In de VS zijn wetten in voorbereiding die het einde van het vrije internet betekenen. Een uitspraak van de Haagse rechtbank doet hetzelfde. De daders gaan vrijuit en internetgebruikers zijn de dupe, concludeert NewTeam-partner Danny Mekic’ vandaag in NRC Handelsblad.
Wat hebben Facebook, Google, Twitter, Marktplaats en Wikipedia met elkaar gemeen?
In de Verenigde Staten dreigen twee desastreuze wetsvoorstellen te worden aangenomen – de Stop Online Piracy Act (SOPA) en de Preventing Real Online Threats to Economic Creativity and Theft of Intellectual Property Act (PIPA). Deze nieuwe wetten maken het mogelijk om websites te blokkeren, een internetadres (bijvoorbeeld google.com) in beslag te nemen, betalingen aan websites (door bijvoorbeeld Visa, Mastercard of Paypal) te verbieden, websites uit zoekmachines te verwijderen of adverteerders te verbieden samen te werken met een website.
Deze maatregelen kunnen door rechters worden opgelegd als een website ,,inbreuken op auteursrechten faciliteert”. De eigenaar van de website hoeft dus niet zélf schuldig te zijn aan de inbreuk. Eén inbreuk makende gebruiker – van de honderden miljoenen – is voldoende.
Juist door het succesvolle open karakter van alle genoemde websites – de gebruikers bepalen de inhoud – lopen ze gevaar om te worden geblokkeerd, met de botte bijl. De gehele website wordt geraakt en niet bijvoorbeeld een pagina of foto die is gepubliceerd zonder benodigde toestemming. Het is als de gehele Beverwijkse Bazaar die wordt volgestort met beton vanwege één gekopieerd cd’tje. Daarom gingen Wikipedia en vele andere websites, die nu slechts een concrete inbreuk op auteursrechten hoeven te verwijderen, de afgelopen week uit protest op zwart.
Tegelijkertijd oordeelde een Nederlandse rechter dat internetproviders The Pirate Bay – een online telefoongids met verwijzingen naar films en muziek – moeten blokkeren. Als dit oordeel in hoger beroep standhoudt, zet het de deur open voor internetcensuur uit commerciële belangen. Dit betekent het einde van internet zoals we dat kennen. In dat geval zal de politiek moeten ingrijpen.
Westerse democratieën die voor de grondrechten van de burger opkomen, moeten ongecensureerde toegang tot informatie en vrijheid van communicatie waarborgen, en zeker Nederland, dat het belangrijkste internetknooppunt van Europa vormt.
Het Nederlandse vonnis beperkt de vrije toegang tot internet, maar niet de illegale websites zelf of de handelaren in namaakproducten worden aangepakt. Onschuldige internetgebruikers worden gedupeerd. Als rechtvaardiging voor het beperken van deze grondrechten wordt het ,,beschermen van auteursrechten genoemd”. Het downloaden van internet zou aan banden kunnen worden gelegd.
Is dit wenselijk? Heeft de muziekindustrie werkelijk last van downloaden? Het tegendeel lijkt eerder het geval. Niet alleen wist een recordaantal bioscoopbezoekers in 2011 de weg naar de filmhuizen te vinden, maar ook steeg de Nederlandse muziekexport voor het zesde jaar op rij, deze keer met 25 procent naar 80 miljoen euro. Nooit eerder werd er zo veel geld uitgegeven aan concerten en festivals. De wereldwijde muziekomzet is de afgelopen jaren gestegen van 60,7 miljard naar 66,4 miljard dollar.
Uit diverse onderzoeken (SEO Economisch Onderzoek, Instituut voor Informatierecht en TNO, 2009) blijkt dat downloaders juist méér geld uitgeven aan muziek en films, niet minder. Dit geldt niet alleen voor onbekende artiesten. André Rieu verkocht bij zijn eerste bezoek aan Mexico vijftigduizend concertkaarten. Zijn niet eerder uitgebrachte cd’s noteerden vervolgens de eerste, vijfde en negende plaats in de toptien. De Mexicanen kenden zijn muziek al – via internet.
Desondanks probeert de platenindustrie, die vroeger nodig was voor de vervaardiging en distributie van langspeelplaten, de onlinemuziekdistributie aan banden te leggen, door innovatie tegen te werken (iTunes en Spotify zijn de enige succesvolle voorbeelden in tien jaar), initiatieven te laten imploderen in rechtbanken en met een krachtige lobby. Door het veel te dure iTunes-aanbod, dat na aanschaf niet vrijelijk mag worden gebruikt, of het beperkte Spotify, waarvan steeds meer platenlabels weglopen, staat de onlineconsument voor aap met dit allesbehalve volwassen legale aanbod.
Gelukkig downloaden thuisgebruikers legaal in Nederland. Via de Thuiskopieregeling hebben artiesten in de afgelopen jaren tientallen miljoenen euro’s gekregen. In ruil hiervoor mogen consumenten muziek en films downloaden voor thuisgebruik. Niet voor niets ontving staatssecretaris Teeven (Justitie, VVD) eind vorig jaar een petitie van de artiestenbonden, de Consumentenbond en FNV KIEM (Kunsten, Informatie, Entertainment en Media) tegen een downloadverbod en vóór behoud en uitbreiding van de regeling.
Met de Nederlandse blokkade en met de Amerikaanse wetsvoorstellen belanden we op een hellend vlak. Commerciële conflicten tussen derden leiden tot internetcensuur en tot een devaluatie van grondrechten. Nu gaat het nog om inbreuken op auteursrechten, maar te verwachten valt dat de wetten en jurisprudentie worden verbreed. Dit zal leiden tot steeds groter wordende internetcensuur.
Dit alles gaat ten koste van onschuldige klanten. Het wordt uitgevoerd door internetproviders die zich moeten gedragen als internet cops. Het gevaar is dat internet langzamer, instabieler en duurder wordt. Innovatieve start-ups en gevestigde bedrijven zullen er minder graag in investeren.
Er zit dan nog maar één ding op voor hen die gevrijwaard willen blijven van ongerichte censuur – de blokkades met een paar muisklikken omzeilen en zodra dit onmogelijk wordt een nieuwe, ondergrondse, snelweg bouwen, waarbij de sterke arm voor échte criminaliteit geen jurisdictie meer heeft. Deze ontwikkeling is zeer onwenselijk.
-Danny Mekic’
Dit opiniestuk is vandaag gepubliceerd in NRC Handelsblad.