Skip to main content
Tag

communicatie

Strijden om de toekomst

By ColumnsNo Comments

Door de industrialisatie kon een enkele uitvinding op grote schaal worden gefabriceerd, die dankzij de globalisering overal ter wereld kon worden gekocht. Nooit eerder waren er zo veel bedrijven, klanten, producten en diensten die elkaar moesten zien te vinden. Wereldwijd, in alle denkbare talen. Een kolossale ‘regelindustrie’ ontstond om die globalisering te bedienen en producten en diensten onder de aandacht te brengen: van marketeers tot vertalers, een creatieve sector die de meest aansprekende reclame-uitingen wist te maken, tot aan de bedrijven die de commerciële, activerende boodschappen moesten transporteren. Dat ‘regelhuis’ werd een doel op zich.

Ondertussen hebben de technologie-bedrijven uit Silicon Valley die regelbranche beschadigd. De 24 uur waarin marketingcampagnes ons kunnen verleiden tot een aankoop, staan steeds vaker als een snelkookpan steeds meer onder druk. We kiezen er vrijwillig om steeds meer tijd te besteden aan elektronica met daarop Google, Facebook, Twitter, Youtube en andere platforms die aandacht van onze hersenen verkopen aan bedrijven in hun honger naar nieuwe klanten en extra sales. Zij wonnen, maar nu zijn het juist de sociale media die vechten om extra aandacht en tijd van ons, op hun platforms.

Het worden er steeds meer. Uber, dat taxi-chauffeurs en passagiers bemiddelt. AirBnB, dat leegstaande appartementen aanbiedt ten behoeve van short stay, populair onder toeristen. Shapeways, waar ontwerpers hun 3D ontwerp geprint kunnen verkopen aan de consument. Het worden er steeds meer, het worden er te veel. En dus: in de toekomst zullen we ook van enkelen weer afscheid gaan nemen.

Maar niet alleen zij hebben het zwaar, steeds meer industrieën zullen gaan concurreren met de regionalisering mogelijk gemaakt door sociale platforms, en de micro-industrialisatie door 3D printers, terwijl kleinere bedrijven het gaan verliezen door een gebrek aan investeringsmogelijkheden in innovatie van de producten en diensten zelf. Innoveren is geen luxe meer, het is een overlevingsstrategie geworden.

Het zijn drie toekomstvragen die we moeten beantwoorden: hoe zien onze producten en diensten van de toekomst er uit, hoe regelen we marketing en communicatie en hoe kunnen we zelf het beste evolueren tot een platform van vraag en aanbod?

Danny Mekic’ (1987), NewTeam-partner, jurist en technologie deskundige, schreef dit stuk op verzoek van Accenture

Nu.nl: Controleer internetverkeer met overheid

By Actualiteiten, Nieuws uit eigen keukenNo Comments

Door een hack bij Diginotar zijn overheidswebsites mogelijk onveilig geweest. Twee experts leggen uit hoe het precies zit en waarschuwen: “Controleer de recente communicatie met de overheid.”

Diginotar en vergelijkbare bedrijven geven certificaten uit waarmee de betrouwbaarheid van websites gegarandeerd moet worden. Na een hack werden valse certificaten uitgegeven waardoor privacygevoelige informatie afgetapt kan zijn. De Nederlandse overheid maakte ook gebruikt van Diginotarcertificaten en is inmiddels overgestapt op andere certificaten of doet dit in de nabije toekomst. Het OM en OPTA doen onderzoek naar de zaak.

Ot van Daalen, directeur van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom (BoF) en ICT- en internetexpert, NewTeam-partner Danny Mekic’ leggen tegenover NU.nl uit wat de hack nu precies in houdt, wat de functie van certificaten is en wat de gevolgen zijn.

Lees hier het artikel.

Communicatie na vliegramp vertoonde gebreken

By OpinieNo Comments

Door Sietse Bakker:

De hulpverlening kwam na de crash van Turkish Airlines vlucht 1951, woensdagochtend op Schiphol, snel op gang en werd voor zover bekend terecht geprezen. Dit in schril contrast met de communicatie in de eerste uren na het fatale ongeluk, die ernstige gebreken vertoonde. Wachtende familieleden van de passagiers moesten uren lang op officiele informatie wachten en lieten zich vooral inlichten door Nederlandse en Turkse media, die op hun beurt weinig feitelijke informatie tot hun beschikking hadden. Ook blunderde de overheid met het crisisnummer 0800-1351, dat niet in gebruik bleek nadat het Ministerie van Binnenlandse Zaken aankondigde dat via deze lijn informatie over de ramp kon worden opgevraagd. Een analyse van een bewogen dag.

