Skip to main content
Tag

informatie

Innovatie in de gezondheidszorg

By Actualiteiten, Innovatie, LezingenNo Comments

Het UMC Utrecht stond op 5 februari in het teken van de verbinding tussen bedrijven, ondernemers en de medische wetenschap. Tijdens het Business meets Private event deelde onder ander Danny Mekic’ zijn visie op de gezondheidszorg. Hij ging tijdens zijn lezing in op innovaties en nieuwe technologische ontwikkelingen die op dit moment plaatsvinden en wat de gevolgen daarvan zijn voor de medische wereld.

Technologische ontwikkelingen en innovaties volgen elkaar in steeds sneller tempo op. Een paar jaar geleden had nog niemand van een drone gehoord, terwijl op dit moment de eerste tests worden uitgevoerd met ambulancedrones die zelfs op de meest afgelegen plekken medische noodhulp kunnen leveren. Artsen maken gebruik van apps en het internet om moeilijke medische uitdagingen te overleggen met experts over de hele wereld. Patiënten kunnen met sensoren en apps hun eigen bloedwaardes meten en medische adviezen inwinnen zonder op spreekuur te hoeven. Er staat veel te veranderen.

Ondanks alle veelbelovende mogelijkheden die technologie biedt voor de medische wetenschap, vindt Danny het belangrijk een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. Patiënten kunnen namelijk via internet inmiddels zo veel informatie verzamelen en uitwisselen dat patiënten met onvoldoende kennis bepaalde behandelingen of medicijnen gaan eisen, zonder daarbij de deskundigheid van de arts te raadplegen. Bovendien roept het gebruik van sensoren vragen op over datagebruik, veiligheid en privacy van patiënten. Hij drukt de aanwezigen dan ook op het hart bij het omarmen van innovaties kritische vragen te blijven stellen.

WhatsAppende artsen: een zorg of een zegen?

By Actualiteiten, Gezondheidszorg, TelevisieNo Comments

Artsen, verplegers en ander medisch personeel hebben in WhatsApp een uitkomst gevonden om snel en efficiënt te communiceren tijdens ingewikkelde en intensieve procedures. De chatservice biedt een uitkomst bij het coördineren van de logistiek rond bijvoorbeeld donortransplantaties, waarbij artsen niet altijd een hand vrij heeft om de telefoon op te nemen. Het overgrote deel van het medisch personeel in Nederland geeft aan regelmatig van WhatsApp-groepen gebruik te maken. Naast coördinatie biedt de app ook aan artsen de mogelijkheid om moeilijke casussen aan elkaar voor te leggen en advies te krijgen met betrekking tot ingewikkelde diagnoses.

Het uitwisselen van medische data is echter aan strenge wetgeving gebonden. WhatsApp-verkeer gaat over de servers van Facebook en voldoet daarmee niet aan de privacy-eisen die de wetgeving daaraan stelt. Aanvankelijk gaf de artsenfederatie KNMG geen negatief advies af over het gebruik van WhatsApp: zolang de verstuurde informatie niet te herleiden is tot de patiënt, stond de federatie het delen van medische informatie via de app toe.

Bij EenVandaag op 23 februari sprak Danny Mekić zijn zorgen uit over data-uitwisseling via WhatsApp, maar zolang er geen veiliger alternatief is en er levens mee gered worden, begrijpt hij dat het gebruik van WhatsApp gedoogd wordt. Danny ziet veel belofte in een app die voor dit doel ontwikkeld wordt: uit de zorgen over privacy en wetgeving omtrent de data ontstond de app MDLinking. Deze app maakt het mogelijk voor artsen om met elkaar te communiceren via een beveiligde verbinding. De gebruiker logt in met een vingerafdruk of een wachtwoord, waardoor alleen de ontvanger de berichten kan lezen.

Niet lang na de uitzending maakte de artsenfederatie KNMG kenbaar dat het gebruik van WhatsApp voor het delen van patiëntinformatie niet toegestaan is.

