Skip to main content
Tag

ontwikkeling

Vraaghetdepolitie.nl speelt goed in op “Bangalijsten”

By ActualiteitenNo Comments

De politiekorpsen van Zeeland, Ameland, IJmond en Gemert plaatsten vandaag een link naar de website vraaghetdepolitie.nl op Twitter. Deze jongerenwebsite is in samenwerking met NewTeam’s Danny Mekic’ ontwikkeld door de Politie Haaglanden en verstrekt informatie aan jongeren over het nieuwe fenomeen en andere onderwerpen die jongeren bezighoudt.

De bangalijsten circuleren op internet en bevatten namen van meisjes die volgens de opstellers makkelijk tot seks zouden zijn te porren. In veel gevallen zijn de lijsten verzonnen. Banga is straattaal voor slet.

NewTeam’s Danny Mekic’: “Het is goed dat de politie een centraal, laagdrempelig toegankelijk en in verschillende sociale media geïntegreerd communicatiekanaal heeft voor het geven van voorlichting en andere betrouwbare informatie aan jongeren. Het mooie is dat het zelfs mogelijk is de Politie online een vraag te stellen die nog niet op de website beantwoord is, al dan niet anoniem. Ik ben trots dat we aan deze website mee hebben mogen werken.”

Volgens de politie is het plaatsen van iemand op zo’n lijst smaad en dus strafbaar. Omroep Zeeland meldde donderdagavond dat in Middelburg al tien meisjes aangifte hebben gedaan.

De lijsten worden vaak door verschillende anonieme personen samengesteld, waardoor het heel moeilijk is de herkomst te achterhalen.

Thijl als voedselstrijder op het Food Film Festival

By UncategorizedNo Comments

Het Food Film Festival is een driedaags festival over alles wat met eten te maken heeft: eten in de breedste zin van het woord. Er is ontzettend veel over voedsel te vertellen en tegelijkertijd vertelt hoe en wat we eten ontzettend veel over ons. Eten is cultuur, eten is identiteit. Tijdens het onderdeel Food For Change kwamen acht voedselstrijders aan het woord die elk mochten vertellen wat zij doen om beter eten toegankelijker te maken voor een breed publiek.

Thijl mocht als één van de voedselstrijders uitleggen wat duurzaamheid voor hem betekent en hoe hij dit toepast, niet alleen bij zijn bezorgservice voor biologische boodschappen maar ook bijvoorbeeld in zijn werk voor NewTeam. Volgens Thijl ben je als bedrijf duurzaam bezig als je goed weet wat de behoeften van je klanten zijn en je bij de ontwikkeling van je producten keuzes maakt die op de lange termijn goed zijn voor je klanten. Dit gaat dus veel verder dan de effecten van jouw producten op het milieu of de natuur, het gaat om de effecten op alles wat voor jouw klant belangrijk is.

Belangrijk voor Thijl is dat hij heel graag wil dat consumenten kiezen voor eten dat op een duurzame, eerlijke manier geproduceerd is en waarbij geen onnodige schade aan de wereld wordt toegebracht. Thijl wil dit echter absoluut niet doen door met het vingertje te wijzen naar consumenten die niet kiezen voor ‘betere’ producten. Liever verdiept hij zich in de behoeften van consumenten die nu nog niet kiezen voor betere producten en probeert hij te bedenken hoe hij ook hen kan verleiden tot het kopen van deze producten. Bijvoorbeeld door zijn aanbod, assortiment of service te veranderen.

Thijl besloot zijn betoog dan ook met de vraag: “Hoe kun jij mensen beter laten eten door, in plaats van met het vingertje te wijzen, de drempel tot het kopen van betere producten te verlagen?”

Verklikken als panoptisch instrument?