Om 10:31:33 begint het P2000-systeem van de regio Kennemerland een stroom van berichten uit te zenden. De hulpdiensten spreken van een VOS-6, oftewel Vliegtuig Ongeval Schiphol met 50 tot 250 betrokken passagiers. Enkele minuten later wordt gesproken van een incident op GRIP3-niveau. Bestuurlijke coördinatie vindt nu op regionaal niveau plaats. In normale taal; een Boeing 737-800 van Turkish Airlines met aan boord 134 mensen is enkele honderden meters voor de Polderbaan uit de lucht gevallen. De gevolgen van de crash zullen invloed hebben op de gehele regio.

Binnen een kwartier staan de landelijke media op scherp. Op basis van ooggetuigenverslagen en informatie van de hulpdiensten wordt geprobeerd een duidelijk beeld te krijgen van de omvang van de ramp. Bij gebrek aan nieuwe informatie citeren Nederlandse media het eerste uur de Turkse media, die over meer informatie lijken te beschikken. Terwijl verslaggevers van de NOS en RTL onderweg zijn naar de ramp-plek, doen overlevenden via hun mobiele telefoon live verslag van wat er gebeurt op de Turkse televisie.

Before hanging up

Om 11:45 uur citeren diverse Nederlandse media een woordvoerder van de luchthaven Schiphol, die CNN te woord stond. “Some passengers are dead, some are injured and some are alive, a spokesman from the airport’s press office said over the telephone before hanging up.” De korte impressie komt rommelig over, de communicatie onprofessioneel. Ondertussen is de website Schiphol.nl onbereikbaar. Pas anderhalf uur na het ongeluk is de website weer op te vragen, en staat er slechts een korte notificatie van het ongeluk op de voorpagina.

Om iets over twaalf reageert het eerste Nederlandse overheidsorgaan. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding laat weten dat het “geen aanslag betreft.” Tien minuten later wordt een persconferentie aangekondigd, die om 13:00 uur moet aanvangen. Kort daarop wordt bekend dat de persconferentie naar 13:30 wordt verschoven, drie uur na de crash. Enkele dagen later zou loco-burgemeester Bezuijen tegen het NRC Handelsblad zeggen dat de communicatie-afdeling van Schiphol “tegen 12:00 uur aandrong op een persconferentie,” suggererende dat deze standaard geen onderdeel uitmaakt van het crisisplan van de luchthaven.

Inactief

Om 12:55 uur doen media verslag van de opening van het nummer 0800-1351 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waar verontruste burgers en familieleden van passagiers terecht kunnen met hun vragen. Het nummer blijkt niet te werken. “U bent verbonden met het nationale crisisnummer. Dit nummer is op dit moment inactief,” klinkt een vrouwenstem. Tegelijkertijd blijkt de Engelse versie van de website Schiphol.nl nog altijd niet bereikbaar.

Het is 13:14 uur als Schiphol-woordvoerder Mirjam Snoerwang telefonisch de NOS te woord staat. Ze beschikt niet over nieuwe informatie en maakt een gestreste indruk. Ik vind het moeilijk om haar optreden te beoordelen. Enerzijds is goed te begrijpen dat een dergelijk incident ook op luchthavenmedewerkers een diepe indruk moet achterlaten en dat de druk opeens enorm hoog is, anderzijds mag verwacht worden dat juist wanneer er sprake is van een crisis, het afgestofte crisiscommunicatieplan geroutineerd wordt afgewerkt.

Een kwartier later meldt RTL dat Minister Cramer van Milieu haar werkbezoek aan Rotterdam afzegt in verband met de crash. “Premier Balkenende lijkt wel… tsja… spoorloos,” zegt de verslaggever. Terwijl de persconferentie op Schiphol begint – het is inmiddels 13:35 uur, openen Schiphol en de Gemeente Haarlemmermeer een – werkend! – informatienummer.

