Skip to main content
Tag

internet

Het is crisis bij rampensite Crisis.nl

By Actualiteiten, Onderzoek, Opinie, Social MediaNo Comments

Vandaag verscheen onderstaand opiniestuk van de hand van NewTeam-partner Danny Mekić in nrc.next (p. 19):

Het is crisis bij rampensite Crisis.nl

Een tonnen kostende website wordt weggegooid, zonder dat deze ooit goed gefunctioneerd heeft. En niemand heeft de leiding.

Sluit ramen en deuren, schakel mechanische ventilatiesystemen uit en zet radio of tv aan op de aangewezen rampenzender. In geval van een crisis of ramp heeft onze overheid een belangrijke taak in het informeren en beschermen van haar burgers. Op het moment dat er bij een brand giftige stoffen vrijkomen of er sprake is van een terroristische dreiging, is het van het grootste belang om de instructies van de veiligheidsdiensten op te volgen.

Steeds meer Nederlanders verkiezen om verschillende redenen internet boven radio en televisie voor het consumeren van informatie. Internet maakt informatie niet alleen sneller en makkelijker toegankelijk, maar ook concreter: door tijdens een ramp te vragen naar iemands postcode kunnen ook hele specifieke instructies worden verstrekt, in iedere gewenste taal. Ook het sociale aspect van internet verrijkt de informatievoorziening want tijdens een ramp kan makkelijk informatie en hulp gevonden worden bij vrienden, collega’s en buurtgenoten via sociale media als Twitter, Hyves en Facebook.

Dat sociale media een belangrijke rol kunnen spelen ten tijde van crises werd duidelijk tijdens de recente protesten in de Arabische wereld, waarbij Facebook en Twitter intensief werden gebruikt om met de buitenwereld en met mede-opstandelingen te communiceren. Het gebruik van sociale media tijdens de Arabische Lente was erg effectief als het ging om de snelheid, toegankelijkheid en impact. Tv en radio hobbelden daar structureel achteraan.

Om in Nederland aan de digitale informatiebehoefte te kunnen voldoen tijdens crisissituaties, introduceerde de Rijksoverheid in 2005 de website crisis.nl. Op de website staat te lezen dat ‘crisis.nl bij een ramp (…) wordt vervangen door een pagina met actuele informatie over de ramp’, en daarmee het digitale alternatief voor de analoge radio en tv moet vormen. Een verstandig besluit van de Rijksoverheid waarmee een belangrijke behoefte in de samenleving wordt erkend en bevredigd, als de website tenminste te bereiken is als hij wordt ingezet. Maar crisis.nl faalde al bij de officiële opening: na 500.000 bezoeken (1 op de 24 Nederlandse internetters kwam een keer langs) raakte de website overbelast. Ook werden de ontwikkelingen rondom sociale media, waar bijna alle Nederlandse internetters gebruik van maken, compleet genegeerd: het project was bij de lancering al verouderd.

Dat was zes jaar geleden en de afgelopen jaren heeft het internet grote ontwikkelingen doorgemaakt. Dat geldt echter niet voor crisis.nl, dat ook ná de lancering met problemen bleef kampen: in 2007 werd de rampensite omver geblazen toen een grote storm over ons land raasde, gedurende de recente brand in Moerdijk was de website urenlang onbereikbaar en ook tijdens de grote Amsterdam havenbrand, afgelopen februari, liet crisis.nl het afweten. Juist op cruciale momenten liet de website burgers in de steek. En van de onmisbare koppelingen met sociale media is anno 2011 nog steeds geen sprake.

Na deze en andere incidenten met de site beloofde het kabinet beterschap. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) hekelde afgelopen januari de onbereikbaarheid van de site: ,,Dat kan niet en dat moet niet. Dat gaan wij gewoon verbeteren.”

Vervolgens bleef het stil rondom het project. Om het stilzwijgen te doorbreken, diende de NOS een WOB-verzoek (Wet Openbaarheid van Bestuur) in en dat leidde tot interessante inzichten, zo bleek uit het NOS Journaal van afgelopen maandag. Uit documenten die de NOS heeft verkregen blijkt dat het consequent falende crisis.nl in de eerste drie jaar een slordige half miljoen euro te hebben gekost. Welke kosten in de jaren daarna zijn gemaakt is onduidelijk. Ook heeft de omroep geen antwoord gekregen op de vraag of de site is getest op grote aantallen bezoekers. Dat is opmerkelijk omdat in 2007 in antwoord op Kamervragen van oud-SP-parlementariër Arda Gerkens nog werd gesteld dat er regelmatig stresstesten worden uitgevoerd. De meest opmerkelijke bevinding van de omroep is misschien nog wel dat er binnen de betrokken ministeries grote onduidelijkheid blijkt te bestaan omtrent het project: betrokkenen melden dat veel afspraken niet schriftelijk zijn vastgelegd maar mondeling worden gemaakt en dat het volkomen onduidelijk is wie de leiding over het project heeft.