By BeschouwingOne Comment

Door Karsten Meijer:

Harrie Timmerman speelde in 2004 een belangrijke rol in het naar buiten brengen van de misstanden van de Schiedammer parkmoord. Als politieambtenaar ontdekte hij dat de veroordeelde de moordenaar niet kon zijn. Nadat intern aankaarten niets opleverde, stapte hij naar Netwerk. Dit leidde uiteindelijk tot het oppakken van de dader en de vrijlating van de onterecht veroordeelde. Voor Timmerman was het gevolg minder gunstig. Zijn contract bij de politie werd niet verlengd, hij mocht geen contact opnemen met collega’s en hij werd wegens een levensbedreigend hoge bloeddruk opgenomen in het ziekenhuis. [1]

Er bestaat in Nederland een opvallend verschil tussen de omgang met klokkenluiders en verklikkers in bestuurs- en stafrechtelijke handhaving. Terwijl de mogelijkheden voor burgers om te participeren in de handhaving –  bijvoorbeeld door te ‘klikken’ – groeien, worden klokkenluiders in beperkte mate beschermd. Dat klikken voor onderling wantrouwen zorgt tussen burgers is reeds een gehoord bezwaar, maar daarnaast gaat van het gebruik van klikfaciliteiten een sterk disciplinerende werking uit. Dit artikel betoogt dat die werking, om met de filosoof Michel Foucault te spreken, ‘panoptisch’ is. Deze term staat voor de disciplinerende gedaante die het strafrecht sinds de moderne tijd heeft aangenomen. In dit artikel wordt de ontwikkeling dat het klikken meer wordt aangemoedigd en meer overheidssteun krijgt in vergelijking tot het klokkenluiden in dit theoretische kader geplaatst.

Eerst wordt ingaan op de criminologische betekenis van klikken en klokkenluiden. Vervolgens wordt uiteengezet hoe de Nederlandse overheid het klikken in toenemende mate faciliteert. Dan wordt ingegaan op de beperkte bescherming die klokkenluiders genieten. Daarna wordt het perspectief verlegt naar Foucaults werk Discipline, Toezicht en Straf, waarin de ontwikkeling van het strafrecht van de middeleeuwen naar de moderne tijd wordt beschreven.

Op deze wijze bespreekt dit artikel de implicaties van de schending van privacy die het klikken met zich meebrengt. Betoogd wordt dat Foucaults analyse van toepassing is en dat van het klikken een sterk disciplinerende werking uitgaat. De conclusie luidt dat dit uiteindelijk het verlies van vrijheid van de Nederlandse burgers betekent.

Verklikkers en klokkenluiders

De criminoloog Lissenberg zet in haar afscheidsrede helder het verschil uiteen tussen klokkenluiders en klikkers. Een klokkenluider maakt informatie openbaar over de organisatie waar hij bij betrokken is of was, omdat hij iets aan een misstand wil doen. Hij doet dit in het openbaar. Een verklikker maakt eveneens informatie openbaar, maar blijft hierbij anoniem. Het is verder niet duidelijk wat hij beoogt en waarom hij anoniem wil blijven. [2] Ook anonieme bronnen van journalisten worden de laatste tijd aangemerkt als klokkenluiders. [3] Dit is volgens Lissenberg onjuist. De journalist kent namelijk wel de identiteit van de bron. Daarom zit deze activiteiten, ‘lekken’ genoemd, tussen klikken en klokkenluiden in. [4]

De term klokkenluider is een vertaling van het Engelse whistleblower van de bestuurskundige Marc Bovens. Hij pleitte begin jaren negentig al voor een wettelijke bescherming voor deze groep in Nederland. [5] De Raad van State zag daar weinig in. Hij vroeg zich af wie daar belang bij zou kunnen hebben. Op dat moment waren er immers geen klokkenluiders in Nederland. [6]

In andere landen was dit wel al een bekend fenomeen; zowel de klokkenluiders als de wettelijke bescherming van deze groep. De bescherming klokkenluiders van Nederlands verschilt daarom met de aanpak in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Engeland. In de VS kent men al sinds de jaren zestig klokkenluidersregelingen en Engeland trad in 1999 de Public Interest Disclosure Act inwerking.  [7]