Chaotische persconferentie

De persconferentie verloopt chaotisch. Slechts één van de vijf personen die hun werk hebben neergelegd om achter de tafel plaats te nemen komt aan het woord. Loco-burgemeester Bezuijen van de Haarlemmermeer doet verslag van het aantal doden en gewonden, en maakt daarbij een pijnlijke misser; “Uiteraard willen wij (…) ons medeleven betuigen met de mensen die zijn omgekomen,” zegt hij. De vragen van journalisten kunnen geen van allen beantwoord worden. Een moderator ontbreekt, waardoor de persconferentie een zeer rommelige indruk geeft. Het ligt bijna voor de hand dat betrouwbare en gedetailleerde informatie op dit punt nog niet voorhanden is. Daarmee rekening houdend had het vragenrondje wellicht beter kunnen worden benut, bijvoorbeeld door kort iets te zeggen over de hulpverleningsprocedures die in gang zijn gezet.

Tegelijkertijd – we spreken ruim drie uur na de ramp waarbij negen dodelijke slachtoffers te betreuren zijn – verschijnt op de website Regering.nl een eerste officiële verklaring van Minister Eurlings, namens het kabinet.

Gebrekkige informatie voor wachtende familieleden

Ondertussen zijn ophalers van passagiers, waaronder vrienden en familieleden, overgebracht naar sportcentrum De Wildenhorst in Badhoevedorp. Daar wachten zij in spanning op dat wat komen gaat. Koffie, broodjes en mobiele toiletten (?) worden aangerukt, enkele psychologische hulpverleners staan ter beschikking. Later zullen landelijke media uitgebreid verslag doen van de enorme frustratie die de wachtenden moeten ondergaan. Terwijl nieuws omtrent het ongeluk en de slachtoffers wereldkundig wordt gemaakt tijdens een persconferentie, tasten de aanwezigen in de sporthal in het duister. “Ik ben hier al vijf uur ofzo en ik heb nog niemand van een overheidsinstantie gezien die mij is komen vertellen wat er is gebeurd,” zegt één van hen terwijl hij de sporthal verlaat. “Mensen binnen moeten het doen met hun mobieltjes en krijgen meer informatie van familie in Turkije die naar de televisie kijkt dan van voorlichters hier.” Het zou nog uren duren voordat duidelijk werd wie van de slachtoffers in welk ziekenhuis werd behandeld en waaraan.

Aan het werk!

Dat hulpverleningsdiensten uitstekend en adequaat hebben gehandeld is een diepe buiging waard. Dat hulpverlening de eerste prioriteit moet zijn, staat buiten kijf. Anderzijds mag worden verwacht dat de betrokken communicatieprofessionals juist in de context van een crisis adequaat en professioneel optreden. Bezuijen zei over enkele missers in het NRC Handelsblad van zaterdag 28 februari: “Er zijn altijd dingen die beter kunnen.” Gebrekkige woordvoering, lange radiostilte van de overheid, een niet werkend informatienummer, een chaotische persconferentie, een niet functionerende website en – veel erger – zeer beperkte informatievoorziening richting wachtende familieleden die willen weten hoe hun geliefden eraan toe zijn; dat had inderdaad anders gekund. Dat is, erken ik, makkelijk gezegd vanachter mijn laptop, mezelf realiserend dat nagenoeg elk crisiscommunicatieplan bij uitvoering in de praktijk gebreken en verbeterpunten blijkt te hebben. De gebeurtenissen van woensdag herinneren ons aan de vraag of de overheid en andere belangrijke spelers binnen de Nederlandse maatschappij hun (crisis)communicatieplannen op orde hebben. Wie herinnert zich nog de lancering van Crisis.nl, waarbij de website overbelast raakte vanwege de grote toestroom van bezoekers. Mijn advies voor iedereen die zo’n plan in de kast heeft staan: Loop het met alle betrokkenen nog eens goed door en laat daarbij meer dan genoeg ruimte om te brainstormen over mogelijke scenario’s. Voor wie zo’n plan niet heeft: Aan het werk!

Artikel met medewerking van Danny Mekic’, Sharon Kroes en Marieke Duijts.