De crisis bij Crisis.nl lijkt compleet, nu uit niet-officieel door de NOS verkregen stukken blijkt dat er helemaal geen verbeteringen doorgevoerd gaan worden aan de website, zoals Opstelten beloofde. In plaats daarvan wordt de tonnen kostende website, zonder dat deze ooit goed gefunctioneerd heeft, weggegooid en eind dit jaar, met alle kosten van dien, vervangen door een gloednieuwe. Was het zo slecht gesteld met de site, dat deze niet verbeterd kón worden? En wordt dit het volgende falende IT-project van onze overheid, of trekt ze de stoute schoenen aan en laat ze zich onverwacht van haar innoverende kant zien?

-Danny Mekić

Beluister het opiniestuk als podcast:

Aanvullende informatie bij het opiniestuk:

Eind dit jaar wordt de vernieuwde cirsis.nl gelanceerd. Dat bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie nadat de NOS over de website berichtte.

De in 2005 gelanceerde website, die is bedoeld om burgers te informeren tijdens grote rampen, bleek niet goed te functioneren. Bij de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk was de site een uur uit de lucht. In 2007 was de site tijdens een grote storm onbereikbaar. Volgens de NOS, die inzage heeft gekregen in interne stukken van het ministerie, heeft de ontwikkeling en hosting van crisis.nl ten minste een half miljoen euro gekost.

De nieuwe website wordt volgens het ministerie stabieler en biedt ook integratie met sociale media.

Meer informatie over dit onderwerp:

Luchtvaartmaatschappij KLM vanaf nu 24/7 bereikbaar via sociale media op internet

By Social MediaNo Comments

Klanten van luchtvaartmaatschappij KLM kunnen vanaf vandaag 24 uur per dag en zeven dagen per week in contact komen met het bedrijf via Facebook, Twitter en Hyves. KLM is hiermee een van de eerste luchtvaartmaatschappijen wereldwijd en grote organisaties in Nederland die deze service biedt.

Bij KLM zijn social media niet meer weg te denken in het contact met de klant. Het blauwe bedrijf is al geruime tijd aanwezig op Facebook en Twitter en onlangs kwam daar – specifiek voor de Nederlandse markt – Hyves bij.

’Volgers’ kunnen er – in Engels en Nederlands – terecht met al hun vragen over hun reizen, zoals bagage, stoelreservering en het omboeken van tickets. Zij krijgen dan binnen één uur antwoord en eventuele problemen worden binnen 24 uur opgelost. Tot voor kort gebeurde dit tussen 8 uur ’s ochtends en 23 uur ’s avonds, maar sinds vandaag kan men 24 uur per dag altijd en overal contact opnemen met KLM en gebruikmaken van de service die KLM haar klanten biedt via deze kanalen.

KLM informeert haar volgers via deze social media ook over het laatste KLM-nieuws en leuke acties. Eerder begon ook ABN Amro met het verlenen van 24-uursdiensten via social media. Het is een niet te stoppen trend dat klantcontacten met grote organisaties steeds meer via online en sociale media plaats zullen gaan vinden. Niet alleen om de klanttevredenheid en -ervaring te verbeteren, maar ook kan het inzetten van deze platforms sterk kostenbesparend werken. NewTeam adviseert je graag!\

Lees ook het artikel op Nu.nl.

Documentaire: een week zonder internet?

By TelevisieNo Comments

Een week zonder internet leidt tot verveling, sociaal isolement en ontreddering. Dat concludeert onderzoeker Arne Maas van het lectoraat Marketingcommunicatie in oprichting.

Samen met vier studenten communicatiemanagement voerde hij een proef uit met zestien personen die een week verstokt bleven van internet. Zij mochten geen gebruik maken van het internet: geen sites bekijken, niet e-mailen en geen apps op de mobiele telefoon gebruiken. De proefpersonen, waaronder studenten, werkenden en één dame van in de 70, hielden een videodagboek bij.

‘Beetje eenzaam’, zegt een van de deelnemers op de trailer. ‘Ik heb het idee dat ik van de wereld ben afgesneden’, oppert een ander. Een derde: ‘Wat heeft een iPhone nou voor zin zonder internet.’