De Duitse socioloog Simmel constateerde dat de autoriteiten sinds het begin van de twintigste eeuw steeds meer de openbaarheid hebben gezocht terwijl privé personen juist meer mogelijkheden gekregen hebben zich af te schermen van de buitenwereld en hiervan ook hebben gebruik gemaakt. [8] Lissenberg meent dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw precies het tegenovergestelde plaatsvindt, de bescherming van de privacy van individuen neemt juist af. De geopende de klik- en meldlijnen passen haarfijn in deze ontwikkeling. [9] Het aantasten van de privacy van burgers wordt veelal gerechtvaardigd door een beroep te doen op de veiligheid, die gediend zou zijn bij extra controle en toezicht. [10] De groei van de zogenaamde controle-industrie is hier een goed voorbeeld van. De directe en indirecte werkgelegenheid werd in die sector in 2006 op 1.032.000 banen geschat, wat ongeveer 14% van de Nederlandse beroepsbevolking is. Vanwege het feit dat desalniettemin nog steeds een handhavingtekort bestond, ontstond het idee dat burgers zelf ook een handhavingsverantwoordelijkheid moeten dragen. Om dit te faciliteren zijn de overheid en ook het bedrijfsleven in toenemende mate kliklijnen gaan openen. [11]

Exemplarisch voor deze trend is Meldlijn M. (Meld misdaad Anoniem), die in 2002 in Nederland werd geïntroduceerd. Deze meldlijn geeft mensen de mogelijkheid anoniem ‘semiofficieel’ aangifte te doen. Middels een gratis telefoonnummer worden tips gegeven aan de politie, de belastingdienst en andere organisaties. In 2003 kreeg de politie ongeveer zesduizend bruikbare meldingen via Meldlijn M. en in 2007 was dat aantal gegroeid tot zeventienduizend meldingen.  [12] In 71% van die gevallen werd een vervolgactie ingesteld. [13]

De socioloog Akerström, die voortbouwt op het werk van Simmel, laat zien dat verraad een belangrijk begrip is in het denken over klokkenluiders, verklikkers en informanten. Simmel heeft betoogd dat bewaarders van geheimen een zeer kostbaar bezit hebben en daarmee speciale positie. Het naar buiten brengen van geheimen kan sociale verhoudingen dan ook ingrijpend veranderen. Degene die het geheim heeft bewaard noemt het een onthulling, degene op wie het geheim betrekking heeft noemt het verraad. [14] Vooral klokkenluiders worden getroffen  door het denken in termen van verraad. Een eerder genoemd voorbeeld is Harrie Timmerman, rechercheur in het onderzoek naar Schiedammer parkmoord, die geen contact meer mocht zoeken met zijn vroegere collega’s. Een ander voorbeeld is Fred Spijkers, die in dienst was bij defensie en niet wilde liegen tegen de weduwe van zijn omgekomen collega. Hij raakte zijn functie kwijt. [15]

Klikkers, informanten en klokkenluiders worden dus gezien als klikspanen. Het beeld bestaat dat zij verraad plegen, volgens Lissenberg. Zo komt zij tot een hiermee samenhangend gevaar van de klikmethode. Hoewel het volgens haar aannemelijk is dat de aanpak de illusie van veiligheid vergroot bij de verklikkers, vreest zij tegelijkertijd dat het onderlinge wantrouwen eveneens groeit. Het criminaliteitsbeleid is volgens Lissenberg verandert in een slachtofferbeleid. De overheid heeft bijgedragen aan het beeld dat iedereen voortdurend  het risico loopt slachtoffer te worden van criminaliteit. Lissenburg stelt dan ook dat dit beleid, in combinatie met het beeld dat van klokkenluiders en verraders bestaat, de oorzaak is van een gegroeid onderling wantrouwen tussen burgers in Nederland. Daarom valt te betwijfelen dat meldlijn M., of andere klikfaciliteiten, werkelijk bijdragen aan goed burgerschap. [16]