 

Overheid mag naam ‘DigiD’ blijven gebruiken

By Rechterlijke uitsprakenNo Comments

Door Danny Mekić:

Het is de nachtmerrie van iedere ondernemer: je bedenkt een goede naam voor je bedrijf, product of dienst, en een korte tijd later komt een veel grotere partij met een sterk lijkende naam ‘op de markt’ die jouw handelsnaam dreigt weg te vagen. Afgelopen woensdag was de uitspraak in het kort geding DigiD/Digi-D, waarbij het in 2003 opgerichte bedrijfje ‘Digi-D’ in 2004 werd geconfronteerd met het gebruik van de naam ‘DigiD’ door Stichting ICTU, die namens de Rijksoverheid beveiligde digitale contacten met burgers mogelijk moet maken. De overheid zou de naam DigiD niet mogen gebruiken, omdat het een inbreuk op het handelsnaamrecht van Digi-D op zou leveren, of in elk geval een onrechtmatige daad vormen. De overheid zelf heeft het logo van DigiD bij het merkenbureau gedeponeerd als beeldmerk.

In deze zaak stelde het bedrijf Digi-D veel schade te ondervinden door e-mails, soms met vertrouwelijke informatie, die verkeerd aankomen en beantwoord moeten worden, maar ook daling van de waarde van de eigen handelsnaam door het gebruik van een gelijkende naam door de Staat.

De President van de Rechtbank wijst de vorderingen af, en overweegt daarbij dat de Staat zelf géén gebruik maakt van een handelsnaam door het gebruik van een digitale authenticatiedienst onder de naam ‘DigiD’. Omdat het hier gaat om een activiteit zonder winstoogmerk, kan er ook geen sprake zijn een ‘onderneming’ waarmee inbreuk op een andere handelsnaam plaats zou vinden (Hoge Raad 24-12-1976, LJN: AC5861).

De Staat heeft DigiD weliswaar als merk geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau, maar volgens de rechter is er geen sprake van het gebruik van dat merk omdat het logo en woord ‘DigiD’ niet gebruikt wordt ‘om afzet te vinden voor waren of diensten in het economisch verkeer’.

Uit het arrest HvJEG 12 november 2002, zaak C-206/01 (LJN AK3864, Arsenal – Reed, r.o. 40) en HvJEG 25 januari 2007, zaak C-48/05 (LJN BA3332, Opel – Autec, r.o. 18) volgt dat slechts sprake is van merkgebruik indien de tekens ‘DigiD’ worden gebruikt in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd. Naar voorlopig oordeel is daarvan geen sprake wanneer, zoals in het onderhavige geval, het teken in het kader van het uitvoeren van een overheidstaak wordt gebruikt ter aanduiding van een authenticatiesysteem waarmee burgers zich in hun communicatie met de overheid kunnen identificeren.

Is er dan misschien sprake van onrechtmatig handelen van de Staat, door zo’n sterk lijkende naam te gebruiken, en deze soms verkeerd te schrijven (uit het vonnis blijkt dat ambtenaren soms ‘Digi-D’ schrijven in plaats van ‘DigiD’ in ambtelijke stukken)? Dat is het geval wanneer er daadwerkelijk en aantoonbaar verwarring optreedt én er aanvullende omstandigheden zijn waaruit de onrechtmatigheid zou blijken. De  President van de Rechtbank merkt op dat

[..]niet weersproken is dat de Staat na overleg met Digi-D maatregelen heeft genomen om de verwarring bij het publiek tegen te gaan en dat hij [de Staat, red.] een bedrag van € 100.000 heeft aangeboden als vergoeding voor maatregelen van Digi-D die een einde moeten maken aan de bestaande verwarring. Digi-D meent dat dit bedrag onvoldoende is, maar daarvan blijkt in deze procedure niet.

De Staat heeft eerder blijkbaar €100.000,- aangeboden om Digi-D te helpen een einde te maken aan de verwarring, daarmee wordt natuurlijk gedoeld op het uitkiezen van een andere naam. Dat is geen kleine schadeloosstelling. Digi-D heeft in deze zaak niet (voldoende) aangetoond waarom dit een te laag bedrag zou zijn. Uit de uitspraak van de Rechtbank blijkt ook niet dat helder is betoogd waarom er daadwerkelijk verwarring en schade ontstaan is, en hoe het schadebedrag berekend is. Onbekend is of er nog een bodemprocedure of hoger beroep volgt.

Rechtbank ‘s-Gravenhage 17 november 2010 (DigiD), zaaknummer 371238, KG ZA 10-891 (vonnis)

UPDATE: Bovenstaand bericht is inmiddels overgenomen door Spits (mét bronvermelding) en NU.nl (zonder bronvermelding).