Internet of Things congres: IoT vraagt om waakzaamheid

By LezingenNo Comments

Tijdens het Internet of Things congres in het Mercure City Hotel in Amsterdam ging Danny Mekic’ (NewTeam Partner & technologie-expert) afgelopen dinsdag in discussie met Marino Strik van NXP Semiconductors en Leo van der Putten van Clickey over de voor- en nadelen van het verbinden van voorwerpen uit ons leven met het internet. Een centraal thema tijdens dit congres was dat, door de toenemende mate van technologische verbinding moet de vraag gesteld worden of we nog wel de baas zijn over ons eigen leven. Danny Mekic’ zette de toon door te stellen dat hoe slimmer de technologie is waar we ons mee omringen, hoe dommer wij zelf worden.

Slimme technologie maakt ons dom — Danny Mekic’

Bovendien blijkt vaak niet duidelijk wat de bedoelingen zijn van de verschillende partijen die de chips in onze Internet of Things-apparaten beheren, en de bedrijven die data verzamelen uit bijvoorbeeld de zelfrijdende auto of ons gezondheidsdossier. Is het wel wenselijk om grote, Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven er met zo veel informatie vandoor te laten gaan? Danny Mekic’ ziet hierin een rol voor de overheid. Naar zijn mening moet de overheid meer afstand nemen van deze ontwikkelingen door restricties op nieuwe technologieën tot een minimum te beperken, terwijl waarborgen voor grondrechten van burgers worden gemaximaliseerd.

Ook waarschuwt hij dat het belangrijk is dat commerciële organisaties in het technologische landschap door de overheid gedwongen moeten worden om transparant te zijn in hun omgang met de verzamelde data. De keuze van het individu om al dan niet in hun digitale databases te worden opgenomen is volgens hem essentieel om te voorkomen dat de mens slaaf wordt van technologie. Ook pleit hij voor een verplichte waarschuwing wanneer algoritmen aan het werk zijn, bijvoorbeeld bij persoonlijke zoekmachineresultaten op het internet of bij boekingssites van reizen die sommige gebruikers meer en anderen minder laten betalen, omdat het lang niet altijd duidelijk is voor gebruikers dat er met hun profiel kan worden gediscrimineerd.

Kortom: hoewel er ontzettend veel innovatieve en positieve mogelijkheden in het verschiet liggen, is het belangrijk een vinger aan de pols te houden, aldus Danny Mekic’.

Tapsterk-wet: niet nodig, niet wenselijk en zelfs gevaarlijk

By Actualiteiten, OpinieNo Comments

Onlangs heeft Minister Plasterk een voorstel gedaan waarbij alle inlichtingsdiensten bevoegdheid krijgen om alle Nederlandse burgers onder digitaal toezicht te plaatsen. Danny Mekic’ (NewTeam Partner & technologie-expert) schreef hierover een opiniestuk in het NRC Handelsblad op donderdag 3 september 2015. ‘In één klap criminaliseert hij in 17 miljoen Nederlanders, vele tientallen miljoenen buitenlanders en maakt hij Nederland totaal onaantrekkelijk voor bedrijven die hun data en websites veilig bij ons onder willen brengen.’, aldus Danny Mekic’. 

Danny Mekic’ schrijft dat het de overheid – zonder verdenking – niets aangaat waar burgers zijn en wat ze doen. ‘Maar alles om terrorisme tegen te gaan, toch? Dat argument snijdt geen hout, want de daders van de grote aanslagen van het afgelopen decennium waren over het algemeen al bekend bij de internationale veiligheidsdiensten. Bekende verdachten mógen nu al onbeperkt digitaal en fysiek worden gevolgd.’  Volgens Danny is er geen gebrek aan informatie, maar eerder een overvloed aan (irrelevante) informatie. Dit zorgde er volgens Danny Mekic’ namelijk voor dat de terroristische aanslagen die eerder gepleegd werden, niet voorkomen konden worden.

De ‘Tapsterk-wet’ is niet alleen overbodig, onwenselijk en in strijd met de grondwet. Het is ook nog eens gevaarlijk. Wat als alle gegevens die geregistreerd staan gepubliceerd worden, doordat de AIVD of MIVD gehackt worden? ‘Vorige maand pleegden twee mannen zelfmoord nadat informatie over hun lidmaatschap op de overspelsite Ashley Madison gepubliceerd werd. Dat geeft ons alvast een denkrichting.’