Pleidooi voor ict-kamers bij rechtbanken

By Nieuws uit eigen keukenNo Comments

NewTeam-partner Danny Mekic’ pleitte afgelopen week in actualiteitenrubriek EénVandaag voor in ict gespecialiseerde rechters en misschien zelfs een speciale ‘ict-kamer’, met rechters gespecialiseerd in ict, binnen het Nederlandse rechtssysteem. Onder het huidige regime is het voor veel rechters lastig om bij te blijven met alle technologische ontwikkelingen, op en rond met name het internet, waardoor ze meer dan bij veel andere rechtszaken moeten leunen op uitleg en adviezen van derden.

Bekijk hier de reportage:

sitestat

Nederlanders willen netneutraliteit

By OnderzoekNo Comments

Interessante onderzoeksresultaten uit kamp Maurice de Hond. Hij vroeg Nederlanders naar hun mening over het recente voorstel voor netneutraliteit, waarbij het gsm-/internetproviders verboden wordt om delen van het internet te blokkeren of te tariferen (extra geld te vragen). Aanleiding voor deze discussie was de bekendmaking van enkele mobiele providers dat ze klanten extra geld in rekening willen brengen voor de doorgifte van communicatieprogramma’s zoals Skype, Whatsapp, of bijvoorbeeld de populaire videosite Youtube om dalende inkomsten uit bel- en sms-verkeer te compenseren.

Uit het onderzoek van De Hond blijkt dat de kiezers van alle onderzochte politieke partijen voorstander zijn voor netneutraliteit, gemiddeld maar liefst 66%. Slechts 15% van de geënquêteerden sprak zich tegen het voorstel uit.

Opvallend is dat ook onder de VVD-kiezers 69% voorstander is van netneutraliteit, terwijl Tweede Kamerlid Afke Schaart nog tegen het amendement van D66 stemde.

Bekijk hier de onderzoekresultaten.

Met het onderzoek wordt ook gehakt gemaakt van de stelling van Vodafone dat consumenten geen netneutraliteit willen, wat eerder door dagblad De Pers haarfijn werd betoogd.

Sociale Media in 2009

By Actualiteiten, Innovatie, OpinieNo Comments

Het was het jaar van Twitter, van social media als Linkedin en Facebook. Handige tools die we goed hebben leren kennen. Waar het heen gaat? Penthouse nodigde internetpionier Danny Mekic’ uit om dat te komen vertellen.

Dit artikel is geschreven door John van Schagen en gepubliceerd in de Penthouse van december 2009.

Terug naar het jaar 1999. U had waarschijnlijk net voor het eerst een mobiele telefoon op zak. Herinnert u zich dat apparaat nog? Een koelkast! Zwart en grijze letters op het scherm met functies die lang niet altijd even makkelijk in het gebruik waren. Ach, u lacht er inmiddels om. Diezelfde gedachten borrelen waarschijnlijk op wanneer we in 2019 terugdenken aan de tijd waarin Twitteren en Linkedin een decennium eerder hun intrede hadden gedaan. Toen, in 2009, moest u op het beeldscherm nog een compleet inschrijfformulier invullen om lid te worden van Hyves, om daarna exact dezelfde vragen te beantwoorden voor een account op MySpace. Twitter en Facebook waren nog twee werelden apart en via e-mail werd u voortdurend bestookt met allerlei productaanbiedingen. Voor meer dan de helft van de Nederlanders was internet op de mobiele telefoon nog toekomstmuziek. Dat was toen, dat was 2009.

Dat platforms als Hyves, Facebook, MySpace en Twitter in opmars zijn, is dit jaar wel duidelijk geworden. Vraag is nu alleen: waar gaan we naartoe? De ontwikkelingen stapelen zich in rap tempo op, maar weinig mensen die echt lijken te weten hoe de eerste, tweede en derde haltes hierna eruit zien. Internetexpert Danny Mekic’, CEO van Domeinbalie.nl en consultant, trekt die toekomstgordijnen speciaal voor Penthouse omhoog. Hij ziet in de huidige opmars van sociale netwerksites grote gelijkenissen met de manier waarop eerdere digitale revoluties zich afspeelden. Om te beginnen met de opmars van het internet zelf. “Mensen zeiden in die beginperiode nog: ik ga vanmiddag internetten. Dat was nog de tijd van easyInternetcafés in Amsterdam, waar je tegen betaling van drie gulden een half uur minuten online was. Die zelfstandige activiteit is inmiddels volledig geïncorporeerd in de levens van mensen. Men denkt daar niet meer over na. Internetten gebeurt voortdurend en overal. Thuis, op het werk en in de trein. Hetzelfde zag je daarna gebeuren met e-mail. In het begin was dat een losse activiteit. Zo van: ik ga vanmiddag de berichten van de afgelopen drie dagen in mijn mailbox beantwoorden. Inmiddels werkt dat niet meer zo en is e-mailen volledig ingeburgerd in het dagelijks leven. Diezelfde ontwikkeling zie je nu heel duidelijk bij social media. Nu klinkt nog: ik ga vanmiddag mijn Linkedin-profiel aanpassen. Dat is een op zichzelf staande activiteit. De grote uitdaging waar aanbieders van social media voor staan, is om deze activiteit een plek te geven in het dagelijkse leven van mensen. Volledige integratie dus, net als eerder bij internet en e-mail gebeurde.”