Tentamencijfers in onderwijssysteem Blackboard eenvoudig te hacken door student

By Nieuws uit eigen keuken, OnderzoekNo Comments

Door Michiel Prins:

Onlangs heb ik samen met Jobert Abma onderzoek gedaan naar de beveiliging van de populaire e-learning applicatie Blackboard. Blackboard wordt wereldwijd gebruikt op universiteiten om onderwijsmateriaal aan te bieden, communicatie en samenwerking tussen studenten en docenten makkelijker te maken, maar ook online toetsing en cijferbeheer behoort tot de functionaliteit van Blackboard.

Uit dit onderzoek is gebleken dat Blackboard (Academic Suite, later Learn) een zeer groot aantal beveiligingslekken bevat. Een voorbeeld: een student die om kan gaan met Google kan eenvoudig zijn of haar niveau van ‘student’ ophogen naar ‘instructor’. Daarnaast kan met wat creativiteit onopgemerkt inlogcombinaties van Blackboard gebruikers worden gestolen, met alle gevolgen van dien.

Doordat op universiteiten en hogescholen vaak gebruik gemaakt wordt van dezelfde inlogcombinaties voor verschillende applicaties, kan een student door misbruik te maken van een lek in Blackboard opeens op veel meer diensten inloggen. Denk hierbij aan studentenadministratie, studieprogressie management tools, e-mail etc.

Om gebruikers van Blackboard te waarschuwen voor de risico’s die zij lopen, publiceerden wij een paper over het onderzoek. Hierin werd aandacht gegeven aan de verschillende soorten beveiligingsgaten die zijn gevonden en het risico dat dit vormt voor de gebruikers en beheerders van Blackboard.

Danny Mekić succesvolste jonge ondernemer

By Niet gecategoriseerdNo Comments

Op de Sprout Business Babies borrel is de 22-jarige Danny Mekic’ benoemd tot meest veelbelovende jonge ondernemer onder de 25 van 2009.

Mekic’ schreef Domeinbalie.nl al in bij de KvK toen hij vijftien was, en heeft het met succes weten uit te bouwen. Inmiddels heeft hij 14 man in dienst en hoopt hij dit  jaar een omzet van 1.200.000 euro te behalen.

Mekic’ sprong er voor de Sprout-jury uit omdat hij op zijn zestiende al zo ver was met zijn bedrijf dat hij zich door de rechter meerderjarig liet verklaren, zodat hij voortaan alle handtekeningen zelf kon zetten. Ook weet hij zijn onderneming te combineren met lesgeven, coachen, vakken volgen aan de UvA en spreken op congressen, zelfs tot in Houston. “Het is een kwestie van verleiden, vriendelijk lachen, maar ook streng zijn en willen innoveren”, vat hij het ondernemerschap samen.

Toekomstplannen
Mekic’ toekomstplannen zijn ambitieus en internationaal. Hij wil naar het buitenland, Duitsland om mee te beginnen. De eerste stap heeft hij eerder dit jaar gezet met het Eurovisie Songfestival, waarvoor hij ingehuurd was als mediaconsultant voor communicatie en pr. Daar kon hij goede contacten opdoen, want hij zat er om de tafel met de mensen van Google, Facebook en Twitter.

Mekic’ tips voor andere jonge ondernemers: “Blijf bij jezelf, ga geen rol spelen! En probeer zelf kapitaal op te bouwen. Al is het maar één procent van je omzet. Het voelt zoveel lekkerder om je eigen kapitaal uit te geven. Dan kun je ook makkelijker risico’s nemen en onverwachte klappen opvangen”, is zijn ervaring.

VOC-mentaliteit

Mekic’ ontving zijn prijs tijdens de Business Baby Borrel in café Werck in Amsterdam. Na afloop toonde hij zich ontroerd door alle positieve reacties: “Het was een grote verrassing dat ik won, want de andere ondernemers uit de lijst zijn stuk voor stuk goede kandidaten. Deze 25 onder de 25-lijst heeft bewezen dat de VOC-mentaliteit terug aan het komen is. Dat is belangrijk voor ons als klein landje, om op lange termijn te blijven meedraaien in de wereldeconomie. Ik ben blij dat er zoveel jongeren zijn die zich dag in, dag uit met ondernemen bezighouden.”