Lees hier het volledige artikel.

Kies een vak, geen opleiding!

By ColumnsNo Comments

In de buitenlandse media is er veel commotie ontstaan rond het boek “Le Capital au XXIe  siècle” (Het kapitaal van de 21e eeuw) van Thomas Piketty. In Nederland begint de discussie over dit boek langzaam op gang te komen, maar echt groots is de commotie nog niet. In deze discussie gebeurde er iets heel interessants, namelijk dat economie studenten uit 19 landen de krachten bundelde om ervoor te zorgen dat hun curriculum zou worden veranderd. (1)  De oproep van studenten was tekenend voor een belangrijker fenomeen, namelijk dat het huidig onderwijssysteem niet meer voldoet aan de normen die vandaag de dag gesteld worden.

Wat is er precies mis met het huidig onderwijssysteem? Het is een systeem waarin een aantal deelsystemen zitten, waarmee je op een fabrieksmatige manier een aantal stappen moet doorlopen om met een papiertje het gebouw te kunnen verlaten. Het industriële model is strak van vorm, wat terug te zien is in bijvoorbeeld de vaste lestijden en het volgen van veelal dezelfde vakken. Het belang om via de juiste wegen het systeem te doorlopen is zo groot, dat dit soms een gang naar de rechter oplevert. (2)

Doordat de hoeveelheid informatie steeds groter wordt en het aantal verschillende banen hierdoor meegroeit, zijn de vragen die beantwoord moeten worden steeds meer divers en in veel gevallen ook complexer. Het antwoord van de onderwijssysteem is dat er meer deelsystemen moeten worden aangelegd, met als gevolg dat we een wildgroei hebben aan opleidingen. Een bekend voorbeeld is de 1092 MBO opleidingen die Nederland telt, waarvan akte. (3)

Is het altijd noodzakelijk dat we deelsystemen bijbouwen om maar het hoofdsysteem in stand te houden? Ik denk niet. De kern van onderwijs is, is dat er kennis op een zo goed mogelijke manier wordt overgedragen. De hoeveelheid informatie die we hebben kan onmogelijk in een systeem worden verwerkt, zeker omdat de informatiehoeveelheid explosief groeit. Dat de filters van dit systeem discutabel zijn, wordt bevestigd door de eerder genoemde discussie rond het boek van Thomas Piketty, maar ook door discussie omtrent het “wegmoffelen” van Pim Fortuyn in de geschiedenisboeken (EenVandaag).

Wat is precies de oplossing voor dit probleem? Ik denk dat een oplossing ligt in de keuzemogelijkheid voor een nieuw systeem. Maurice de Hond heeft ons met zijn O4NT initiatief, beter bekend onder de noemer Steve Jobs- of iPadscholen, laten kennismaken met een andere vorm van onderwijs. Het onderwijs brengt een onoverkomelijke digitaliseringsslag in het klaslokaal. Dit is zeker niet per definitie beter, maar zet ons wel aan het nadenken over andere vormen van onderwijs. 

De gehele oplossing weet ik niet, maar een onderdeel van de oplossing is naar mijn mening wel om ervoor te zorgen dat de laag “opleiding” verdwijnt. Waarom precies? Een opleiding bestaat uit een verzameling vakken die vallen binnen een bepaald kennisgebied. Je onderscheid je als leerling het beste als je veel verschillende vakken combineert, waardoor principes die mensen in het ene vakgebied te kort komen kan compenseren met andere uit een ander vakgebied. In een wereld waarin mensen zich voornamelijk specialiseren, is er behoefte aan een ander fris geluid uit een andere discipline. Dit komt er direct in, met als gevolg dat het nieuwe onderwijs hele diverse leerlingen aflevert. Het goed kennis kunnen overdragen  verandert hierdoor in het overdragen van de juiste kennis.

