Skip to main content
Tag

politie

“Facebook-rellen” in Haren waren geen Facebook-rellen

By OpinieOne Comment

Schermafbeelding 2013-03-07 om 12.28.17De commissie Cohen die gisteren de resultaten bekend maakte over wat er gebeurde bij de rellen in Haren, kreeg onder andere opdracht om de rol van Facebook in de rellen te bestuderen. Dat hebben ze niet gedaan. In plaats daarvan hebben ze berichten op Facebook geanalyseerd.

Vorig jaar september reageerde Rob Bats, de burgemeester van de Gemeente Haren, hysterisch op een uitnodiging op Facebook waar voor de grap enkele honderden, later duizenden gebruikers bevestigend op hebben gereageerd. Het beangstigende was dat hij voor het eerst tijdens zijn werk werd geconfronteerd met een internetoproep om naar zijn gemeente te komen. Hij had het moeten zien als traditioneel vraagstuk van veiligheid en orde maar omdat het afkomstig was van Facebook raakte hij in verwarring.

Het ging zoals vaker: je ontvangt op Facebook een uitnodiging van een vriendin, die uitgenodigd was door een vriend en je geeft aan of je aanwezig zult zijn of niet, een ritueel dat zich bij bovengemiddelde Facebook-gebruikers soms dagelijks, soms tot veel frustratie, voordoet. ,,Aanwezig zijn” is een druk op de knop en betekent zeker niet dat je daadwerkelijk bij een evenement bent: de begrafenis van Michael Jackson trok zo’n 20 miljoen virtuele aanwezigen, maar natuurlijk niet in werkelijkheid.

Dat wist de gemeente niet, zodat paniek ontstond over hoe te handelen bij een ‘Facebook-evenement’ waar honderden tot duizenden virtueel bij aanwezig zijn met de fantasie extra geprikkeld door een verwijzing naar de film Project X in de uitnodiging, een film waarin een feest uit de hand loopt. In de weken na de plaatsing van de Facebook-uitnodiging zorgde deze nog niet voor een explosie aan berichten over het ‘Facebook-feestje’. Dat gebeurde pas twee dagen voor de rellen en daar speelde Facebook nauwelijks een rol bij.

Vraag het een tiener en je hoort hoe simpel het is: je verandert de datum en tijd naar een moment in het verleden (waardoor het evenement opeens ‘geweest’ is) en verwijdert adresgegevens, optioneel maar niet noodzakelijkerwijs stuur je een bericht naar iedereen die aangegeven heeft aanwezig te zullen zijn dat het evenement niet doorgaat en tenslotte verwijder je het evenement. Geen reljongere die de datum, tijd en het adres in zijn agenda heeft geschreven, of het zich misschien zelfs herinnert. Eventueel hou je de sociale media in de gaten om aanwijzingen te vinden die duiden op gerichte plannen van individuen of zichtbare groepen om zo beter voorbereid te raken.

In plaats daarvan werd totale chaos uitgestraald door het uitroepen van een noodverordening met de vermelding dat deze voorlopig ‘op de plank’ bleef liggen. Er zou geen feest zijn, maar werd gezocht naar alternatieve feestmogelijkheden en de eerste artiesten hadden zich gemeld. Ramptoeristen waren niet welkom, maar mochten met de nodige narcoticahoudende versnaperingen wél de gemeente in – wat te zien was op de livestream van een zeventienjarige jongen met urenlang gemiddeld 50.000 kijkers. Vervolgens was op nieuwssites het bericht te lezen dat de gemeente een voetbalveld had voorzien van twee mobiele lichtmasten en had gereserveerd als ‘alternatieve feestlocatie’. Wist u nog wat er stond te gebeuren? Of alleen dat er iéts stond te gebeuren?

