuurlijk heeft de lezer een zekere mate van verplichting naar zichzelf om zich goed te laten voorlichten – “dan moet je maar beter lezen!” – maar dat is meer utopie dan realiteit.

Elk jaar overlijden er mensen door griep, waarbij het slechts zelden de griep alleen is die iemand fataal wordt. Ook in dit geval overleed de betreffende jongeman omdat hij al ernstig ziek was en toen werd geconfronteerd met de nieuwe griep. Is hij dan overleden door de griep, of door de combinatie van zijn al aanwezige ziekte en de griep? Dergelijke koppen wekken echter de illusie dat de nieuwe griep op zichzelf dodelijk is. Als (hoofd)redacteur had ik gekozen voor een wat meer getrouwe presentatie van de feiten: “Ernstig zieke jongen overlijdt na griep-besmetting” of “Mexicaanse griep wordt ernstig zieke jongen fataal”. Oh maar, wacht… dan is het opeens niet zulk interessant nieuws meer, omdat nagenoeg alle fatale griep-gevallen complicatie-gevallen zijn.

Iemand had de nieuwe griep en is toen overleden, dus is hij overleden door de griep… Of, zoals Marcel van Dam ooit zei: “Ik pas in mijn jas, mijn jas past in mijn tas, dus ik pas in mijn tas.”

Besef, voorlichting en waarheidsgetrouwe verslaggeving… Ja! Paniek zaaien? Nee.

Huisstijl GGZ in hoofdstedelijke regio op de schop

By OpinieNo Comments

Door Sietse Bakker:

Toonaangevende psychische hulp binnen handbereik. Dat is het motto van GGZ inGeest – de klemtoon op in – dat ontstaan is na een fusie van GGZ Buitenamstel en De Geestgronden. Bij de nieuwe organisatie, die samen met het VU Medisch Centrum haar activiteiten ontplooit in de regio Amsterdam, werken zo’n 2300 mensen. Vorige week werden de nieuwe naam en huisstijl extern gepresenteerd. Marieke Duijts, communicatie-assistent bij GGZ inGeest, nodigde mij uit voor een kijkje in de keuken.

De nieuwe naam is even wennen, maar komt tegelijkertijd eigentijds en fris over. “De nieuwe naam zegt eigenlijk precies wat we doen,” vertelt Duijts. “Inlevingsvermogen in de patiënt is cruciaal. Dat besef ligt diep verankerd in onze nieuwe naam, die behoorlijk onderscheidend is ten opzichte van andere aanbieders.”

Implementatie vaak onderschat
Het complete implementatieproces van de nieuwe naam en bijbehorende huisstijl heeft zo’n anderhalf jaar geduurd. Identity-bureau Eden tekende voor het nieuwe gezicht en de vernieuwde communicatiemiddelen. “Men onderschat vaak wat er allemaal komt kijken bij de implementatie van een nieuwe huisstijl,” legt Duijts uit. “In een organisatie waarin bijna 2300 mensen werken wordt elke beslissing gewogen op een goudschaaltje. Onze grootste uitdaging was het goed informeren van onze eigen mensen, zonder dat de nieuwe naam en huisstijl extern zouden worden gecommuniceerd. Nu zowel de naam als de nieuwe huisstijl officieel zijn doorgevoerd, is het juist weer cruciaal om consistent de nieuwe naam te gebruiken,” benadrukt ze.

GGZ inGeest lanceerde met de nieuwe naam en nieuwe huisstijl ook een vernieuwde website.

“Eerst intern op orde”
Het is verre van ongebruikelijk dat een huisstijl-operatie wordt onderschat. Vaak is het besef van consistente communicatie wel aanwezig bij de direct betrokken medewerkers, maar nemen werknemers het in de eerste periode na een huisstijl-operatie niet zo nauw met de nieuwe regels. Oud briefpapier “kan nog wel even worden gebruikt”, en wat betreft de visitekaartjes met het oude logo: “Het telefoonnummer klopt toch nog?” Zelfs binnen kleine organisaties kan het doorvoeren van een nieuwe huisstijl op een ramp uitlopen. Briefpapier vervangen is makkelijk, de nieuwe identiteit in de hoofden van de mensen verankeren is dat allerminst. Bij GGZ inGeest waren ze zich daar goed van bewust. Daarom is de nieuwe huisstijl vlak voor de feestdagen feestelijk gelanceerd, en wordt alles in zo kort mogelijke tijd vervangen. Duijts: “We hebben ervoor gezorgd dat we de zaken eerst intern op orde hebben.”

