Doro Danny Mekic’:
Op verschillende openbare plaatsen in Amsterdam worden zogeheten afluistercamera’s gebruikt om gesprekken op te vangen. Doel van de apparatuur is agressie onder het publiek de kop in te drukken voordat die ontaardt in geweld, dat meldde het Parool gisteren.
Het detectiesysteem (genaamd Sigard) is door technologiebedrijf Sound Intelligence ontwikkeld voor plaatsen met een hoog risico op incidenten. Het wordt in Amsterdam inmiddels gebruikt op het Centraal Station, in winkelcentrum Buikslotermeerplein en bij bushaltes in de omgeving in Noord en bij de Heineken Music Hall in Zuidoost. Collegepartij Groenlinks vreest voor de gevolgen voor de privacy, schrijft de krant, en ook op het internet is ophef ontstaan over deze nieuwe vorm van van videoregistratie. Maar mag deze vorm van video- en audioregistratie zomaar?
College Bescherming Persoonsgegevens
Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) houdt in Nederland toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Cameratoezicht zoals bijvoorbeeld in het Service Center van de Nederlandse Spoorwegen is toegestaan, mits het voldoet aan een aantal voorwaarden. Zo moet duidelijk kenbaar gemaakt worden aan klanten en personeel dat er cameratoezicht aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld door het ophangen van een bordje. Verder dient er zo min mogelijk inbreuk te worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van klanten, een camera in een pashokje plaatsen gaat te ver, volgens het CBP.
In het Parool-artikel, wordt echter gesproken over openbare locaties zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Openbare Manifestaties. De overheid, en dan met name gemeenten en politie, mag gebruik maken van cameratoezicht in openbare ruimtes.
In artikel 151c lid 4 Gemeentewet is vastgelegd dat het óók het gebruik van camera’s in openbare ruimtes kenbaar moet zijn. Burgers moeten in elk geval in kennis worden gesteld van de mogelijkheid dat zij op beelden kunnen voorkomen zodra zij het gebied betreden dat binnen het bereik van de camera’s valt. Aan het kenbaarheidsvereiste moet niet alleen worden voldaan als er beelden worden vastgelegd, maar ook als sprake is van monitoring en erdus geen opnames worden gemaakt, zo meldt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid in zijn Handreiking cameratoezicht: uitgave 2009. De handreiking vermeldt verder dat naast kenbaarheid van het cameratoezicht, ook het verwachtingspatroon van de burger een belangrijk aandachtspunt is. De praktijk laat zien dat er duidelijke communicatie nodig is over bijvoorbeeld bewaartermijnen, inzagerecht en het gebruik van camerabeelden voor andere doeleinden dan toezicht op de openbare orde en opsporing van strafbare feiten.
Geen melding van afluisterpraktijken op Amsterdam Centraal kunnen vinden
Vandaag ben ik wezen kijken in het Service Centrum van de Nederlandse Spoorwegen op station Amsterdam Centraal, waar volgens het onderschrift bij de foto op de website van het Parool de afluistercamera’s hangen. Ik heb niet kunnen vinden dat ik ergens werd geattendeerd op het feit dat er camera’s hangen, laat staan dat deze camera’s ook microfoons bevatten en ‘meeluisteren’ met mijn gesprekken. Het is niet voldoende om de camera’s zichtbaar op te hangen, en natuurlijk helemaal niet als deze microfoons bevatten: er moet duidelijk melding van worden gemaakt, ook als het gaat om een ‘monitoring’-systeem waarbij geen opnames worden gemaakt.
Aanmelding bij College Bescherming Persoonsgegevens
De Gemeente Groningen had in 2005 de primeur om deze nieuwe audio-analysetechniek van Sound Intelligence te testen, en heeft hiervan melding gemaakt bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Dat is ook verplicht, aangezien het om een digitaal videotechniek gaat. Het CBP maakte hiervan melding op haar website: “Groningen zal het CBP om advies vragen wanneer dergelijke camera’s in de stad zullen worden geïnstalleerd.”
Op de website van het CBP heb ik verder niks terug kunnen vinden over deze proef, laat staan dat het CBP het gebruik van dergelijke camera’s definitief heeft goedgekeurd, en welke aanvullende vereisten zij aan het gebruik stelt (bijvoorbeeld het ophangen van een duidelijke melding dat er óók geluidsanalyses plaatsvinden in het gebied). Het is nog maar de vraag of het bij het CBP bekend was dat de camera’s in het Centraal Station ook microfoons bevatten.
Ik ben dan ook erg benieuwd naar een reactie van het CBP op het Parool-artikel: waren zij op de hoogte van de microfoons, het monitoring-systeem en maakt de Nederlandse Spoorwegen wel voldoende duidelijk dat er gefilmd en meegeluisterd wordt? Is het überhaupt wenselijk om de overheid of een Nederlandse Spoorwegen mee te luisteren met privégesprekken van mensen op openbare plaatsen?