Alsnog was het niet te laat. Door eenmalig vanuit de gemeente en politie maatregelen mee te delen (samenscholingsverbod, alcoholverbod, ME paraat) had de veiligheidsdriehoek kunnen voorkomen dat Haren dagenlang de meest besproken van Nederland werd. Dus niet het vuurtje brandend houden met dagelijkse interviews en voorlichtingsbijeenkomsten over het verwijderen van straatnaamborden – die tieners anno 2013 niet langer nodig hebben om de weg te vinden.

Helaas had ook dat alles in dit geval niet veel uitgemaakt: met het nieuws dat de gemeente een voetbalveld met twee mobiele lichtmasten had gereserveerd voor een ‘alternatief feest’, een regelrechte uitnodiging, heb je sociale media als Facebook helemaal niet nodig om een kleine gemeente gevuld te krijgen.

Dat Facebook van alle invloeden écht de meest verwaarloosbare rol heeft gespeeld blijkt wel uit een analyse van de sociale media berichten over Haren, Project X en Merthe: bijna alle berichten werden de twee dagen voor de rellen geplaatst – toen heel Nederland het er al over had -, en niet de weken ervoor. Daarnaast was Facebook zelf tijdens de zogenaamde Facebook-rellen helemaal niet bereikbaar in Haren met dank aan een overbelast gsm-netwerk.

Facebook als bedrijf, website of platform heeft dus helemaal geen zelfstandige rol of sleutelrol gespeeld bij de rellen in Haren. Behalve wanneer Facebook een synoniem is geworden voor ‘wijzelf’.

Dit opiniestuk schreef NewTeam-partner Danny Mekic’ op verzoek van NRC Handelsblad, en werd gepubliceerd op 9 maart 2013.

Danny is sinds 2010 werkzaam als internetstrateeg voor onder andere de Politie, Belastingdienst en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporings Dienst en nam dat jaar zitting in een adviescommissie van de Ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen en doceert sinds vorig jaar Digital Public Affairs aan de Universiteit Leiden, faculteit Den Haag.

In september sprak Radio 1 Danny over de gebeurtenissen in Haren en de sociale media:

Op uitnodiging van TEDxRoermond deelde Danny zijn analyse. In de zaal waren ook bewoners van de Gemeente Haren aanwezig:

Vraaghetdepolitie.nl speelt goed in op “Bangalijsten”

By ActualiteitenNo Comments

De politiekorpsen van Zeeland, Ameland, IJmond en Gemert plaatsten vandaag een link naar de website vraaghetdepolitie.nl op Twitter. Deze jongerenwebsite is in samenwerking met NewTeam’s Danny Mekic’ ontwikkeld door de Politie Haaglanden en verstrekt informatie aan jongeren over het nieuwe fenomeen en andere onderwerpen die jongeren bezighoudt.

De bangalijsten circuleren op internet en bevatten namen van meisjes die volgens de opstellers makkelijk tot seks zouden zijn te porren. In veel gevallen zijn de lijsten verzonnen. Banga is straattaal voor slet.

NewTeam’s Danny Mekic’: “Het is goed dat de politie een centraal, laagdrempelig toegankelijk en in verschillende sociale media geïntegreerd communicatiekanaal heeft voor het geven van voorlichting en andere betrouwbare informatie aan jongeren. Het mooie is dat het zelfs mogelijk is de Politie online een vraag te stellen die nog niet op de website beantwoord is, al dan niet anoniem. Ik ben trots dat we aan deze website mee hebben mogen werken.”

Volgens de politie is het plaatsen van iemand op zo’n lijst smaad en dus strafbaar. Omroep Zeeland meldde donderdagavond dat in Middelburg al tien meisjes aangifte hebben gedaan.

De lijsten worden vaak door verschillende anonieme personen samengesteld, waardoor het heel moeilijk is de herkomst te achterhalen.

Verklikken als panoptisch instrument?