Nederland en OS 2028 vooral communicatie-uitdaging

By OpinieNo Comments

De discussie omtrent het binnenhalen van de Olympische Spelen van 2028 heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. André Bolhuis, namens het NOC-NSF verantwoordelijk voor het Olympisch Plan 2028 (OP28), zei eerder deze week: “Het Olympisch Plan werd tijdens de troonrede zelfs door de Koningin uitgesproken. Dat was geweldig. Onze volgende stap maken wij op drie december als onze plannen aan premier Balkenende worden gepresenteerd.” Dat laatste zal van kinderlijke eenvoud zijn, in vergelijking met de gigantische uitdaging waar het NOC-NSF het komende decennium voor staat: de bevolking warm laten lopen.

In Londen is men recent weer aan het twijfelen geslagen. Verschil met de voorgenomen kandidaatstelling van Nederland is dat Londen de Spelen al ‘in the pocket’ heeft. “Hadden we het maar geweten (dat er een economische crisis zou toeslaan, red), dan hadden we onszelf nooit voor de Spelen van 2012 kandidaat gesteld,” zou de verantwoordelijk minister hebben toevertrouwd aan een groepje insiders. Crisis of niet, de Spelen van 2012 moeten doorgaan.

2028 ligt gelukkig nog ver voor ons. Een aantal prominente Nederlanders, onder wie de Prins van Oranje en Erica Terpstra, maken zich sterk voor het binnenhalen van de Spelen, precies 100 jaar nadat de eer Amsterdam al eens ten deel viel. Hoewel een officiële kandidaatstelling nog moet plaatsvinden – dat zou pas over een jaar of 15 zijn – zou dit niet de eerste keer zijn dat Nederland een tweede Olympiade wil binnenslepen. In de jaren ‘80 was Amsterdam opnieuw kandidaat, dit keer voor de Spelen van 1992. De hoofdstad ging roemloos ten onder, viel al in de eerste stemronde af en Barcelona streek met de eer.

Over de oorzaak van het falen in de aanloop naar de Spelen van ‘92 werd lang gespeculeerd. Critici weten het verlies aan de sterke maatschappelijke anti-beweging en de geringe moeite die het comité had gedaan om de bevolking enthousiast te krijgen. Nederland liep gewoonweg niet warm voor de Spelen en zag het grootse evenement vooral als kostenpost. Nederland zou ‘te klein’ zijn voor zoveel internationale ambitie.

Al liggen de Olympische Spelen van 2028 nog 20 jaar voor ons en ligt de Nederlandse kandidaatstelling nog op de tekentafel, ook nu wordt de Olympische droom lauw ontvangen onder de bevolking. Bij de keuze van een gaststad zal het Internationaal Olympisch Comité ook nu veel waarde hechten aan maatschappelijk draagvlak. Werk aan de winkel voor het NOC-NSF dat, samen met de Nederlandse overheid, de burger enthousiast moet krijgen. Communicatie dus. Veel, consistente en heldere communicatie.

Er is werk aan de winkel voor het OP28-team. En voor communicatietalent. Wellicht doen de plannenmakers er beter aan de kaarten nog even voor zich te houden. Het risico van te vroeg pieken – we hebben nog zo’n 12 jaar te gaan voordat de gaststad voor de Spelen van 2028 wordt gekozen – ligt voor de hand. Wat het team niet ontbreekt is tijd. Tijd om na denken en met een goed plan voor de dag te komen. Een communicatieplan, welteverstaan. Want dat kan weleens de bepalende factor worden in het antwoord op de vraag of het er voor OP28 op, of eronder gaat worden…

NL verkiezingen 2011: Wie heeft van Obama geleerd?

By OpinieNo Comments

Zwicht Den Haag voor een campagnestrategie 2.0? door Sietse Bakker:

Vorige week schreef nieuwe media adviseur Winfried van der Veen op deze website een overzichtelijk artikel over de online campagne van Barack Obama. Vanuit mijn specialisatie in nieuwe media heb ik de Obama-campagne met interesse gevolgd en heb me daarbij telkens laten verrassen door de slimme aanpak van het campagneteam. Wij kiezen weliswaar niet net als in de VS direct onze president, maar werken hun campagnetactieken ook in de polder? Wat betekent de opmars van sociale media voor de Haagse campagnecommunicatie en -strategie? En is Nederland klaar voor een eigen Obama?

2011 is natuurlijk nog ver weg en we zullen tot die tijd ongetwijfeld veel zien gebeuren op het gebied van nieuwe media. Sinds de laatste Tweede Kamer-verkiezingen wordt al veelvuldig gebruik gemaakt van nieuwe- en sociale media. Onze premier is met zo’n 150.000 ‘vrienden’ een graag geziene gast op Hyves. Het was Rita Verdonk die eerder dit jaar haar trotsopnederland.com lanceerde. Terwijl onze minister-president op Hyves haast een cultstatus heeft verkregen, zag ‘IJzeren Rita’ haar met veel bombarie gelanceerde beweging doven als een nachtkaars. Waar Obama via een scala aan online kanalen zijn standpunten communiceerde, vroeg Verdonk de Nederlandse bevolking om samen tot een programma te komen. Het is te vroeg om het initiatief van de voormalig VVD-er af te schrijven, maar niets duidt erop dat het initiatief een daverend succes is. De wiki faalde al snel dankzij een legertje spammers, de website doet nog altijd statisch aan en media-aandacht voor de ontwikkelingen binnen de ‘beweging’ is er niet.