Bron: Sprout

Huisstijl GGZ in hoofdstedelijke regio op de schop

By OpinieNo Comments

Door Sietse Bakker:

Toonaangevende psychische hulp binnen handbereik. Dat is het motto van GGZ inGeest – de klemtoon op in – dat ontstaan is na een fusie van GGZ Buitenamstel en De Geestgronden. Bij de nieuwe organisatie, die samen met het VU Medisch Centrum haar activiteiten ontplooit in de regio Amsterdam, werken zo’n 2300 mensen. Vorige week werden de nieuwe naam en huisstijl extern gepresenteerd. Marieke Duijts, communicatie-assistent bij GGZ inGeest, nodigde mij uit voor een kijkje in de keuken.

De nieuwe naam is even wennen, maar komt tegelijkertijd eigentijds en fris over. “De nieuwe naam zegt eigenlijk precies wat we doen,” vertelt Duijts. “Inlevingsvermogen in de patiënt is cruciaal. Dat besef ligt diep verankerd in onze nieuwe naam, die behoorlijk onderscheidend is ten opzichte van andere aanbieders.”

Implementatie vaak onderschat
Het complete implementatieproces van de nieuwe naam en bijbehorende huisstijl heeft zo’n anderhalf jaar geduurd. Identity-bureau Eden tekende voor het nieuwe gezicht en de vernieuwde communicatiemiddelen. “Men onderschat vaak wat er allemaal komt kijken bij de implementatie van een nieuwe huisstijl,” legt Duijts uit. “In een organisatie waarin bijna 2300 mensen werken wordt elke beslissing gewogen op een goudschaaltje. Onze grootste uitdaging was het goed informeren van onze eigen mensen, zonder dat de nieuwe naam en huisstijl extern zouden worden gecommuniceerd. Nu zowel de naam als de nieuwe huisstijl officieel zijn doorgevoerd, is het juist weer cruciaal om consistent de nieuwe naam te gebruiken,” benadrukt ze.

GGZ inGeest lanceerde met de nieuwe naam en nieuwe huisstijl ook een vernieuwde website.

“Eerst intern op orde”
Het is verre van ongebruikelijk dat een huisstijl-operatie wordt onderschat. Vaak is het besef van consistente communicatie wel aanwezig bij de direct betrokken medewerkers, maar nemen werknemers het in de eerste periode na een huisstijl-operatie niet zo nauw met de nieuwe regels. Oud briefpapier “kan nog wel even worden gebruikt”, en wat betreft de visitekaartjes met het oude logo: “Het telefoonnummer klopt toch nog?” Zelfs binnen kleine organisaties kan het doorvoeren van een nieuwe huisstijl op een ramp uitlopen. Briefpapier vervangen is makkelijk, de nieuwe identiteit in de hoofden van de mensen verankeren is dat allerminst. Bij GGZ inGeest waren ze zich daar goed van bewust. Daarom is de nieuwe huisstijl vlak voor de feestdagen feestelijk gelanceerd, en wordt alles in zo kort mogelijke tijd vervangen. Duijts: “We hebben ervoor gezorgd dat we de zaken eerst intern op orde hebben.”

Nederland en OS 2028 vooral communicatie-uitdaging

By OpinieNo Comments

De discussie omtrent het binnenhalen van de Olympische Spelen van 2028 heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. André Bolhuis, namens het NOC-NSF verantwoordelijk voor het Olympisch Plan 2028 (OP28), zei eerder deze week: “Het Olympisch Plan werd tijdens de troonrede zelfs door de Koningin uitgesproken. Dat was geweldig. Onze volgende stap maken wij op drie december als onze plannen aan premier Balkenende worden gepresenteerd.” Dat laatste zal van kinderlijke eenvoud zijn, in vergelijking met de gigantische uitdaging waar het NOC-NSF het komende decennium voor staat: de bevolking warm laten lopen.

In Londen is men recent weer aan het twijfelen geslagen. Verschil met de voorgenomen kandidaatstelling van Nederland is dat Londen de Spelen al ‘in the pocket’ heeft. “Hadden we het maar geweten (dat er een economische crisis zou toeslaan, red), dan hadden we onszelf nooit voor de Spelen van 2012 kandidaat gesteld,” zou de verantwoordelijk minister hebben toevertrouwd aan een groepje insiders. Crisis of niet, de Spelen van 2012 moeten doorgaan.