Ik hoop deze relatief eenvoudig in te voeren verandering wordt doorgevoerd ten behoeve van het huidig systeem en ieder toekomstig systeem. Als we definitief hebben afgerekend met MBO opleidingen zoals manager paardensportbedrijf en matroos operationele dienst verbindingen kunnen we weer vooruit met Nederland. 


(1) http://www.theguardian.com/education/2014/may/04/economics-students-overhaul-subject-teaching

(2) http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/niet-blij-met-schooladvies-dan-stap-je-toch-naar-de-rechter 

(3) http://www.mboraad.nl/?id=424 

Big Data en de Lonely Wolf

By ColumnsNo Comments

Zélf informatie verzamelen als organisatie is belangrijker dan ooit. Hoe meer je als organisatie van de wereld begrijpt, hoe beter je producten en diensten zullen aansluiten op de vraag van de consument, hoe groter de kans is dat je marketing daadwerkelijk je toekomstige klant zal bereiken, en hoe beter je in staat bent om bestaande relaties te behouden.

Dankzij zoekmachines is steeds meer informatie op internet te vinden. Om een concurrentievoordeel te behalen, zul je dus beter moeten zoeken dan je buurman. En omdát steeds meer informatie te vinden is op het openbare internet, is de informatie die je daar aantreft gemiddeld steeds minder bruikbaar. Zoeken naar een speld in een hooiberg is niets vergeleken met de ieder jaar met 100% toenemende omvang van het internet.

Hoe ziet de 21e-eeuwse hooivork eruit waarmee je de informatie vindt waar je naar op zoek bent? Verzamel zelf de informatie, analyseer het en maak het bruikbaar voor je eigen organisatie. Kijk maar naar de grote Silicon Valleybedrijven waar zo tegenop wordt gekeken; Google, Facebook, Instagram, bedrijven die we roemen en enkel roemen om hun online informatiepositie, en het geld dat ze daarmee verdienen.

Hoe staat het met de informatie waar de grote bedrijven al wél over beschikken? Niet goed, constateer ik iedere keer weer als ik een callcenter aan de telefoon heb. “Wat is uw klantnummer?” – ik bel toch echt met het mobiele nummer dat ook in hun databank staat. En met “U” aangesproken worden wil ik trouwens ook niet als 26-jarige, terugdenkend aan mijn geboortedatum die ik in moest vullen bij het afsluiten van het contract.

Het is helaas vaak een lonely wolf die zich binnen grote organisaties bezighoudt met het onderwerp Big Data, die collega’s zo ver moet krijgen om “hun” data te delen, en een manier te vinden om de informatie doorzoekbaar en bruikbaar te maken. Het zijn ook lonely wolfs binnen organisaties die juist héél ver zijn met dataverzameling en die we moeten wijzen op de privacygrenzen.

Helaas kan een lonely wolf in zijn eentje niet de wereld veranderen. Behalve wanneer hij plotseling in Marknesse gevonden wordt – óf Edward Snowden heet.

Deze column schreef NewTeam-partner Danny Mekic’ op verzoek van Radio 1, TROS In Bedrijf.

Nationale cyberschuilplaats houdt DDoS-aanvallen buiten de deur

By BeschouwingNo Comments

De recente DDoS-aanvallen op banken, KLM en DigiD –met onbereikbaarheid en grote financiële schade tot gevolg– laten zien hoe afhankelijk onze samenleving is geworden van het internet, en hoe kwetsbaar vitale websites en diensten zijn voor dit soort aanvallen, die technisch gezien door nagenoeg iedereen georganiseerd kunnen worden verbinden met een internetverbinding. De Politie hack-bevoegdheden geven, zoals Minister Opstelten eind vorig jaar voorstelde, lost niets op maar betekent slechts een nieuw hoofdstuk in een kat-en-muisspel: ook de aanvallers zijn namelijk bezig hun methoden te verbeteren. Nederland zou met het toe-eigen van provocerende internationale hackbevoegdheden juist váker doelwit kunnen worden. Moeten we leren leven met die kwetsbaarheid in onze samenleving en de regelmatige uitval van vitale diensten, of wordt het tijd voor een ander soort oplossing?

