Een economie die hapert, laat binnen bestaande grote bedrijven weinig ruimte voor innovatie. Medewerkers met een goed idee die willen gaan innoveren worden meer dan ooit geconfronteerd met kritische ogen die vragen om een uitgekiend investeringsvoorstel: voordat er geïnnoveerd mag worden, moet bewezen worden dat de innovatie gaat lukken. En winst oplevert. En juist dát kán niet op voorhand bij echte innovaties.
Steeds meer creatieve en innovatieve mensen verlaten daarom grote organisaties, beginnen een eigen bedrijf of vertrekken naar het buitenland. Zo zitten er momenteel 30.000 Nederlanders in Silicon Valley en eén ding is zeker: ze zijn daar geen Excel-sheets aan het invullen of aan het smeken om budget voor innovaties. Sterker nog: momenteel is er een groot overschot aan geld in de vallei, als je een overtuigend goed idee hebt, over de juiste presentatie-skills beschikt én bereid bent om een paar jaar keihard te werken, dan gaan investeerders graag met je in gesprek.
Maar daarmee lossen we het steeds groter wordende innovatieprobleem binnen bestaande, grote Nederlandse bedrijven niet op. Als we kijken naar de 100 grootste bedrijven, dan zijn zeker 50 grote, logge, olietankers die al jaren dezelfde koers volgen. Hoe kunnen die een dichtgemetselde manier van innoveren verlaten, zonder meteen de flappentap open te moeten zetten, en misschien ook wel een paar Nederlandse topinnovatoren terugverleiden uit de vallei?
Simpel: door als olietanker speedboten los te laten. Laat kleine teams van innovatieve mensen los, zet ze apart met een eigen budget en laat ze samen met studenten en de wetenschap aan een innovatie werken. Dat kunnen speedboten tegen een fractie van de kosten. En een ander voordeel is dat ze vrij over het water kunnen bewegen, zonder vast te lopen op de zandbank van bestaande belangen van de interne politiek.
Deze column schreef NewTeam-partner Danny Mekic’ op verzoek van Radio 1, TROS in Bedrijf.