2028 ligt gelukkig nog ver voor ons. Een aantal prominente Nederlanders, onder wie de Prins van Oranje en Erica Terpstra, maken zich sterk voor het binnenhalen van de Spelen, precies 100 jaar nadat de eer Amsterdam al eens ten deel viel. Hoewel een officiële kandidaatstelling nog moet plaatsvinden – dat zou pas over een jaar of 15 zijn – zou dit niet de eerste keer zijn dat Nederland een tweede Olympiade wil binnenslepen. In de jaren ‘80 was Amsterdam opnieuw kandidaat, dit keer voor de Spelen van 1992. De hoofdstad ging roemloos ten onder, viel al in de eerste stemronde af en Barcelona streek met de eer.

Over de oorzaak van het falen in de aanloop naar de Spelen van ‘92 werd lang gespeculeerd. Critici weten het verlies aan de sterke maatschappelijke anti-beweging en de geringe moeite die het comité had gedaan om de bevolking enthousiast te krijgen. Nederland liep gewoonweg niet warm voor de Spelen en zag het grootse evenement vooral als kostenpost. Nederland zou ‘te klein’ zijn voor zoveel internationale ambitie.

Al liggen de Olympische Spelen van 2028 nog 20 jaar voor ons en ligt de Nederlandse kandidaatstelling nog op de tekentafel, ook nu wordt de Olympische droom lauw ontvangen onder de bevolking. Bij de keuze van een gaststad zal het Internationaal Olympisch Comité ook nu veel waarde hechten aan maatschappelijk draagvlak. Werk aan de winkel voor het NOC-NSF dat, samen met de Nederlandse overheid, de burger enthousiast moet krijgen. Communicatie dus. Veel, consistente en heldere communicatie.

Er is werk aan de winkel voor het OP28-team. En voor communicatietalent. Wellicht doen de plannenmakers er beter aan de kaarten nog even voor zich te houden. Het risico van te vroeg pieken – we hebben nog zo’n 12 jaar te gaan voordat de gaststad voor de Spelen van 2028 wordt gekozen – ligt voor de hand. Wat het team niet ontbreekt is tijd. Tijd om na denken en met een goed plan voor de dag te komen. Een communicatieplan, welteverstaan. Want dat kan weleens de bepalende factor worden in het antwoord op de vraag of het er voor OP28 op, of eronder gaat worden…

NL verkiezingen 2011: Wie heeft van Obama geleerd?

By OpinieNo Comments

Zwicht Den Haag voor een campagnestrategie 2.0? door Sietse Bakker:

Vorige week schreef nieuwe media adviseur Winfried van der Veen op deze website een overzichtelijk artikel over de online campagne van Barack Obama. Vanuit mijn specialisatie in nieuwe media heb ik de Obama-campagne met interesse gevolgd en heb me daarbij telkens laten verrassen door de slimme aanpak van het campagneteam. Wij kiezen weliswaar niet net als in de VS direct onze president, maar werken hun campagnetactieken ook in de polder? Wat betekent de opmars van sociale media voor de Haagse campagnecommunicatie en -strategie? En is Nederland klaar voor een eigen Obama?

2011 is natuurlijk nog ver weg en we zullen tot die tijd ongetwijfeld veel zien gebeuren op het gebied van nieuwe media. Sinds de laatste Tweede Kamer-verkiezingen wordt al veelvuldig gebruik gemaakt van nieuwe- en sociale media. Onze premier is met zo’n 150.000 ‘vrienden’ een graag geziene gast op Hyves. Het was Rita Verdonk die eerder dit jaar haar trotsopnederland.com lanceerde. Terwijl onze minister-president op Hyves haast een cultstatus heeft verkregen, zag ‘IJzeren Rita’ haar met veel bombarie gelanceerde beweging doven als een nachtkaars. Waar Obama via een scala aan online kanalen zijn standpunten communiceerde, vroeg Verdonk de Nederlandse bevolking om samen tot een programma te komen. Het is te vroeg om het initiatief van de voormalig VVD-er af te schrijven, maar niets duidt erop dat het initiatief een daverend succes is. De wiki faalde al snel dankzij een legertje spammers, de website doet nog altijd statisch aan en media-aandacht voor de ontwikkelingen binnen de ‘beweging’ is er niet.