Lissenberg vraagt zich af waarom klokkenluiders zo slecht beschermd worden, terwijl het anonieme melden van misdaden en misstanden op zoveel aanmoediging kan rekenen van de overheid. Zij meent dat klokkenluiders met een ‘eigen-schuld-dikke-bult-mentaliteit’ worden bejegend. De eventuele ellende van hun ontslag, WAO, ziekte, verminderde inkomsten en stigmatisering hebben zij over zichzelf afgeroepen, lijkt men te denken. Terwijl verklikkers weinig riskeren met hun melding, zijn de risico’s voor klokkenluiders daarentegen vaak zeer groot. Veelal worden zij dan ook het slachtoffer van hun eigen moed. Daarom noemt Lissenberg het onbegrijpelijk dat kroongetuigen in strafzaken, ‘strafbare klokkenluiders’ volgens de minister van sociale zaken, wel een tegemoetkoming (strafvermindering) krijgen en klokkenluiders nauwelijks.

Het panopticon van Foucault

Zoals gezegd betwijfelt Lissenberg of de integriteit van burgers, overheidsfunctionarissen en politici bevorderd wordt door anonieme meldingen van vermoedens van misstanden. Anonieme tips zorgen volgens haar voor wantrouwen en dat is funest voor het creëren van omgeving die integriteit stimuleert. Naast deze aantasting van het onderlinge vertrouwen van burgers gaat er mijns inziens nog een ander gevaar uit van klikken, namelijk disciplinering. Aan de hand van het gedachtegoed van de filosoof Foucault met betrekking tot het moderne strafrecht beschrijf ik waarom klikken een disciplinerende werking heeft.

Foucault geeft een overzicht van de ontwikkeling van het strafrecht van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Het straffen in de middeleeuwen noemt Foucault een “ceremonieel van de soevereiniteit”. Het gaat om een vorm van straffen die op het lichaam van de veroordeelde wordt toegepast. Deze toepassing vindt in het openbaar plaats, onder het toeziend oog van een menigte, terwijl de macht –  de monarch – zichtbaar is. Op deze manier gaat de straf als het ware van hem uit. [17]

Het moderne stafrecht ziet er anders uit en wordt door Foucault gekarakteriseerd aan de hand van het ‘Panopticon’. Dit is het ontwerp van een moderne gevangenis van de filosoof Jeremy Bentham. Volgens Foucault staat dit ontwerp symbool voor de bestrijding van het ‘abnormale’ in de moderne samenleving. [18]

Het panopticon is een cirkelvorming gebouw, met in het midden een toren met ramen, uitkijkend op de binnenzijde van de cirkel. Daar begeven zich gevangenen in de cellen. Die gevangenen worden volledig verlicht door een klein raampje aan de buitenzijde van de cirkel, wat het mogelijk maakt dat de bewaker de gevangen continu vanuit de toren hem volledig kan gadeslaan. De mogelijkheid dat de gevangenen ieder moment bekeken kunnen worden is cruciaal volgens Foucault: ‘Daaruit ontstaat het belangrijkste effect van de panoptica: de gedetineerde wordt bewust gemaakt van zijn permanente zichtbaarheid, waardoor de macht automatisch kan functioneren. Het toezicht, al is het discontinu, dient continu effect te hebben.’ [19]

Het bewustzijn van de gevangene dat hij voortdurend bekeken kan worden werkt disciplinerend. Op den duur ziet de gevangene de straf niet meer als extern opgelegd, maar als het ware als een automatisch gevolg op zijn handelen. Als resultaat internaliseert hij de disciplinerende werking op den duur en verwdijnt zijn neiging tot abnormaal gedrag. De grote invloed van dit effect onderstreept Foucault in het volgende citaat: ‘Een straffende macht die het hele maatschappelijke netwerk doordringt, die op alle punten ingrijpt, en die ten slotte niet wordt beschouwd als macht van sommigen over anderen, maar als onmiddellijke reactie van allen op een enkeling.’ [20]

Het is duidelijk dat het klikken en haar effecten goed passen in Foucaults schets van het panopticon. Ook bij het klikken wordt een alomvattend toezicht gecreëerd. Op ieder moment kan de eveneens onzichtbare macht, de klikker, de ander gadeslaan. Men kan ieder moment verraden worden. Hier gaat, net als bij het panopticon, een disciplinerende werking van uit.