Om een einde te maken aan de overlast van buitenlandse DDoS-aanvallen zou een ‘nationaal internet’ opgezet moeten worden waar vitale websites en diensten zoals DigiD en internetbankieren zich als backup op aan kunnen sluiten. Het nationaal internet wordt direct verbonden met aanbieders van Nederlandse internetverbindingen, zoals XS4ALL, Ziggo en KPN. Buitenlandse internetverbindingen, waar de meeste DDoS-aanvallen vandaan komen, zijn niet aangesloten op het nationale backup-internet. De vitale websites en diensten blijven zo onder normale omstandigheden wereldwijd toegankelijk, maar bij (zware) DDoS-aanvallen beperkt het leed zich tot onze landsgrenzen, met veel minder overlast en schade tot gevolg. Wat Nederlandse doelwitten, vanwege hun beperkte impact, minder aantrekkelijk maakt.

Natuurlijk zullen er ook DDoS-aanvallen plaatsvinden binnen het Nederlandse netwerk, maar zij zullen minder snel de intensiteit kennen van wereldwijde aanvallen maar vooral ook beter onderzocht en vervolgens geblokkeerd kunnen worden. Daar waar het spoor van Politie en Justitie naar de daders nu vaak ophoudt bij buitenlandse landsgrenzen, is het bij een binnenlandse aanval goed mogelijk om de gebruikte computers fysiek op te sporen en te onderzoeken hoe zij bij de aanval zijn betrokken. Met zicht op de daders.

Bij een nationaalinternet is het goed mogelijk om een intelligent waarschuwingssysteem te gebruiken, waarbij plotselinge aanvallen aan de zijde van de vitale diensten op het interne netwerk zoveel mogelijk automatisch worden gestopt in samenwerking met de aangesloten Nederlandse internetproviders. Het systeem zou daarnaast geanonimiseerde, statistische informatie kunnen genereren waar een actueel dreigingsbeeld uit ontstaat, niet alleen voor politieonderzoek maar juist ook voor bedrijven en organisaties zelf, die nu in het duister tasten over de recente gebeurtenissen en niet precies weten of en hoe zij zich moeten wapenen. Door de aanvalsinformatie voor alle vitale diensten te verzamelen, te koppelen en te verspreiden, moet het mogelijk worden aanvallen gericht op meer dan één vitale website sneller te signaleren, maar ook aanvallen tegen te gaan door op basis van deze informatie beveiligingsbeslissingen te nemen. Onderzoekers moeten de informatie daarnaast kunnen gebruiken voor onderzoek naar betere beschermingsmethoden.

Alternatieven lijken er niet te zijn: het is ondoenlijk om iedere Nederlandse organisatie de allerbeste DDoS-beveiliging aan te laten schaffen of iedere aanval telkens handmatig af te wenden, dat zou daarnaast de maatschappelijke kosten enorm opdrijven. Een “nationale firewall”, waarbij het Nederlandse internet volledig afgesloten zou kunnen worden van de buitenwereld, is geen optie: niet alleen druist zoiets in tegen het open karakter van het internet, het zou ook principeel onbespreekbaar moeten zijn vanwege massacensuur die het theoretisch in de hand zou kunnen werken – zoals met vergelijkbare systemen bijvoorbeeld in China gebeurt.

De vitale diensten van alle EU-lidstaten zouden moeten werken aan vergelijkbare netwerken, zodat de nationale ‘veilige’ netwerken in de toekomst met elkaar verbonden kunnen worden. Er ontstaat zo een veiliger, stabieler internet waar lokale autoriteiten aanvallen sneller op kunnen sporen en kunnen stoppen. Een veilige haven, die binnen haar grenzen zelfs bij de zwaarste wereldwijde cyberaanvallen stabiel en bereikbaar te houden is, wat de vitale diensten minder aantrekkelijk maakt voor digitale kwajongens maar misschien zelfs ook voor zware criminelen: die kunnen hun tijd beter elders verdoen. En in landen zonder aansluiting op het veilige internet zouden ‘veilige’ verbindingen, bijvoorbeeld op ambassades, ingericht kunnen worden. If you can’t beat them, hou ze voorlopig dan maar gewoon buiten de deur.