Betrokkenheid
Ik kan me voorstellen dat voor Nederlandse politieke partijen de verleiding groot is om het Obama-concept een op een in de polder uit te rollen. In tegenstelling tot de Amerikanen zijn Nederlanders veel minder betrokken bij de politiek en is het hier vrij ongebruikelijk om met campagnemateriaal langs de deuren te gaan, grote verkiezingsbijeenkomsten te houden en potentiële kiezers met miljoenen tegelijk te bellen om ze toch vooral over te halen om voor ‘jouw’ kandidaat te stemmen. Laat staan dat Nederlanders massaal geld doneren aan politieke campagnes. Met enig optimisme valt nog wel te pleiten voor de mogelijkheid dat een dergelijke ‘campagne 2.0’, die zich grotendeels online afspeelt, juist jonge mensen zou kunnen inspireren tot nieuwe betrokkenheid. De online campagne van Obama was er echter op gericht supporters aan te moedigen eerdergenoemde activiteiten te ondernemen. Politiek Nederland zal de Obama-strategie dus flink onder handen moeten nemen om deze aan te passen aan de Nederlandse manier van politiek bedrijven..

Goed, aanpassen dus. Maar hoe dan? Waar jong en oud in Nederland niet schromen het debat – al dan niet anoniem – aan te gaan, is op internet. Tenzij de komende jaren (onverwacht) extreme veranderingen in de mediaconsumptie plaatsvinden, is het aannemelijk dat Nederlandse politici en politieke partijen zich zullen moeten richten op het online debat en het online werven van kiezers. Een weblog en een Hyves-profiel zijn niet langer afdoende. Wie die kunst beheerst om op een vernieuwende en oprechte manier de jongere generatie kiezers aan te spreken, kan het nog weleens ver gaan schoppen in de verkiezingen van 2011.

Duidelijkheid
Tot op heden is geen van de gevestigde politieke partijen, noch de rijksoverheid in Nederland verrassend uit de hoek gekomen op internet. Zou er een prijs zijn voor het meest succesvolle politieke initiatief op internet, dan zou de eer naar de Stemwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek gaan. In de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen van 2006 werd de online stemhulp maarliefst 4,8 miljoen keer geraadpleegd. In de wirwar van politieke partijen en dikke verkiezingsprogramma’s heeft de kiezer behoefte aan duidelijkheid. Naast brandjes blussen is het communiceren van een duidelijke boodschap de rode draad in elke campagnestrategie. En dat is waar nieuwe- en sociale media een cruciale rol spelen. Herhalen, herhalen, herhalen!

De Obama-campagne is vanaf het prille begin glashelder geweest in de communicatie. ‘Change we can believe in. Yes we can.’ Een zeer onbescheiden boodschap die onbescheiden vaak, maar op een bescheiden manier werd gecommuniceerd. En die doneerknop, natuurlijk. Een krachtige, maar ook abstracte boodschap, die keer op keer werd herhaald in speeches, via de website, op FacebookMySpaceYouTube en Twitter. Doordat vooral jonge mensen gebruik maken van een breed scala aan sociale media, worden zij meer blootgesteld aan herhaling van de boodschap.

Bescheidenheid
Het betrekken van vooral jongere kiezers en het communiceren (lees: herhalen) van de boodschap via de beschikbare online kanalen gaat een belangrijke, zo niet cruciale rol spelen bij de aankomende verkiezingen. Dat op zich is, zeker onder de communicatieprofessionals, geen nieuws. Nieuwe media spelen een steeds grotere rol in ons leven en dat geldt zeker voor hen die in 2011 voor het eerst naar de stembus mogen. Een interessante game changer – journalistiek Nederland kan vast niet wachten – kan de opkomst van een Nederlandse variant van Barack Obama zijn, die juist die doelgroep aanspreekt. Geen populist, geen opschudder, maar een bescheiden redenaar met een heldere, positieve en inspirerende boodschap. Ergens dichtbij het midden. Bescheidenheid is daar, gezien de Nederlandse volksaard, misschien nog wel het belangrijkst. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.

Zeker in een politiek landschap waarin de verschillen tussen partijen vaak moeilijk te onderscheiden zijn, kan online communicatie de doorslag geven. Wie in 2011 een klinkende verkiezingsoverwinning wil behalen, moet alvast op zoek gaan naar iemand die de invloed van sociale media begrijpt en kan toepassen. Sterker nog, de gevestigde politieke partijen kunnen het zich, met het oog op concurrentie en eventuele nieuwkomers, niet permitteren zich niet grondig te verdiepen in politiek 2.0. Of 3.0. Want voordat het 2011 is…