Naast het feit dat het klikken geen bevorderende werking heeft op het onderling vertrouwen tussen burgers, worden burgers hierdoor geraakt in hun privacy. Foucault heeft de implicaties van deze aantasting laten zien. In het belangrijke constitutionele arrest  Griswold v. Connecticut is het recht op privacy in de VS in het leven geroepen. De oorsprong van privacy is vrijheid. Justice William O. Douglas schreef in de meerderheidsopinie van deze zaak dat dit recht gevonden wordt in  ”penumbras” en “emanations” van andere grondrechten die gerelateerd  zijn aan vrijheid. [21] In Nederland is artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van eenzelfde belang als Griswold v. Connecticut. Deze bepaling beschermt burgers tegen inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer. Dat voor het genieten van vrijheid dus een sterke bescherming van privacy nodig is lijkt een gevestigde waarde in het Amerikaanse en Europese recht.

Toch lijkt de Nederlandse overheid deze waarde van ondergeschikt belang te vinden bij straf- en bestuursrechtelijke handhaving. Door het klikken op steeds meer terreinen van bestuurs- en strafrechtelijke handhaving als instrument te gebruiken zullen burgers zich in toenemende mate zichtbaar voelen voor een onzichtbare macht. Gezien de disciplinerende werking van het panoptische effect is dit een reëel gevaar voor de vrijheid van de Nederlandse burger. Dit maakt het feit dat klokkenluiders onvoldoende beschermd worden nog opmerkelijker. Meer steun voor deze groep zou kunnen resulteren in meer klokkenluiders. Dat zou betekenen dat misstanden vaker met open vizier worden aangekaart. Deze weg om handhaving mogelijk te maken lijkt een stuk minder panoptisch omdat er dan geen onzichtbare macht gecreëerd wordt. Een ander belangrijk genoemd nadeel van het klikken is een verlies van het onderling vertrouwen. Door het klikken te faciliteren en klokkenluiders nauwelijks te beschermen marchandeert de overheid met de waarden van privacy en onderling vertrouwen van burgers. Dat lijkt goed voor de handhaving op korte termijn, maar het is twijfelachtig of goed burgerschap hier bij gediend is.

Read More

Sociale Media in 2009

By Actualiteiten, Innovatie, OpinieNo Comments

Het was het jaar van Twitter, van social media als Linkedin en Facebook. Handige tools die we goed hebben leren kennen. Waar het heen gaat? Penthouse nodigde internetpionier Danny Mekic’ uit om dat te komen vertellen.

Dit artikel is geschreven door John van Schagen en gepubliceerd in de Penthouse van december 2009.

Terug naar het jaar 1999. U had waarschijnlijk net voor het eerst een mobiele telefoon op zak. Herinnert u zich dat apparaat nog? Een koelkast! Zwart en grijze letters op het scherm met functies die lang niet altijd even makkelijk in het gebruik waren. Ach, u lacht er inmiddels om. Diezelfde gedachten borrelen waarschijnlijk op wanneer we in 2019 terugdenken aan de tijd waarin Twitteren en Linkedin een decennium eerder hun intrede hadden gedaan. Toen, in 2009, moest u op het beeldscherm nog een compleet inschrijfformulier invullen om lid te worden van Hyves, om daarna exact dezelfde vragen te beantwoorden voor een account op MySpace. Twitter en Facebook waren nog twee werelden apart en via e-mail werd u voortdurend bestookt met allerlei productaanbiedingen. Voor meer dan de helft van de Nederlanders was internet op de mobiele telefoon nog toekomstmuziek. Dat was toen, dat was 2009.