By BeschouwingOne Comment

Door Karsten Meijer:

Harrie Timmerman speelde in 2004 een belangrijke rol in het naar buiten brengen van de misstanden van de Schiedammer parkmoord. Als politieambtenaar ontdekte hij dat de veroordeelde de moordenaar niet kon zijn. Nadat intern aankaarten niets opleverde, stapte hij naar Netwerk. Dit leidde uiteindelijk tot het oppakken van de dader en de vrijlating van de onterecht veroordeelde. Voor Timmerman was het gevolg minder gunstig. Zijn contract bij de politie werd niet verlengd, hij mocht geen contact opnemen met collega’s en hij werd wegens een levensbedreigend hoge bloeddruk opgenomen in het ziekenhuis. [1]

Er bestaat in Nederland een opvallend verschil tussen de omgang met klokkenluiders en verklikkers in bestuurs- en stafrechtelijke handhaving. Terwijl de mogelijkheden voor burgers om te participeren in de handhaving –  bijvoorbeeld door te ‘klikken’ – groeien, worden klokkenluiders in beperkte mate beschermd. Dat klikken voor onderling wantrouwen zorgt tussen burgers is reeds een gehoord bezwaar, maar daarnaast gaat van het gebruik van klikfaciliteiten een sterk disciplinerende werking uit. Dit artikel betoogt dat die werking, om met de filosoof Michel Foucault te spreken, ‘panoptisch’ is. Deze term staat voor de disciplinerende gedaante die het strafrecht sinds de moderne tijd heeft aangenomen. In dit artikel wordt de ontwikkeling dat het klikken meer wordt aangemoedigd en meer overheidssteun krijgt in vergelijking tot het klokkenluiden in dit theoretische kader geplaatst.

Eerst wordt ingaan op de criminologische betekenis van klikken en klokkenluiden. Vervolgens wordt uiteengezet hoe de Nederlandse overheid het klikken in toenemende mate faciliteert. Dan wordt ingegaan op de beperkte bescherming die klokkenluiders genieten. Daarna wordt het perspectief verlegt naar Foucaults werk Discipline, Toezicht en Straf, waarin de ontwikkeling van het strafrecht van de middeleeuwen naar de moderne tijd wordt beschreven.

Op deze wijze bespreekt dit artikel de implicaties van de schending van privacy die het klikken met zich meebrengt. Betoogd wordt dat Foucaults analyse van toepassing is en dat van het klikken een sterk disciplinerende werking uitgaat. De conclusie luidt dat dit uiteindelijk het verlies van vrijheid van de Nederlandse burgers betekent.

Verklikkers en klokkenluiders

De criminoloog Lissenberg zet in haar afscheidsrede helder het verschil uiteen tussen klokkenluiders en klikkers. Een klokkenluider maakt informatie openbaar over de organisatie waar hij bij betrokken is of was, omdat hij iets aan een misstand wil doen. Hij doet dit in het openbaar. Een verklikker maakt eveneens informatie openbaar, maar blijft hierbij anoniem. Het is verder niet duidelijk wat hij beoogt en waarom hij anoniem wil blijven. [2] Ook anonieme bronnen van journalisten worden de laatste tijd aangemerkt als klokkenluiders. [3] Dit is volgens Lissenberg onjuist. De journalist kent namelijk wel de identiteit van de bron. Daarom zit deze activiteiten, ‘lekken’ genoemd, tussen klikken en klokkenluiden in. [4]

De term klokkenluider is een vertaling van het Engelse whistleblower van de bestuurskundige Marc Bovens. Hij pleitte begin jaren negentig al voor een wettelijke bescherming voor deze groep in Nederland. [5] De Raad van State zag daar weinig in. Hij vroeg zich af wie daar belang bij zou kunnen hebben. Op dat moment waren er immers geen klokkenluiders in Nederland. [6]

In andere landen was dit wel al een bekend fenomeen; zowel de klokkenluiders als de wettelijke bescherming van deze groep. De bescherming klokkenluiders van Nederlands verschilt daarom met de aanpak in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Engeland. In de VS kent men al sinds de jaren zestig klokkenluidersregelingen en Engeland trad in 1999 de Public Interest Disclosure Act inwerking.  [7]