Het antwoord op die kwestie? De mobiele telefoon! Volgens Mekic’ ligt daar de sleutel tot succes. “Toch verloopt de vertaalslag van social media naar het alledaagse leven moeizamer dan je destijds bij e-mail zag. Als gebruiker koop je een BlackBerry en kun je mailen. Dat komt omdat we bij e-mail werken met standaard protocollen waardoor de verschillende aanbieders met elkaar kunnen communiceren. Dat is bij social media nog niet het geval. Op Hyves kun je sinds kort al wel je Twitter-account updaten. En pas je je Hyves-profiel aan, dan worden die wijzigingen ook doorgevoerd op Facebook. Die kant moeten we op.” Naast uw mobiele telefoon is er nóg een ontwikkeling die de opmars van sociale netwerksites in uw leven een flinke boost kan geven. Social media op drukbezochte toplocaties als de Heineken Music Hall en Sportpaleis Ahoy’. Waarom richten we op die plekken niet een hoek in waar social media wordt vertegenwoordigd?, vraagt Mekic’ zich openlijk af. “Een Hyves-portaal in de Amsterdam Arena bijvoorbeeld. Concertgangers worden op die manier uitgedaagd om social media onderdeel te maken van hun eigen beleving. Je kunt op zo’n portal dan tekstberichten toevoegen, maar ook snel even kijken of er nog mensen binnen zijn die je kent. Dat is toch fantastisch? Een andere voorbeeld: stel nou dat je vanavond met KLM naar Miami vliegt. Doorgaans zijn dat lange en saaie vluchten, want contacten leggen in het vliegtuig blijkt nu eenmaal heel lastig. Hoe mooi zou het zijn wanneer ik op Facebook vermeld dat ik deze vlucht neem en vervolgens een lijstje met medepassagiers krijg voorgeschoteld die mijn interesses delen? Maken we dit soort vertaalslagen, dan heeft social media het in zich om net zo groot te worden als e-mail.”

NL verkiezingen 2011: Wie heeft van Obama geleerd?

By OpinieNo Comments

Zwicht Den Haag voor een campagnestrategie 2.0? door Sietse Bakker:

Vorige week schreef nieuwe media adviseur Winfried van der Veen op deze website een overzichtelijk artikel over de online campagne van Barack Obama. Vanuit mijn specialisatie in nieuwe media heb ik de Obama-campagne met interesse gevolgd en heb me daarbij telkens laten verrassen door de slimme aanpak van het campagneteam. Wij kiezen weliswaar niet net als in de VS direct onze president, maar werken hun campagnetactieken ook in de polder? Wat betekent de opmars van sociale media voor de Haagse campagnecommunicatie en -strategie? En is Nederland klaar voor een eigen Obama?

2011 is natuurlijk nog ver weg en we zullen tot die tijd ongetwijfeld veel zien gebeuren op het gebied van nieuwe media. Sinds de laatste Tweede Kamer-verkiezingen wordt al veelvuldig gebruik gemaakt van nieuwe- en sociale media. Onze premier is met zo’n 150.000 ‘vrienden’ een graag geziene gast op Hyves. Het was Rita Verdonk die eerder dit jaar haar trotsopnederland.com lanceerde. Terwijl onze minister-president op Hyves haast een cultstatus heeft verkregen, zag ‘IJzeren Rita’ haar met veel bombarie gelanceerde beweging doven als een nachtkaars. Waar Obama via een scala aan online kanalen zijn standpunten communiceerde, vroeg Verdonk de Nederlandse bevolking om samen tot een programma te komen. Het is te vroeg om het initiatief van de voormalig VVD-er af te schrijven, maar niets duidt erop dat het initiatief een daverend succes is. De wiki faalde al snel dankzij een legertje spammers, de website doet nog altijd statisch aan en media-aandacht voor de ontwikkelingen binnen de ‘beweging’ is er niet.