NewTeam-partner Danny Mekic’ is op zoek gegaan naar andere en toekomst bestendigere oplossingen dan het opvoeren van beveiligingsniveau’s. Bovenstaand opiniestuk verscheen 7 mei 2013 in NRC Handelsblad en nrc.next.

NRC: Van Verlichting naar Verzwaring

By OpinieNo Comments

Op verzoek van NRC Handelsblad schreef NewTeam-partner Danny Mekic’ een beschouwing die vooruitblikt op ict in het jaar 2025:

ICT leek lange tijd de oplossing voor de steeds complexer wordende wereld, complexer wordende vragen, complexer wordende antwoorden, de ieder jaar met 100% toenemende informatie op het internet, de totale information overload; klappers en adressenboekjes werden verruild door elektronische systemen en zonder duidelijke verwachting werden we keer op keer verrast door het eindresultaat van onze innovaties.

En zo werd ICT een toverstaf, onderdeel van het sprookjesbos waar opeens meer kon in minder tijd, met minder geld, met minder mensen en onafhankelijk van tijd en locatie. Always on, altijd verbonden, altijd in beweging. ICT als doel, in plaats van een middel.

Maar waar ICT de wereld ogenschijnlijk een stuk kleiner en overzichtelijker heeft gemaakt, leiden systemen steeds vaker een eigen leven. En weten de systemen meer over ons, dan wij over de systemen. Mensen zijn steeds minder baas over het eigen leven, steeds vaker zijn we slaaf van de stroom aan informatie en kennis en doen we wat beweerd wordt het beste te zijn. Door computers.

Want dat is hoe ICT steeds vaker wordt ingezet: niet als middel. Niet ter ondersteuning. Maar om de mens te vervangen, om de mens te controleren en om de mens te sturen. En uiteindelijk om onze gedachten te vervangen:

IBM heeft de supercomputer Watson ontwikkeld. Diagnoses kunnen met deze computer automatisch worden gesteld op basis van je elektronisch patiëntendossier, eventueel met door de computer voorgeschreven aanvullend onderzoek, waarna het Clinical decision support system (CDSS) beslist over de verdere behandeling en medicatie. Een andere plek waar het het menselijk denken al in 2025 zou kunnen vervangen is binnen de rechtspraak, denk in de eerste instantie vooral aan de afdoening van bezwaren tegen verkeersboetes. En wat als Facebook op basis van de 1 miljard gebruikersdossiers de laatste wetenschappelijke inzichten over aantrekkingskracht gebruikt, samen met inzichten over welke relaties wel en niet ‘werken’, om tot drie ‘ideale’ partnervoorstellen te komen, zullen we dan niet tóch nieuwsgierig zijn waardoor hoe dan ook een self fulfilling prophecy zal ontstaan?

Eigenlijk zijn de rollen dus omgedraaid: vroeger deden systemen wat wij wilden, en nu vertellen zij ons hoe wij moeten leven. Het is net de economie. Dat wordt dus het jaar 2025.

Intermediair: Hoe meer social media op de werkvloer, hoe beter?

By Social MediaNo Comments

Deze week sprak Intermediair met NewTeam-partner Danny Mekic’ over het gebruik van sociale media op de werkvloer:

Hoe meer social media, hoe beter? Twitteren tijdens (en over) een oersaaie vergadering. Je collega’s toevoegen op Facebook. Tijdens werktijd een nieuwe baan zoeken op LinkedIn. Wat zijn eigenlijk de regels op het gebied van social media? Intermediair vroeg het internetexpert Danny Mekić.

Danny, hoe zit het nu met wel of niet gebruiken van social media onder werktijd?
“Die discussie is eigenlijk wel een beetje passé. Ik kom als internetconsultant bij veel grote bedrijven over de vloer en de vraag of ze social media toe moeten staan, is niet meer aan de orde. Je kunt er gewoon niet meer omheen. De vraag is nu: in welke mate moeten we het faciliteren en misschien zelfs promoten?”