De Duitse socioloog Simmel constateerde dat de autoriteiten sinds het begin van de twintigste eeuw steeds meer de openbaarheid hebben gezocht terwijl privé personen juist meer mogelijkheden gekregen hebben zich af te schermen van de buitenwereld en hiervan ook hebben gebruik gemaakt. [8] Lissenberg meent dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw precies het tegenovergestelde plaatsvindt, de bescherming van de privacy van individuen neemt juist af. De geopende de klik- en meldlijnen passen haarfijn in deze ontwikkeling. [9] Het aantasten van de privacy van burgers wordt veelal gerechtvaardigd door een beroep te doen op de veiligheid, die gediend zou zijn bij extra controle en toezicht. [10] De groei van de zogenaamde controle-industrie is hier een goed voorbeeld van. De directe en indirecte werkgelegenheid werd in die sector in 2006 op 1.032.000 banen geschat, wat ongeveer 14% van de Nederlandse beroepsbevolking is. Vanwege het feit dat desalniettemin nog steeds een handhavingtekort bestond, ontstond het idee dat burgers zelf ook een handhavingsverantwoordelijkheid moeten dragen. Om dit te faciliteren zijn de overheid en ook het bedrijfsleven in toenemende mate kliklijnen gaan openen. [11]

Exemplarisch voor deze trend is Meldlijn M. (Meld misdaad Anoniem), die in 2002 in Nederland werd geïntroduceerd. Deze meldlijn geeft mensen de mogelijkheid anoniem ‘semiofficieel’ aangifte te doen. Middels een gratis telefoonnummer worden tips gegeven aan de politie, de belastingdienst en andere organisaties. In 2003 kreeg de politie ongeveer zesduizend bruikbare meldingen via Meldlijn M. en in 2007 was dat aantal gegroeid tot zeventienduizend meldingen.  [12] In 71% van die gevallen werd een vervolgactie ingesteld. [13]

De socioloog Akerström, die voortbouwt op het werk van Simmel, laat zien dat verraad een belangrijk begrip is in het denken over klokkenluiders, verklikkers en informanten. Simmel heeft betoogd dat bewaarders van geheimen een zeer kostbaar bezit hebben en daarmee speciale positie. Het naar buiten brengen van geheimen kan sociale verhoudingen dan ook ingrijpend veranderen. Degene die het geheim heeft bewaard noemt het een onthulling, degene op wie het geheim betrekking heeft noemt het verraad. [14] Vooral klokkenluiders worden getroffen  door het denken in termen van verraad. Een eerder genoemd voorbeeld is Harrie Timmerman, rechercheur in het onderzoek naar Schiedammer parkmoord, die geen contact meer mocht zoeken met zijn vroegere collega’s. Een ander voorbeeld is Fred Spijkers, die in dienst was bij defensie en niet wilde liegen tegen de weduwe van zijn omgekomen collega. Hij raakte zijn functie kwijt. [15]

Klikkers, informanten en klokkenluiders worden dus gezien als klikspanen. Het beeld bestaat dat zij verraad plegen, volgens Lissenberg. Zo komt zij tot een hiermee samenhangend gevaar van de klikmethode. Hoewel het volgens haar aannemelijk is dat de aanpak de illusie van veiligheid vergroot bij de verklikkers, vreest zij tegelijkertijd dat het onderlinge wantrouwen eveneens groeit. Het criminaliteitsbeleid is volgens Lissenberg verandert in een slachtofferbeleid. De overheid heeft bijgedragen aan het beeld dat iedereen voortdurend  het risico loopt slachtoffer te worden van criminaliteit. Lissenburg stelt dan ook dat dit beleid, in combinatie met het beeld dat van klokkenluiders en verraders bestaat, de oorzaak is van een gegroeid onderling wantrouwen tussen burgers in Nederland. Daarom valt te betwijfelen dat meldlijn M., of andere klikfaciliteiten, werkelijk bijdragen aan goed burgerschap. [16]