Betrokkenheid
Ik kan me voorstellen dat voor Nederlandse politieke partijen de verleiding groot is om het Obama-concept een op een in de polder uit te rollen. In tegenstelling tot de Amerikanen zijn Nederlanders veel minder betrokken bij de politiek en is het hier vrij ongebruikelijk om met campagnemateriaal langs de deuren te gaan, grote verkiezingsbijeenkomsten te houden en potentiële kiezers met miljoenen tegelijk te bellen om ze toch vooral over te halen om voor ‘jouw’ kandidaat te stemmen. Laat staan dat Nederlanders massaal geld doneren aan politieke campagnes. Met enig optimisme valt nog wel te pleiten voor de mogelijkheid dat een dergelijke ‘campagne 2.0’, die zich grotendeels online afspeelt, juist jonge mensen zou kunnen inspireren tot nieuwe betrokkenheid. De online campagne van Obama was er echter op gericht supporters aan te moedigen eerdergenoemde activiteiten te ondernemen. Politiek Nederland zal de Obama-strategie dus flink onder handen moeten nemen om deze aan te passen aan de Nederlandse manier van politiek bedrijven..

Goed, aanpassen dus. Maar hoe dan? Waar jong en oud in Nederland niet schromen het debat – al dan niet anoniem – aan te gaan, is op internet. Tenzij de komende jaren (onverwacht) extreme veranderingen in de mediaconsumptie plaatsvinden, is het aannemelijk dat Nederlandse politici en politieke partijen zich zullen moeten richten op het online debat en het online werven van kiezers. Een weblog en een Hyves-profiel zijn niet langer afdoende. Wie die kunst beheerst om op een vernieuwende en oprechte manier de jongere generatie kiezers aan te spreken, kan het nog weleens ver gaan schoppen in de verkiezingen van 2011.

Duidelijkheid
Tot op heden is geen van de gevestigde politieke partijen, noch de rijksoverheid in Nederland verrassend uit de hoek gekomen op internet. Zou er een prijs zijn voor het meest succesvolle politieke initiatief op internet, dan zou de eer naar de Stemwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek gaan. In de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen van 2006 werd de online stemhulp maarliefst 4,8 miljoen keer geraadpleegd. In de wirwar van politieke partijen en dikke verkiezingsprogramma’s heeft de kiezer behoefte aan duidelijkheid. Naast brandjes blussen is het communiceren van een duidelijke boodschap de rode draad in elke campagnestrategie. En dat is waar nieuwe- en sociale media een cruciale rol spelen. Herhalen, herhalen, herhalen!

De Obama-campagne is vanaf het prille begin glashelder geweest in de communicatie. ‘Change we can believe in. Yes we can.’ Een zeer onbescheiden boodschap die onbescheiden vaak, maar op een bescheiden manier werd gecommuniceerd. En die doneerknop, natuurlijk. Een krachtige, maar ook abstracte boodschap, die keer op keer werd herhaald in speeches, via de website, op FacebookMySpaceYouTube en Twitter. Doordat vooral jonge mensen gebruik maken van een breed scala aan sociale media, worden zij meer blootgesteld aan herhaling van de boodschap.

Bescheidenheid
Het betrekken van vooral jongere kiezers en het communiceren (lees: herhalen) van de boodschap via de beschikbare online kanalen gaat een belangrijke, zo niet cruciale rol spelen bij de aankomende verkiezingen. Dat op zich is, zeker onder de communicatieprofessionals, geen nieuws. Nieuwe media spelen een steeds grotere rol in ons leven en dat geldt zeker voor hen die in 2011 voor het eerst naar de stembus mogen. Een interessante game changer – journalistiek Nederland kan vast niet wachten – kan de opkomst van een Nederlandse variant van Barack Obama zijn, die juist die doelgroep aanspreekt. Geen populist, geen opschudder, maar een bescheiden redenaar met een heldere, positieve en inspirerende boodschap. Ergens dichtbij het midden. Bescheidenheid is daar, gezien de Nederlandse volksaard, misschien nog wel het belangrijkst. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.

Zeker in een politiek landschap waarin de verschillen tussen partijen vaak moeilijk te onderscheiden zijn, kan online communicatie de doorslag geven. Wie in 2011 een klinkende verkiezingsoverwinning wil behalen, moet alvast op zoek gaan naar iemand die de invloed van sociale media begrijpt en kan toepassen. Sterker nog, de gevestigde politieke partijen kunnen het zich, met het oog op concurrentie en eventuele nieuwkomers, niet permitteren zich niet grondig te verdiepen in politiek 2.0. Of 3.0. Want voordat het 2011 is…