Dus werknemers mogen gerust de hele dag op Facebook zitten?
“Dat ligt eraan waar ze het voor gebruiken. Veel werkgevers gaan ervan uit dat werknemers alleen maar met vrienden zitten te chatten. Terwijl verrassend vaak blijkt dat werknemers social media bewust en onbewust gebruiken voor hun werk. Ze praten met potentiële klanten, zoeken informatie over concurrenten en overleggen met collega’s. Maar dan wat informeler. Zie het als een nieuwe vorm van de vrijdagmiddagborrel, maar dan op dinsdagochtend.”

Maar hoe voorkom je verslaving?
“Als werknemer weet je heus wel wanneer je te ver gaat. Als je je werk leuk vindt, zit je niet de hele dag met vrienden te chatten. Maar af en toe iets voor jezelf doen, dat moet gewoon kunnen. Iedereen heeft recht op privacy, ook op het werk. Voorheen belden we dan naar huis, nu zitten we op Facebook. Voor werkgevers is het dus veel belangrijker om werknemers de vrijheid te geven om social media in te zetten voor het bedrijf. Google is met zijn ‘vrije werkuren’ natuurlijk het ultieme voorbeeld, maar een ander mooi voorbeeld is NS Hispeed. Een van hun medewerkers heeft jaren geleden in haar vrije tijd een Twitter-account aangemaakt, om zo beter met reizigers te communiceren. Zij vindt dat leuk om te doen, de reiziger krijgt betere informatie en het bedrijf een betere reputatie. Zij zorgde uiteindelijk voor het Twitter-account van NS Hispeed zoals we dat nu kennnen: iedereen blij.”

 ‘Vroeger belden we naar huis, nu zitten we op Facebook’

Verbieden heeft dus geen zin?
“Niet als je met de tijd mee wil gaan. Zelfs redelijk conservatieve branches als de advocatuur en de rechtspraak beginnen eraan te geloven. Tijdens rechtszaken zitten advocaten en publiek vaak te twitteren over de zaak. Het kan zomaar zijn dat hier informatie wordt uitgewisseld, die voor de rechter ook interessant is. Dan kun je als rechter maar beter meetwitteren.”Hoe zit het dan met privacy?“Tja, het gaat wel eens fout. Neem ambtenaren die af en toe een onhandige tweet de wereld in sturen. Als advocaat tweeten dat je bij Heineken zit voor een zaak, zal ook niet door iedereen op prijs worden gesteld. Maar de tolerantie voor blunders groeit. Net als dat je op kantoor wel eens iets stoms kan zeggen, geldt dat voor social media ook. Bedrijven doen er wel goed aan een soort draaiboek te hebben, voor als het echt fout gaat. Met een standaard persbericht, waarin ze aangeven dat het een blunder van een individuele medewerker betreft en het bedrijf daar verder afstand van neemt. Zo haal je stress weg en worden bedrijven niet te erg in verlegenheid gebracht.”

En wat als je (potentiële) werkgever pikante foto’s op Facebook vindt?
“De laatste tijd vragen mensen me steeds vaker: kan ik mijn Facebook- of LinkedIn-profiel niet beter verwijderen? Of een andere naam gebruiken? Mijn antwoord is: ‘nee’. Zoekmachines zijn tegenwoordig zo slim, dat ze je toch wel kunnen vinden. Bijvoorbeeld via vrienden die jou noemen op hun profiel. Beter is het om wel een profiel aan te maken en vervolgens je privacy-instellingen aan te passen. Gek genoeg ben je zo beter beschermd, dan als je helemaal geen profiel hebt.”

Conclusie: hoe meer social media onder werktijd, hoe beter?
“Ja, mits het slim wordt ingezet. Dus niet voor het delen van vakantiefoto’s, maar als onderdeel van het werk en de bedrijfsstrategie. Werkgevers zouden hun werknemers daar best wat meer vertrouwen in mogen geven. Niet meer hameren op werkuren, maar op output. Dat doe ik in mijn eigen bedrijf ook. Het kan me niet schelen hoeveel tijd mijn mensen op Facebook doorbrengen, als de doelen aan het eind van de week maar zijn gehaald.”