Lissenberg vraagt zich af waarom klokkenluiders zo slecht beschermd worden, terwijl het anonieme melden van misdaden en misstanden op zoveel aanmoediging kan rekenen van de overheid. Zij meent dat klokkenluiders met een ‘eigen-schuld-dikke-bult-mentaliteit’ worden bejegend. De eventuele ellende van hun ontslag, WAO, ziekte, verminderde inkomsten en stigmatisering hebben zij over zichzelf afgeroepen, lijkt men te denken. Terwijl verklikkers weinig riskeren met hun melding, zijn de risico’s voor klokkenluiders daarentegen vaak zeer groot. Veelal worden zij dan ook het slachtoffer van hun eigen moed. Daarom noemt Lissenberg het onbegrijpelijk dat kroongetuigen in strafzaken, ‘strafbare klokkenluiders’ volgens de minister van sociale zaken, wel een tegemoetkoming (strafvermindering) krijgen en klokkenluiders nauwelijks.

Het panopticon van Foucault

Zoals gezegd betwijfelt Lissenberg of de integriteit van burgers, overheidsfunctionarissen en politici bevorderd wordt door anonieme meldingen van vermoedens van misstanden. Anonieme tips zorgen volgens haar voor wantrouwen en dat is funest voor het creëren van omgeving die integriteit stimuleert. Naast deze aantasting van het onderlinge vertrouwen van burgers gaat er mijns inziens nog een ander gevaar uit van klikken, namelijk disciplinering. Aan de hand van het gedachtegoed van de filosoof Foucault met betrekking tot het moderne strafrecht beschrijf ik waarom klikken een disciplinerende werking heeft.

Foucault geeft een overzicht van de ontwikkeling van het strafrecht van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Het straffen in de middeleeuwen noemt Foucault een “ceremonieel van de soevereiniteit”. Het gaat om een vorm van straffen die op het lichaam van de veroordeelde wordt toegepast. Deze toepassing vindt in het openbaar plaats, onder het toeziend oog van een menigte, terwijl de macht –  de monarch – zichtbaar is. Op deze manier gaat de straf als het ware van hem uit. [17]

Het moderne stafrecht ziet er anders uit en wordt door Foucault gekarakteriseerd aan de hand van het ‘Panopticon’. Dit is het ontwerp van een moderne gevangenis van de filosoof Jeremy Bentham. Volgens Foucault staat dit ontwerp symbool voor de bestrijding van het ‘abnormale’ in de moderne samenleving. [18]

Het panopticon is een cirkelvorming gebouw, met in het midden een toren met ramen, uitkijkend op de binnenzijde van de cirkel. Daar begeven zich gevangenen in de cellen. Die gevangenen worden volledig verlicht door een klein raampje aan de buitenzijde van de cirkel, wat het mogelijk maakt dat de bewaker de gevangen continu vanuit de toren hem volledig kan gadeslaan. De mogelijkheid dat de gevangenen ieder moment bekeken kunnen worden is cruciaal volgens Foucault: ‘Daaruit ontstaat het belangrijkste effect van de panoptica: de gedetineerde wordt bewust gemaakt van zijn permanente zichtbaarheid, waardoor de macht automatisch kan functioneren. Het toezicht, al is het discontinu, dient continu effect te hebben.’ [19]

Het bewustzijn van de gevangene dat hij voortdurend bekeken kan worden werkt disciplinerend. Op den duur ziet de gevangene de straf niet meer als extern opgelegd, maar als het ware als een automatisch gevolg op zijn handelen. Als resultaat internaliseert hij de disciplinerende werking op den duur en verwdijnt zijn neiging tot abnormaal gedrag. De grote invloed van dit effect onderstreept Foucault in het volgende citaat: ‘Een straffende macht die het hele maatschappelijke netwerk doordringt, die op alle punten ingrijpt, en die ten slotte niet wordt beschouwd als macht van sommigen over anderen, maar als onmiddellijke reactie van allen op een enkeling.’ [20]

Het is duidelijk dat het klikken en haar effecten goed passen in Foucaults schets van het panopticon. Ook bij het klikken wordt een alomvattend toezicht gecreëerd. Op ieder moment kan de eveneens onzichtbare macht, de klikker, de ander gadeslaan. Men kan ieder moment verraden worden. Hier gaat, net als bij het panopticon, een disciplinerende werking van uit.