Betrokkenheid
Ik kan me voorstellen dat voor Nederlandse politieke partijen de verleiding groot is om het Obama-concept een op een in de polder uit te rollen. In tegenstelling tot de Amerikanen zijn Nederlanders veel minder betrokken bij de politiek en is het hier vrij ongebruikelijk om met campagnemateriaal langs de deuren te gaan, grote verkiezingsbijeenkomsten te houden en potentiële kiezers met miljoenen tegelijk te bellen om ze toch vooral over te halen om voor ‘jouw’ kandidaat te stemmen. Laat staan dat Nederlanders massaal geld doneren aan politieke campagnes. Met enig optimisme valt nog wel te pleiten voor de mogelijkheid dat een dergelijke ‘campagne 2.0’, die zich grotendeels online afspeelt, juist jonge mensen zou kunnen inspireren tot nieuwe betrokkenheid. De online campagne van Obama was er echter op gericht supporters aan te moedigen eerdergenoemde activiteiten te ondernemen. Politiek Nederland zal de Obama-strategie dus flink onder handen moeten nemen om deze aan te passen aan de Nederlandse manier van politiek bedrijven..

Goed, aanpassen dus. Maar hoe dan? Waar jong en oud in Nederland niet schromen het debat – al dan niet anoniem – aan te gaan, is op internet. Tenzij de komende jaren (onverwacht) extreme veranderingen in de mediaconsumptie plaatsvinden, is het aannemelijk dat Nederlandse politici en politieke partijen zich zullen moeten richten op het online debat en het online werven van kiezers. Een weblog en een Hyves-profiel zijn niet langer afdoende. Wie die kunst beheerst om op een vernieuwende en oprechte manier de jongere generatie kiezers aan te spreken, kan het nog weleens ver gaan schoppen in de verkiezingen van 2011.

Duidelijkheid
Tot op heden is geen van de gevestigde politieke partijen, noch de rijksoverheid in Nederland verrassend uit de hoek gekomen op internet. Zou er een prijs zijn voor het meest succesvolle politieke initiatief op internet, dan zou de eer naar de Stemwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek gaan. In de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen van 2006 werd de online stemhulp maarliefst 4,8 miljoen keer geraadpleegd. In de wirwar van politieke partijen en dikke verkiezingsprogramma’s heeft de kiezer behoefte aan duidelijkheid. Naast brandjes blussen is het communiceren van een duidelijke boodschap de rode draad in elke campagnestrategie. En dat is waar nieuwe- en sociale media een cruciale rol spelen. Herhalen, herhalen, herhalen!

De Obama-campagne is vanaf het prille begin glashelder geweest in de communicatie. ‘Change we can believe in. Yes we can.’ Een zeer onbescheiden boodschap die onbescheiden vaak, maar op een bescheiden manier werd gecommuniceerd. En die doneerknop, natuurlijk. Een krachtige, maar ook abstracte boodschap, die keer op keer werd herhaald in speeches, via de website, op FacebookMySpaceYouTube en Twitter. Doordat vooral jonge mensen gebruik maken van een breed scala aan sociale media, worden zij meer blootgesteld aan herhaling van de boodschap.

Bescheidenheid
Het betrekken van vooral jongere kiezers en het communiceren (lees: herhalen) van de boodschap via de beschikbare online kanalen gaat een belangrijke, zo niet cruciale rol spelen bij de aankomende verkiezingen. Dat op zich is, zeker onder de communicatieprofessionals, geen nieuws. Nieuwe media spelen een steeds grotere rol in ons leven en dat geldt zeker voor hen die in 2011 voor het eerst naar de stembus mogen. Een interessante game changer – journalistiek Nederland kan vast niet wachten – kan de opkomst van een Nederlandse variant van Barack Obama zijn, die juist die doelgroep aanspreekt. Geen populist, geen opschudder, maar een bescheiden redenaar met een heldere, positieve en inspirerende boodschap. Ergens dichtbij het midden. Bescheidenheid is daar, gezien de Nederlandse volksaard, misschien nog wel het belangrijkst. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.

Zeker in een politiek landschap waarin de verschillen tussen partijen vaak moeilijk te onderscheiden zijn, kan online communicatie de doorslag geven. Wie in 2011 een klinkende verkiezingsoverwinning wil behalen, moet alvast op zoek gaan naar iemand die de invloed van sociale media begrijpt en kan toepassen. Sterker nog, de gevestigde politieke partijen kunnen het zich, met het oog op concurrentie en eventuele nieuwkomers, niet permitteren zich niet grondig te verdiepen in politiek 2.0. Of 3.0. Want voordat het 2011 is…