Dat platforms als Hyves, Facebook, MySpace en Twitter in opmars zijn, is dit jaar wel duidelijk geworden. Vraag is nu alleen: waar gaan we naartoe? De ontwikkelingen stapelen zich in rap tempo op, maar weinig mensen die echt lijken te weten hoe de eerste, tweede en derde haltes hierna eruit zien. Internetexpert Danny Mekic’, CEO van Domeinbalie.nl en consultant, trekt die toekomstgordijnen speciaal voor Penthouse omhoog. Hij ziet in de huidige opmars van sociale netwerksites grote gelijkenissen met de manier waarop eerdere digitale revoluties zich afspeelden. Om te beginnen met de opmars van het internet zelf. “Mensen zeiden in die beginperiode nog: ik ga vanmiddag internetten. Dat was nog de tijd van easyInternetcafés in Amsterdam, waar je tegen betaling van drie gulden een half uur minuten online was. Die zelfstandige activiteit is inmiddels volledig geïncorporeerd in de levens van mensen. Men denkt daar niet meer over na. Internetten gebeurt voortdurend en overal. Thuis, op het werk en in de trein. Hetzelfde zag je daarna gebeuren met e-mail. In het begin was dat een losse activiteit. Zo van: ik ga vanmiddag de berichten van de afgelopen drie dagen in mijn mailbox beantwoorden. Inmiddels werkt dat niet meer zo en is e-mailen volledig ingeburgerd in het dagelijks leven. Diezelfde ontwikkeling zie je nu heel duidelijk bij social media. Nu klinkt nog: ik ga vanmiddag mijn Linkedin-profiel aanpassen. Dat is een op zichzelf staande activiteit. De grote uitdaging waar aanbieders van social media voor staan, is om deze activiteit een plek te geven in het dagelijkse leven van mensen. Volledige integratie dus, net als eerder bij internet en e-mail gebeurde.”

Het antwoord op die kwestie? De mobiele telefoon! Volgens Mekic’ ligt daar de sleutel tot succes. “Toch verloopt de vertaalslag van social media naar het alledaagse leven moeizamer dan je destijds bij e-mail zag. Als gebruiker koop je een BlackBerry en kun je mailen. Dat komt omdat we bij e-mail werken met standaard protocollen waardoor de verschillende aanbieders met elkaar kunnen communiceren. Dat is bij social media nog niet het geval. Op Hyves kun je sinds kort al wel je Twitter-account updaten. En pas je je Hyves-profiel aan, dan worden die wijzigingen ook doorgevoerd op Facebook. Die kant moeten we op.” Naast uw mobiele telefoon is er nóg een ontwikkeling die de opmars van sociale netwerksites in uw leven een flinke boost kan geven. Social media op drukbezochte toplocaties als de Heineken Music Hall en Sportpaleis Ahoy’. Waarom richten we op die plekken niet een hoek in waar social media wordt vertegenwoordigd?, vraagt Mekic’ zich openlijk af. “Een Hyves-portaal in de Amsterdam Arena bijvoorbeeld. Concertgangers worden op die manier uitgedaagd om social media onderdeel te maken van hun eigen beleving. Je kunt op zo’n portal dan tekstberichten toevoegen, maar ook snel even kijken of er nog mensen binnen zijn die je kent. Dat is toch fantastisch? Een andere voorbeeld: stel nou dat je vanavond met KLM naar Miami vliegt. Doorgaans zijn dat lange en saaie vluchten, want contacten leggen in het vliegtuig blijkt nu eenmaal heel lastig. Hoe mooi zou het zijn wanneer ik op Facebook vermeld dat ik deze vlucht neem en vervolgens een lijstje met medepassagiers krijg voorgeschoteld die mijn interesses delen? Maken we dit soort vertaalslagen, dan heeft social media het in zich om net zo groot te worden als e-mail.”