Naast het feit dat het klikken geen bevorderende werking heeft op het onderling vertrouwen tussen burgers, worden burgers hierdoor geraakt in hun privacy. Foucault heeft de implicaties van deze aantasting laten zien. In het belangrijke constitutionele arrest  Griswold v. Connecticut is het recht op privacy in de VS in het leven geroepen. De oorsprong van privacy is vrijheid. Justice William O. Douglas schreef in de meerderheidsopinie van deze zaak dat dit recht gevonden wordt in  ”penumbras” en “emanations” van andere grondrechten die gerelateerd  zijn aan vrijheid. [21] In Nederland is artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van eenzelfde belang als Griswold v. Connecticut. Deze bepaling beschermt burgers tegen inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer. Dat voor het genieten van vrijheid dus een sterke bescherming van privacy nodig is lijkt een gevestigde waarde in het Amerikaanse en Europese recht.

Toch lijkt de Nederlandse overheid deze waarde van ondergeschikt belang te vinden bij straf- en bestuursrechtelijke handhaving. Door het klikken op steeds meer terreinen van bestuurs- en strafrechtelijke handhaving als instrument te gebruiken zullen burgers zich in toenemende mate zichtbaar voelen voor een onzichtbare macht. Gezien de disciplinerende werking van het panoptische effect is dit een reëel gevaar voor de vrijheid van de Nederlandse burger. Dit maakt het feit dat klokkenluiders onvoldoende beschermd worden nog opmerkelijker. Meer steun voor deze groep zou kunnen resulteren in meer klokkenluiders. Dat zou betekenen dat misstanden vaker met open vizier worden aangekaart. Deze weg om handhaving mogelijk te maken lijkt een stuk minder panoptisch omdat er dan geen onzichtbare macht gecreëerd wordt. Een ander belangrijk genoemd nadeel van het klikken is een verlies van het onderling vertrouwen. Door het klikken te faciliteren en klokkenluiders nauwelijks te beschermen marchandeert de overheid met de waarden van privacy en onderling vertrouwen van burgers. Dat lijkt goed voor de handhaving op korte termijn, maar het is twijfelachtig of goed burgerschap hier bij gediend is.

Read More

EénVandaag: Wat willen Apple, Google & TomTom met onze gegevens?

By Nieuws uit eigen keukenNo Comments

Google spioneerde en krijgt een dwangsom aan zijn broek, Apple houdt exact bij waar eigenaren van iPhone’s zich bevinden en TomTom speelt rijgedrag door naar de politie. Waarom willen dit soort bedrijven onze gegevens toch hebben?

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) deed onderzoek naar Google, is woedend en dreigt met een dwangsom als de zoekgigant niet binnen drie maanden slachtoffers informeert. Reden: anders dan Google zegt is opgeslagen Wifi-informatie wel tot op de persoon terug te leiden, ontdekt het CBP. Daarbij gaat het om 3 miljoen Nederlanders.

Tegelijkertijd wordt bekend dat Apple’s iPhone tot ieder moment van de dag, jaar in jaar uit, bijhoudt waar zijn eigenaar is. Zonder dat de gebruiker het weet of de functie kan uitzetten. En TomTom blijkt rijgedrag door te verkopen aan de politie. Waarom blijven deze bedrijven onze privacy met voeten treden? En waarom is deze informatie zo belangrijk voor Google en Apple? Waarom durven ze het niet te vertellen? En wat kan het CBP er tegen doen?

NewTeam-partner Danny Mekić sprak over deze onderwerpen in actualiteitenrubriek EénVandaag. Bekijk hier de reportage:
sitestat